Glare oor Nederlands

Glare

Vertalings in die woordeboek Duits - Nederlands

glare

voorbeelde

„Ja, Glar“ und „Nein, Glar“ hauchten sie.
'ja, Glar,' en 'Nee, Glar,' zwijmelden ze.

Das Tierchen, der Glar und ich blieben, und er schien recht beeindruckt davon, wie mich die Wüste fesselte.
Het beest en ik en de Glar bleven zitten en hij was nogal onder de indruk dat de woestijn me zo boeide.

Er war als Glar Assule bekannt, wobei der Glar vermutlich selbst verliehen war.
Hij stond bekend als Glar Assule; dat glar had hij er kennelijk zelf aan toegevoegd.

Ich möchte ein Flugzeug zurück in die Stadt, sagte ich zu dem Glar.
'Ik wil een vliegtuig terug naar de stad,' zei ik tegen de Glar.

„Ja, Glar“ und „Nein, Glar“ hauchten sie.
‘Ja, Glar,’ en ‘Nee, Glar,’ zwijmelden ze.

Tatsächlich, begann der Glar großspurig, sollten die Freiwilligen, auf die ich hoffte, nicht den Jangs angehören.
`Nou, eigenlijk,' zei Glar Assule neerbuigend, 'waren de vrijwilligers waar ik op hoopte niet precies Jang.'

„Hier sind wir“, sagte der Glar großtuerisch, als ob er das alles erfunden hätte.
‘We zijn er,’ zei de Glar met een grandioos gebaar alsof hij het zelf had uitgevonden.

„Hier sind wir“, sagte der Glar großtuerisch, als ob er das alles erfunden hätte.
`We zijn er,' zei de Glar met een grandioos gebaar alsof hij het zelf had uitgevonden.

Glare, für die Haftung.
Eiwit, voor de adhesie.