frictional unemployment oor Nederlands

frictional unemployment

naamwoord

(economics) A type of unemployment explained by people being temporarily between jobs, searching for new ones. Labour market is regarded as being in the state of full employment, if frictional unemployment is the only kind of unemployment present.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

Frictiewerkloosheid

unemployment from time spent between jobs when a worker is searching for, or transitioning from one job to another

This leads to high percentages of friction unemployment.
Deze leidt tot hoge percentages van frictiewerkloosheid.

voorbeelde

This leads to high percentages of friction unemployment.
Deze leidt tot hoge percentages van frictiewerkloosheid.

This leads to high percentages of friction unemployment
Deze leidt tot hoge percentages van frictiewerkloosheid

In some Member States, there is now a situation near to classical full employment, where most of the unemployed are temporarily switching between jobs (frictional unemployment).
In sommige lidstaten is er nu sprake van een situatie die dichtbij de klassieke volledige werkgelegenheid ligt, waarbij het grootste gedeelte van de werkloosheid te verklaren is door het overstappen van de ene naar de andere baan (wrijvingswerkloosheid).

What must also be borne in mind is the need to reduce frictional unemployment and the fact that there have been a number of successes, for example in the Scandinavian countries, achieved thanks to investment in training.
Te denken valt eveneens aan de noodzaak de overgangswerkloosheid terug te dringen en aan een aantal succesgevallen, bijvoorbeeld in de Scandinavische landen, die te danken zijn aan investeringen in opleiding.

While more rigid labour market institutions tend to create obstacles to the reallocation of labour from declining to expanding activities, high labour turnover can also be associated with welfare costs, such as high frictional unemployment, matching costs, a loss of specific human capital, as well as possible higher spending on unemployment benefits.
Terwijl rigide arbeidsmarktinstellingen ertoe neigen obstakels op te werpen voor de herverdeling van arbeid van in verval zijnde naar expanderende activiteitssectoren, kan een hoog personeelsverloop ook gepaard gaan met hogere socialezekerheidskosten, zoals hoge frictionele werkloosheid, arbeidsbemiddelingskosten, een verlies van specifiek menselijk kapitaal, alsook mogelijke hogere uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen.

Even though it may not be possible fully to achieve the low rates of unemployment of the period 1960 to 1973 (EUR 15: 2,4 %; Germany: 0,7 %) since we may now have a higher level of frictional unemployment, it would nonetheless seem legitimate to regard rates of the order of 3 % as achievable (Netherlands - 2000: 2,4 %!).
Ook al zijn de lage werkloosheidscijfers uit de periode 1960-1973 (EUR-15: 2,4 %; D: 0,7 %) wegens een misschien hogere frictiewerkloosheid niet meer volledig haalbaar, toch lijken cijfers in de orde van grootte van 3 % realiseerbaar. (NL 2000: 2,4 %!).

THE NEW ANTI-UNEMPLOYMENT MEASURES PROPOSED IN THE GOVERNMENT'S PROGRAMME ( INCLUDING TRAINEESHIPS AND PART-TIME WORKING ) SEEK TO SOLVE , BY MEANS OF TEMPORARY MEASURES , THE PROBLEMS OF FRICTIONAL OR STRUCTURAL UNEMPLOYMENT LIKELY TO BE CAUSED BY THE RATHER UNFAVOURABLE OUTLOOK FOR EMPLOYMENT IN THE TERTIARY SECTOR .
De nieuwe maatregelen ter bestrijding van de werkloosheid in het kader van het regeringsprogramma ( met name stages en deeltijdarbeid ) beogen voor het overige door middel van tijdelijke oplossingen de problemen in verband met frictie - en structurele werkloosheid te ondervangen , die door de weinig gunstige werkgelegenheidsperspectieven in de tertiaire sector worden aangekondigd .

There will always be some people looking to change jobs, commonly referred to as frictional unemployment.
Er zijn altijd mensen die op zoek zijn naar een andere baan, wat ook wel de frictiewerkloosheid wordt genoemd.

