Proteïne-precursor oor Portugees

Proteïne-precursor

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Portugees

proteína precursora

voorbeelde

Sommige proteïne-precursors worden gesecerneerd door de cel.
Algumas proteínas precursoras são secretadas a partir da célula.

Proteïne-precursors worden door een organisme gebruikt indien het proteïne op één of andere manier potentieel schadelijk is, maar toch aanwezig moet zijn in het metabolisme.
Proteínas precursoras são muitas vezes utilizadas por um organismo quando a proteína subsequente é potencialmente prejudicial, mas precisa estar disponível no curto prazo e/ou em grandes quantidades.

De naam van de precursor voor zo'n proteïne wordt meestal voorafgegaan door het prefix pro-.
O nome do precursor de uma proteína é muitas vezes o prefixo pró-.

Storende en kruisreagerende stoffen/agentia, die sterk variëren afhankelijk van het type assay en de opzet daarvan, zouden kunnen voortvloeien uit exogene of endogene bronnen zoals: a) stoffen die worden gebruikt voor de behandeling van patiënten (bv. geneesmiddelen); b) stoffen die door de patiënt worden ingenomen (bv. alcohol, voedsel); c) stoffen die tijdens de bereiding van het specimen worden toegevoegd (bv. conserveermiddelen, stabilisatoren); d) stoffen die worden aangetroffen in specifieke soorten specimens (bv. hemoglobine, lipiden, bilirubine, proteïnen); e) analyten van soortgelijke structuur (bv. precursoren, metabolieten) of medische aandoeningen die geen verband houden met de testaandoening, met inbegrip van specimens die negatief zijn voor de assay, maar positief voor een aandoening die de testaandoening kan nabootsen.
As substâncias/agentes que podem interferir ou provocar reações cruzadas variam muito em função do tipo e da conceção do ensaio e podem provir de fontes exógenas ou endógenas: a) Substâncias utilizadas para o tratamento do doente (por exemplo medicamentos); b) Substâncias ingeridas pelo doente (por exemplo álcool, alimentos); c) Substâncias adicionadas durante a preparação da amostra (por exemplo conservantes e estabilizadores); d) Substâncias que se encontram em determinados tipos de amostras (por exemplo hemoglobina, lípidos, bilirrubina, proteínas); e) Analitos de estrutura semelhante (por exemplo precursores, metabolitos) ou condições médicas não relacionadas com a que é analisada, incluindo amostras com resultados negativos para o ensaio mas positivos para uma condição médica que pode mimetizar a que é analisada.