unadorned oor Nederlands

unadorned

adjektief

Having no additional decoration or embellishment; plain and simple

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

kaal

adjektief

Having no additional decoration

Soortgelyke frases

Unadorned Rock-wallaby
Petrogale inornata

Unadorned Flycatcher
Carrikers Tiran

voorbeelde

Perhaps purposely ordinary and unadorned?
Misschien met opzet alledaags en onopgesmukt?

The four sides were identical, unadorned, shimmering white.
De vier zijden waren identiek, onversierd, glimmerend wit.

Tom knew his father would settle for nothing less than the plain, unadorned truth.
Tom wist dat zijn vader geen genoegen zou nemen met minder dan de naakte, onverbloemde waarheid.

She was wearing an unadorned white bra, and her nipples were already hardened peaks beneath the material.
Ze droeg een witte beha zonder opsmuk en haar tepels waren al hard en puntig onder het materiaal.

Her question was similarly unadorned and guileless: “Will you come with us?”
Haar vraag was even onopgesmukt en argeloos: 'Kom je met ons mee?'

In 2004 the temple was rededicated following renovations, which included placing a figure of the angel Moroni atop the previously unadorned spire.
In 2004 is de tempel na een uitgebreide renovatie opnieuw ingewijd.

— Löwengasse 49 was a simple, unadorned building.
Löwengasse 49 was een eenvoudig, onopgesmukt gebouw.

A chapel, with carved stone walls and twin rows of benches that faced a simple, unadorned pedestal altar.
Een kapel, met versierde stenen wanden en twee rijen bankjes voor een eenvoudig, onversierd altaar.

A rear service elevator—an unadorned, clanky steel box with an accordion door took him down to Subbasement C.
Een dienstlift aan de achterkant, een onafgewerkte stalen doos met een vouwdeur, bracht hem naar kelder c.

Fet missed her long hair, but there was something beautiful and spare about her unadorned face.
Fet miste haar lange haar, maar er was iets moois en zuivers aan haar onopgesmukte gezicht.

The mill stood unadorned as though nothing unusual had ever happened there.
Het gebouw stond er kaal bij, alsof daar nooit iets bijzonders was gebeurd.

The first time should be unadorned—the myriad of variation on that one simple act should be revealed slowly, in time.
De duizenden variaties op die ene simpele daad zouden te zijner tijd geleidelijk moeten worden onthuld.

His clothes were simple but well made, unadorned but clearly expensive.
Zijn kleren waren eenvoudig maar van goede snit, zonder opsmuk maar duidelijk duur.

The front door itself was a slab of unadorned wood, painted white to match the rest of the trim.
De voordeur zelf bestond uit een onbewerkt houten paneel dat, net als de rest van het houtwerk, wit was geschilderd.

Puritan moral codes were as simple and unadorned as their houses and clothes.
De puriteinse morele normen waren even eenvoudig en onopgesmukt als hun huizen en kleding.

Unadorned.
Onopgesmukt.

The barman had roses and a treble clef, a cross, a woman’s face ... so much detail, so little unadorned flesh.
De barman had rozen en een G-sleutel, een kruis, een vrouwengezicht... zoveel details, zo weinig onversierde huid.

The latter were awaiting Katla's fine niello work, and were as yet dull and unadorned.
Die wachtten nog op Katla’s fijne niëllobewerking en waren nog dof en onversierd.

I will give you the truth, whole and unadorned.
Ik zal je de waarheid vertellen, de volledige en onopgesmukte waarheid.

But the room itself caught my attention: it was stark white, entirely unadorned.
Maar mijn aandacht werd getrokken door de kamer zelf: die was schril wit, zonder enige versiering.

She wore a simple cotton gown, and was unadorned with jewelry or any other sign of class or authority.
Ze droeg een eenvoudige katoenen jurk zonder juwelen of andere opsmuk die haar rang of autoriteit aangaven.

Margaret knocked on the unadorned door and, when no answer was forthcoming, pushed it open.
Margaret klopte op die laatste deur en toen er niet werd gereageerd, duwde ze hem open.

A heavy double door loomed at the far end of this collection, black and unadorned, as inviting as a scaffold.
Een zware dubbele deur doemde achter aan de verzameling op, zwart en onversierd, even uitnodigend als een schavot.

His plain, unadorned robes marked him as a great wizard.
Zijn eenvoudige, onopgesmukte kleding karakteriseerde hem als een groot tovenaar.

Standing at the unadorned Protestant altar was a man with a crewcut and bright, friendly eyes.
Achter een sober protestants altaar stond een man met kort haar en vriendelijk glinsterende ogen.