bangeschijter oor Engels

bangeschijter

Een persoon die het aan moed ontbreekt.

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

chicken

naamwoord

Een persoon die het aan moed ontbreekt.

A person who lacks courage.

coward

naamwoord

Een persoon die het aan moed ontbreekt.

A person who lacks courage.

craven

naamwoord

Een persoon die het aan moed ontbreekt.

A person who lacks courage.

milquetoast

naamwoord

Een persoon die het aan moed ontbreekt.

A person who lacks courage.

voorbeelde

Ik was trots op mijn bijnaam Prins Peper, want dat wilde zeggen dat ze erkenden dat ik geen bangeschijter was.
I was proud of my nickname of Little Pepper, since it meant they acknowledged I had guts.

Vanessa zei: ‘Wees niet zo’n bangeschijter.’
Vanessa said, ‘Don’t be a scaredy cat.’

wat een bangeschijter.
Look at that chicken run.

wat een bangeschijter!
What a scaredy cat!

Wat ben jij, een bangeschijter?
Are you a ' fraidy cat?

‘Ben je een bangeschijter of gewoon bang voor harde geluiden?’
‘Squeamish again, or just frightened of loud noises?’

Ga naar je hut, haal die bangeschijterige hansworst en neem hem mee.
Go to your quarters and haul out that white-livered old pantywaist and take him with you.

‘Isabel was een echte bangeschijter – ze durfde niet eens naar een enge film te kijken.
“Isabel was a real wuss—she couldn’t even watch a scary movie—I just don’t see her going into the woods.”

BANGESCHIJTER #1: In het donker lopen.
Stardoll Prime: Walking in the yellow bricks...