brabbelen oor Engels

brabbelen

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

babble

naamwoord, werkwoord

to utter words indistinctly

Ze hoorden me brabbelen en dachten dat ik gek geworden was, dus gooiden ze me in de isolatie.
They heard me babbling, thought I was crazy, and threw me into a padded cell.

gibber

werkwoord

to babble

werkwoord

Ze begint te brabbelen en kirren en glimlachen, en dat geldt ook voor de baby.
And she begins to babble and coo and smile, and so does the baby.

chatter

werkwoord

Wat brabbel je nou?
What are you chattering about?

voorbeelde

‘Sorry dat ik je stoor op je werk, maar we hadden gisteravond geen kans om elkaar te spreken,‘brabbel ik.
“Sorry to bother you at the station, only we didn’t get a chance to speak last night,” I gabble.

Ik slaagde erin om haar wakker te maken en ze begon over het slijm te brabbelen.
I managed to wake her up and she started burbling about the goo.

En toen voelde hij zijn maag omdraaien, en iets bekends in die laatste brabbelende stem deed hem opkijken.
And then he felt his guts twist, as something familiar in that last babbling voice made him look up.

Toen we de deur openmaakten zat de Duitse generaal achterin te brabbelen en Harry zat dood aan de stuurknuppel.’
When we opened the door, the German general was gibbering in the back seat and Harry was dead at the controls.’

Ze deed haar ogen open en hij kroop over de vloer van haar kantoor, onzin brabbelend tegen zichzelf.
She opened her eyes and he was crawling across her office floor, babbling nonsense to himself.

en Grantham blafte: ‘Houd op met dat gezeik,’ begon de militair in het Servisch tegen hem te brabbelen.
"and Grantham barked, ""Stop pissing around,"" the paramilitary started jabbering in Serbian."

Je kent het wel: brabbelende alcoholisten en de gewone gekken, plus een paar nieuwe.
You know, drunks slurring and the usual nutters, plus a few new ones.

Al die halfgare spirituszuipers kletsten met elkaar in een soort brabbel taaltje dat alleen zij konden volgen.
All those half-crazy Sterno drunks talked some kind of gibberish to each other that only they understood.

Ik zit maar wat te brabbelen – je zult denken dat je toen stapelgek was.
I’m rambling—you’ll think you were an idiot back in the day.

Toen Anna’s voicemail werd ingeschakeld sprak Thorne wat langzamer dan anders, om te voorkomen dat hij ging brabbelen.
When Anna's voicemail cut in, Thorne spoke a little more slowly than he might otherwise have, careful not to slur.

Daar maakte Winnies riekende adem, zwaaiende gestalte en brabbelende gemompel haar toestand duidelijk.
There, Winnie’s tart breath, swaying form, and slurred muttering rendered her condition obvious.

De twee kinderen konden elkaar horen brabbelen, maar ze hadden elkaar nog nooit gezien.
The babies could hear each other talking, but had never seen each other.

Een van hen riep iets in het Russisch; zijn woorden klonken brabbelend.
One of them called out in Russian; his words were slurred.

Thuis is alles goed met haar zolang ik haar constant aandacht geef,’ brabbel ik.
At home she’s fine as long as I give her the one-on-one attention,” I babble.

Okun staarde weer recht voor zich uit en sprak op rustige toon, een beetje brabbelend.
Okun was staring straight ahead once more, talking in a calm, almost slurred voice.

Wat zit je nou te brabbelen, ezel?
“What are you babbling about, Donkey?

De oude man bleef maar brabbelen over een of andere ring die Tankado vlak voordat hij stierf had weggegeven.'
All the old guy did was babble about some ring Tankado had given away right before he died.”

Ze is een brabbelende trol, Cyrus.
She's a blathering troll, Cyrus.

schreeuwde ze weer en begon onsamenhangend te brabbelen.
she shouted again, then began to mutter incoherently.

Sandy zou terugkeren in een lijkzak of als een getraumatiseerd, brabbelend wrak.
Sandy would return in a body bag or as a traumatized, gibbering wreck.

Madison keek even naar Jane, die inmiddels iets over de gastenlijst zat te brabbelen.
Madison glanced at Jane, who was jabbering on about the guest list now.

Ik zag je naam in haar agenda,’ brabbel ik verder.
I saw your name in her diary,” I gabble on.

Gode maakte weer een brabbelend geluid.
Gode made a gabbling sound again.

De zinnen die ik tientallen keren in mijn hoofd had herhaald, kwamen er als een snelle, brabbelende woordenvloed uit.
The words that I’d rehearsed dozens of times in my mind poured out in a quick, garbled flow.

Ik was bang dat ik begon te brabbelen over hoe knap je bent.
I was afraid I'd start babbling about how hot you are.