jovialiteit oor Engels

jovialiteit

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

bonhomie

naamwoord

geniality

joviality

naamwoord

Zijn jovialiteit is zijn middel om die loyaliteit te kweken.
His joviality is the means by which he creates that loyalty.

cheerfulness

naamwoord

voorbeelde

Ik glimlachte naar hem met alle charme en jovialiteit die ik kon opbrengen.
I smiled with all the charm and bonhomie I could muster.

Plotseling verdween al zijn jovialiteit en hij vroeg: ' Waar kan ze verdomme toch zitten?
Of a sudden his joviality vanished and he demanded, ‘Where the hell is she?

'Nou, jongens,' zei Emanuël met overdadige jovialiteit, 'voortaan geen geharrewar meer.
Now, boys, said Emanuel with spurious joviality, there is to be no bickering and quarrelling.

Hij merkte dat hij stond te schreeuwen met een maniakale jovialiteit, met zijn handen in de lucht.
he found himself shouting with crazy joviality, his hands in the air.

Sommige commentatoren klagen dat Virgins jovialiteit niet echt geloofwaardig is, gezien onze wereldwijde scope.
Some commentators complain that Virgin's chumminess is a bit hard to take, given our global reach.

De stijfheid van de Lagerführer maakte plaats voor een respectvolle jovialiteit.
The starch seeped out of the Lagerfiihrer, to be replaced by a respectful joviality.

Boosheid en flinkheid aan de ene kant, een soort niet te stuiten mannelijke jovialiteit aan de andere kant.
There’s anger and grittiness on the one hand, a kind of remorseless male heartiness on the other.

De stem van de man klonk nu steeds doordringender en beefde onder de zenuwachtige jovialiteit.
The man's voice was urgent, now, and trembling under the nervous joviality.

Cuthbert keek hem grimmig aan, zonder een spoor van zijn gebruikelijke jovialiteit.
Cuthbert looked at him grimly, with not a trace of his usual amiability.

‘Mooi niet, ouwe reus’ – met weinig overtuigende jovialiteit – ‘Met mij niet.
‘No way, old sport’ – with improbable geniality – ‘not me.

Logans gezicht betrok en zijn gebruikelijke jovialiteit verdween.
Logan’s face darkened and all his usual conviviality drained away.

Het was een man met een breed gezicht en een jovialiteit die op Mabry meteen een averechtse uitwerking had.
He was a man with a wide face and a geniality that immediately rubbed Mabry the wrong way.

Ze begonnen in Cubaanse stijl over mij te gekscheren, vol zwarte humor en jovialiteit.
They began to make jokes about me, in the Cuban fashion, with a good-natured black humor.

Hij glimlachte met neerbuigende jovialiteit, en voegde eraantoe: ‘Wat een sensatie was me dat!’
He smiled with jovial condescension and added ‘Some sensation!’

Zij zijn hun eerste indrukken van de hitte en de vochtigheid nog niet vergeten, noch zijn zij de jovialiteit, gastvrijheid en gemoedelijkheid van de mensen vergeten.
They have not forgotten their first impressions of the heat and the humidity, nor have they forgotten the conviviality, hospitality, and good-natured manner of the people.

Lesters blozende jovialiteit en onschuldige sarcasme pasten helemaal bij zijn rol als vader van een vriendin.
Lester’s red-faced joviality and harmless sarcasm were straight out of the father-of-a-friend textbook.

herhaalde de bewaker, onzeker geworden door de jovialiteit van de hoge functionaris.
repeated the guard, made uncertain by this joviality on the part of a high official.

De jovialiteit tussen hem en de infanteristen ontbrak hier.
The banter that had passed between himself and the foot soldiers was absent here.

‘Het ijswater komt er meteen aan,’ zei Earl met een gedwongen jovialiteit die hij moeilijk kon opbrengen.
Ice water, coming right up, Earl said, forcing a jovial tone that he had little strength to sustain.

Maar op dit ogenblik lachte hij niet; zijn jovialiteit was een vorm van beleefdheid.
At the moment he was not laughing; his geniality was only buttoned-up courtesy.

Maar hij stopte zijn gaven die morgen in de ijskast; dit was niet het ogenblik voor jovialiteit of retoriek.
But he put his gifts into cold storage that morning: this was a moment that was neither for conviviality nor rhetoric.

Een jovialiteit die pas als die bubbel knapte haar ware aard zou tonen – argwaan en arrogantie.
Joviality capable of showing itself for what it really was—suspicion and arrogance—only if and when the bubble popped.

Marcellus gezicht stond nu ernstig, alle jovialiteit was verdwenen.
Marcellus’ face was serious now, all amiability vanished.

Aan elke vorm van jovialiteit was nu een einde gekomen.
That was the end of any joviality on their part.

Maloof nam het groepje eens op maar trof daar niet meer jovialiteit aan dan tijdens de eerste zitting.
Maloof surveyed the group, but found no more bonhomie now than at the previous session.