Frictional unemployment is characterized by a short period of searching and waiting for a new job.
Wrede werkloosheid wordt gekenmerkt door een korte periode van zoeken en wachten op een nieuwe baan.

Does dual training lead to less friction in the labour market, such as shorter spells of unemployment, and better skills matching?
Zorgt duaal onderwijs voor minder frictie op de arbeidsmarkt, zoals kortere perioden van werkloosheid, en voor een betere afstemming van vaardigheden?

Frictional unemployment is typical for people who have recently lost their jobs and are looking for a new job.
Wrede werkloosheid is typisch voor mensen die recentelijk hun baan zijn kwijtgeraakt en op zoek zijn naar een nieuwe baan.

Unemployment may be temporarily lower, if the inflation is a surprise, but in the long run unemployment will be determined by the frictions and imperfections of the labor market.
Weliswaar kan de werkloosheid tijdelijk op een lager niveau worden gebracht, dit als de inflatie als een verrassing komt, maar op de lange termijn zal de werkloosheid helemaal worden bepaald door de fricties en de imperfecties op de arbeidsmarkt.

The analysis of Beveridge curves, which show the year-by-year evolution of unemployment and vacancies and allow frictions and mismatches in the labour market to be detected, is less conclusive and limited by available data.
De analyse van de Beveridge-curven - die de jaarlijkse ontwikkeling van de werkloosheid en vacatures tonen en het mogelijk maken om fricties en een wanverhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt vast te stellen - is minder overtuigend en door het gebrek aan beschikbare gegevens van beperkte waarde.

Unemployment rose from 5.2% in 2012 to 6.1% in 2014, as the structural transition from mining investments to mining exports has created an element of frictional unemployment that will take time to absorb.
De werkloosheid groeide van 5,2% in 2012 naar 6,1% in 2014, omdat de structurele overgang van investeringen in de mijnbouw naar de export van mijnbouwproducten is uitgemond in frictiewerkloosheid die pas na verloop van tijd zal zijn weggewerkt.

Unemployment rose from 5.2 % in 2012 to 5.6 % in 2013, as the structural transition from mining investment to mining exports has created an element of frictional unemployment that will take time to absorb.
De werkloosheid groeide van 5,2% in 2012 naar 6,1% in 2014, omdat de structurele overgang van investeringen in de mijnbouw naar de export van mijnbouwproducten is uitgemond in frictiewerkloosheid die pas na verloop van tijd zal zijn weggewerkt.

Unemployment rose from 5.2% in 2012 to 6.1% in 2014, as the structural transition away from mining investment to mining exports has created an element of frictional unemployment that will take time to absorb.
De werkloosheid groeide van 5,2% in 2012 naar 6,1% in 2014, omdat de structurele overgang van investeringen in de mijnbouw naar de export van mijnbouwproducten is uitgemond in frictiewerkloosheid die pas na verloop van tijd zal zijn weggewerkt.

This model, with so-called search frictions, helps to explain why unemployment rates can be high while there are so many vacancies to fill.
Dat model, met zogenaamde zoekfricties of search frictions, helpt verklaren waarom er veel werklozen kunnen zijn wanneer er tegelijkertijd veel openstaande vacatures zijn.

The deterioration might be the consequence of mismatches between skills and educational qualifications required for a certain job, rising long term unemployment, inadequate response to demographical changes and inefficiencies in the services offered by employment services, It may also however, be the consequence of frictions and barriers to geographical and occupational mobility and asymmetric information between employers and employees.
De verslechtering kan een gevolg zijn van een slechte afstemming tussen vaardigheden en opleidingskwalificaties die voor een bepaalde baan vereist zijn, de toename van langdurige werkloosheid, onvoldoende inspelen op demografische veranderingen en gebrekkige efficiëntie van de diensten voor arbeidsbemiddeling. Dit kan echter ook een gevolg zijn van spanningen en belemmeringen op het gebied van geografische mobiliteit en beroepsmobiliteit, en van asymmetrische informatie tussen werkgevers en werknemers.