uitschelden oor Frans

uitschelden

/ˈœtsxɛldə(n)/, /ˈœytsxɛldə(n)/ werkwoord

iemand met scheldwoorden bewerken

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Frans

insulter

werkwoord

iemand met scheldwoorden bewerken

Ik scheld u niet uit en laat me niet uitschelden door u.
Je ne vous insulterai pas et je ne vous permettrai pas de m'insulter.

injurier

werkwoord

iemand met scheldwoorden bewerken

Het kind werd uitgescholden, Melissa werd voor heks uitgemaakt.
Les gens ont injurié la petite, traité Melissa de sorcière.

agonir

werkwoord

abus · invectiver · outrager · gronder · blamer · reprimander · vilipender · offenser

Soortgelyke frases

elkaar uitschelden
s'insulter

voorbeelde

Je had de man met het wapen niet hoeven uitschelden.
Tant mieux parce que je me débrouillais très bien avant que tu t'enflammes sur celui qui tenait le flingue.

Ik was even rustig als anders, maar Tangua bleef mij uitschelden.
J’étais calme comme d’habitude, mais Tangua déversait sur moi un flot d’injures intarissables.

Misschien komt het doordat ze me constant uitscheld zoals m'n moeder.
C'est peut-être parce qu'elle m'insulte, comme maman.

Barbro wist niet of ze het aan Anders moest uitleggen, de kinderen moest troosten of Ursula moest uitschelden.
Barbro n’avait pas su quoi faire en premier, tout expliquer à Anders, réconforter les enfants, ou insulter Ursula.

Je had me niet moeten uitschelden.
Tu n'aurais pas dû m'insulter.

Je had'm niet zo moeten uitschelden.
Avant ou après que tu l'aies insulté?

Het eerste wat ze deed, was me uitschelden omdat ik Lip eruit gezet had.
La première chose qu'elle ait faite était de me reprocher d'avoir fichu Lip dehors.

Iemand uitschelden
Insulter quelqu’un

‘George, misschien weet je het niet, maar je was Dieter aan het uitschelden alsof je...’ ‘Ja, natuurlijk.
— George, vous l’ignorez peut-être, mais vous hurliez des insultes à Dieter, comme si... — Oui, bien sûr.

Je mag me uitschelden voor wat je wilt, maar ik weet zeker... dat als ik kom te overlijden, ik toestemming krijg... om het paradijs te betreden.
Vous pouvez m'insulter, mais je maintiens ma position: le jour de ma rencontre avec mon Créateur, moi, je serai autorisé à passer les portes de la gloire éternelle.

‘Ellen,’ zei Homer plechtig, ‘ik zal je nooit meer uitschelden voor stom, debiel, koppig kreng.’
— Ellie, fit Homer sur un ton solennel, je ne te traiterai plus jamais de stupide tête de mule

Ik gebruikte ook harde woorden en liet hem zelfs door mijn dochtertje uitschelden.
Je le reprenais sévèrement, et je disais même à ma fille de l’attraper.

- 'Agent,' vroeg Raymond vervolgens, 'mag dat van de wet: iemand voor een pooier uitschelden?'
C’est un maquereau.» — «Monsieur l’agent, a demandé alors Raymond, c’est dans la loi, ça, de dire maquereau à un homme?»

In het Castiliaans, herinnert hij zich, kan hij mensen uitschelden.
En castillan, se souvient-il, il peut insulter les gens

Wij zijn niet begonnen met uitschelden.
On a pas commencé avec l'appellation.

Dan mag hij me blijven uitschelden.
Alors, il peut me traiter de minable autant qu'il veut.

Ze wil hem niet op straat uitschelden.
Elle n’a pas envie de crier après lui dans la rue

Uitschelden Vanaf dat ik een kleuter was totdat ik de deur uitging, ben ik uitgescholden.
Agressions verbales Depuis ma plus tendre enfance jusqu’à mon départ de la maison, je n’ai cessé d’être insultée.

Straks mag je me uitschelden
Vous pourrez me crier dessus plus tard

Hij had op uitschelden, beschuldigingen en haat gerekend, maar niet op berusting.
Il s’attendait à des insultes, des accusations et de la haine, pas à de la résignation. — Je dois aller en ville.

Mimi blijft me in de gaten houden en uitschelden en ik vraag me af wanneer hij nou eens buiten adem raakt.
Mimi continue à m’insulter et à jouer les monstres ; je me demande s’il finira par s’essouffler un jour.

Ga je nu een man uitschelden die probeert te helpen?
J'ai essayé de t'aider.

Haar uitschelden als ze haar werk niet goed heeft gedaan?
Qui la grondera pour un travail mal fait ?

Je uitschelden of je op straat... je helemaal kapot zou slaan.
Si j'allais t'insulter ou te tabasser, te péter la gueule.

Terisa wilde hem uitschelden – en hem knuffelen alsof hij troost nodig had.
Térisa aurait aimé l’insulter... et lui fit un geste amical, apaisant, comme s’il avait besoin de réconfort.