sickly oor Nederlands

sickly

/ˈsɪkli/ adjektief, werkwoord, bywoord

Frequently ill; often in poor health; given to becoming ill.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

ziekelijk

adjektief

geneigd om vaak ziek te zijn

Look at the boys, already so thin, so sickly.
Kijk de jongens nou, zo dun en ziekelijk.

misselijk

adjektief

Serves them right, those Yuletide-loving sickly-sweet, nog-sucking cheer mongers!
Dat zal ze leren, die Kerstmisliefhebbende... misselijk zoete, advocaatlikkende vrolijke kramers!

ongezond

There is an odd smell, sort of sickly sweet.
Er hangt een ongezonde zoete geur.

bleek · mager · spichtig · schraal

Sickly

voorbeelde

There was nobody who didn’t love its sickly chocolatey-ness – it’s the original crowd pleaser.
Er was niemand die niet hield van de inzoete chocoladesmaak, dit is een absolute publiekslieveling.

It amazes me that he was a sickly, syphilitic, skint man.
Het verwondert me dat hij een syfilislijder was, een ziekelijk iemand, met korte armen.

It was a sickly sweet draught, and painful to swallow, but I did my best.
Het was een weeïg zoet drankje, pijnlijk om door te slikken, maar ik deed mijn best.

No politician with the brains God gave a snail would want to campaign behind a sickly, senile old man.
Geen enkele politicus met een beetje verstand zou campagne willen voeren voor een ziekelijke, seniele oude man.

There was only one observer, Harry Crater, a sickly looking fellow.
Er was maar één toeschouwer, Harry Crater, een nogal ziekelijk uitziende man.

Elisabeth Holec, though a frail, sickly 18-year-old girl, was also firm and determined in her stand for the truth.
Elisabeth Holec was, al was zij een teer, ziekelijk meisje van achttien jaar, eveneens standvastig en vastberaden in haar standpunt voor de waarheid.

"""Aye, and from all accounts a sickly one, so with all his haste Lot still may not have got himself an heir."""
'Ja, en ziekelijk, naar ik hoor, zodat Lot met al zijn haast misschien toch geen erfgenaam heeft gekregen.'

Jess is a great one with the sickly lambs.”
Jess is geweldig met zieke lammetjes.'

All trace of blue was erased from the sky to be replaced by a sickly jaundiced hue.
Al het blauw was uit de lucht verdwenen en vervangen door een ziekelijk gele gloed.

Stinking of urine, and danger, and something sickly sweet that Thorne couldn’t quite place.
Stinkend naar urine, en gevaar, en iets walgelijk zoetigs wat Thorne niet goed thuis kon brengen.

Even if she weren't too sickly she'd not wanna see the murderer of her brothers.
Zelfs als ze niet ziek was... zou ze de moordenaar van haar broers niet willen zien.

It’s insanely, sickly sweet, but you can still taste the lemon and tea flavors underneath.
Het smaakt krankzinnig lekker, heel zoet, maar toch proef je de citroen en de thee erdoorheen.

It’s all tomfoolery, all deception,” he decided as soon as he became aware of the familiar, sickly, hopeless taste.
Het is allemaal flauwekul, allemaal bedrog,” besloot hij zodra hij de bekende, walgelijke, en hopeloze smaak proefde.

He hated hospitals, especially the smell, that foul, sickly stench of sweat mixed with antiseptic.
Hij haatte ziekenhuizen, vooral de lucht, die smerige weeïge lucht van angstzweet vermengd met ontsmettingsmiddel.

Dorian saw at once that they had fobbed him off with the oldest and most sickly.
Dorian zag onmiddellijk dat ze hem met de oudste en ziekelijkste vrouwen hadden opgezadeld.

Not only are they nonsense but they’re a bit too sickly and sycophantic for my stomach.
Niet alleen staat er allemaal onzin in, maar ik word ook een beetje misselijk van al die pluimstrijkerij.

I thought I had detected the sickly sweet smell of maple syrup and socialized medicine.
Alhoewel ik de ziekelijk zoete geur van ahornsiroop opgemerkt had En de gesocialiseerde geneeskunde.

Neglect made him sickly,
Hij werd ziek door verwaarlozing.

He was in a dank cell with sickly white ceramic walls and a drainage grate in the floor.
Hij zat in een vochtige cel met akelig witte betegelde muren en een afvoerrooster in de vloer.

Hart’s town coach was pulling to a halt under the gaslights, which were turning the now-misty air a sickly yellow.
Harts koets kwam net tot stilstand onder de gaslantaarns, die de mist een ziekelijk gele gloed gaven.

~ I’m stuck in the house with my mother: at one month old, I’m sickly and I must be kept warm.
§ Ik zit thuis opgesloten met mijn moeder: amper een maand oud, ben ik ziekelijk en moet warm gehouden worden.

He saw James and grimaced, remembering the shattering glass and the sickly fall afterward.
Hij zag James en grimaste, herinnerde het versplinterde glas en de misselijk makende val hierna.

“I hope you are not feeling too sickly, because I was hoping you could help me this evening.”
‘Ik hoop dat je je niet te naar voelt, want ik zou het fijn vinden als je me vanavond zou kunnen helpen.’

Oh, he's a sickly fellow.
Oh, hij is een ziekelijke kerel.

The sickly air of the basement was oppressive, and all he wanted at that moment was to be out of there.
De misselijkmakende lucht in de kelder was benauwend en alles wat hij op dat moment wilde was daar wegwezen.