liven oor Nederlands

liven

werkwoord

(transitive and intransitive) To cause to be more lively.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

opvrolijken

You just livened up a very boring night in the Gilmore house.
Je hebt zojuist een saaie avond in het Gilmore-huis opgevrolijkt.

Soortgelyke frases

liven up
opvrolijken

voorbeelde

You need something to liven up your house
Lets om je huis te verlevendigen

Personally, I’d have thought it might liven things up a little.
Persoonlijk denk ik dat het de boel wat levendiger zou maken.

Well, that should liven up the pace around here... for a Sunday afternoon.
Dat zorgt voor wat leven in de brouwerij op een zondagmiddag.

I see, the color of the Union uniform, it has livened up a bit.
Het zien van de kleur van je Unie uniform maakt hem'n beetje opgewonden.

Hence the need for something to liven it up.
Vandaar de behoefte om een en ander wat op te peppen.

Nan was exactly the kind of person that would have livened up Westlands.
Nan was precies de juiste persoon geweest om de Westlands wat op te fleuren.

But with us there, she began to liven up.
Maar toen wij er waren begon ze op te leven.

Try and liven them up.
Probeer ze wat op te fleuren.

There was much laughter, for this bet of Jussome’s would liven up the game.
Vele krijgers begonnen te schateren, want deze inzet van Jussome zou het spel verlevendigen.

Just a song or two, to liven up the party.”
Een paar liedjes maar om het feest wat op te vrolijken.'

“This weather became so tedious, we decided to liven things up with a little winter house party.
‘Het weer werd zo vreselijk saai dat we besloten de boel wat op te fleuren met een klein winterfeestje bij ons thuis.

The spectators began to liven up, like men standing over gamblers whose wagers are huge.
Nu begon er wat leven te komen in de toeschouwers, zoals omstanders bij spelers die hoog inzetten.

They liven the game up,” she replied.
Ze geven het spel jeu,’ reageerde ze.

He’d thought the casino would liven his spirits.
Hij had gedacht dat het casino hem zou opvrolijken.

The plant livens it up.
De plant maakt hem levendig.

Orlando livened things up a bit.”
Orlando bracht een beetje leven in de brouwerij.’

Once in a while, the sun came out, which livened up the tourists.
Af en toe brak de zon door, waardoor de toeristen opfleurden.

“I’m thankful for this family, and for two little rascals who’ve livened up my life.”
‘Ik ben dankbaar voor deze familie en voor twee kleine deugnieten die mijn bestaan verlevendigd hebben.’

Nothing livens up a room like good window dressing.
Niets staat zo knus als mooie stoffering.

“Anytime you start getting bored, my friend, I think that might be a way to liven up your day.”
‘Als je je begint te vervelen... Het is dé manier om je dag wat te verlevendigen.’

Once Jill had been old enough to join in, her presence had livened things up.
Toen Jill oud genoeg was om bij hen aan tafel te zitten, had haar aanwezigheid de sfeer wat opgevrolijkt.

Well, I shall liven things up for you a bit, lieutenant.
Ik zal het wat levendiger maken.

She came here because she heard rumors about you, and she needs a curiosity to liven her ball.
Ze kwam hier omdat ze praatjes over u gehoord had en ze heeft iets nodig om haar bal een interessant tintje te geven.

Since I can hear your voice and it's snowing now, the ambience in my car is livened up.
Omdat ik je stem nu kan horen en het tevens sneeuwt buiten, is de sfeer in m'n auto flink verbeterd.

It wants livening up a bit.
't Kan wat vrolijker.