filosofische terminologie oor Engels

filosofische terminologie

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

philosophical terminology

voorbeelde

Chihani zag een probleem en probeerde daarmee om te gaan door het te vertalen in filosofische terminologie.
Chihani saw a problem and tried to deal with it by translating it into philosophy.

Vergeef me de filosofische terminologie hier, maar wanneer dat gebeurt, gebeuren er een heleboel prachtige dingen in de ionenkanalen en gaat die sukkel van een arm omhoog.
Sorry to use philosophical terminology here, but when it's secreted at the axon end- plates of the motor neurons, a whole lot of wonderful things happen in the ion channels and the damned arm goes up.

Vergeef me de filosofische terminologie hier, maar wanneer dat gebeurt, gebeuren er een heleboel prachtige dingen in de ionenkanalen en gaat die sukkel van een arm omhoog.
Sorry to use philosophical terminology here, but when it's secreted at the axon end-plates of the motor neurons, a whole lot of wonderful things happen in the ion channels and the damned arm goes up.

Zoals Wolfson verklaart: „De [kerk-]Vaders begonnen in de voorraadschuren van de filosofische terminologie te zoeken naar twee goede technische termen, waarvan de ene gebruikt zou worden om de realiteit van de onderscheidenheid van elk lid van de Drieëenheid als een afzonderlijke persoon aan te duiden en de andere gebruikt zou worden ter aanduiding van hun werkelijke wezenseenheid.”
As Wolfson states: “The [church] Fathers began to look in the stockpile of philosophic terminology for two good technical terms, of which one would be used as a designation of the reality of the distinctness of each member of the Trinity as an individual and the other would be used as a designation of their underlying common unity.”

De bijbel gebruikt filosofische terminologie.
The bible employs philosophical terminology.

Thomas van Aquino [4], die zich bedient van de terminologie van de filosofische traditie waarin hij staat, verklaart het als volgt: het geloof is een habitus, dat wil zeggen een aanhoudende gesteldheid van de geest, waardoor het eeuwig leven in ons begint en de rede ertoe gebracht wordt aan te nemen wat niet wordt gezien.
Saint Thomas Aquinas[4], using the terminology of the philosophical tradition to which he belonged, explains it as follows: faith is a habitus, that is, a stable disposition of the spirit, through which eternal life takes root in us and reason is led to consent to what it does not see.

Heidegger voert deze notie tot het extreme, door in zeer abstracte termen te spreken over levensvormen; zijn terminologie werd overgenomen en gesimplificeerd door Sartre in zijn filosofische werken.
Heidegger takes this notion to the extreme, by speaking in very abstract terms about modes of living (his terminology was adopted and simplified by Sartre in his philosophical works).

Het spreekt vanzelf dat de oeroude filosofische lijn van het agnosticisme door een nieuwe terminologie niet in het geringste wordt veranderd, want het wezen van de ‘originele’ theorie van Poincaré komt neer op ontkenning van de objectieve realiteit en van de objectieve wetmatigheid in de natuur (hoewel hij volstrekt niet consequent blijft).
It is perfectly obvious that the new terms do not in the least change the ancient philosophical position of agnosticism, for the essence of Poincaré’s “original” theory amounts to a denial (although he is far from consistent) of objective reality and of objective law in nature.