Épître aux Colossiens oor Nederlands

Épître aux Colossiens

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

Brief van Paulus aan de Kolossenzen

voorbeelde

L’épître aux Colossiens a été envoyée par Paul et Timothée (voir Colossiens 1:1, 23 ; 4:18).
De brief aan de Kolossenzen is door Paulus en Timotheüs geschreven (zie Kolossenzen 1:1, 23; 4:18).

Le chapitre trois de l’épître aux Colossiens Col 3 donne certains conseils appropriés.
Sommige van de dingen die moeten worden gedaan, worden in Kolossenzen drie vermeld.

Il écrivit l’épître aux Colossiens après avoir appris que les saints de Colosses tombaient dans de graves erreurs.
Paulus heeft de brief aan de Kolossenzen geschreven ten gevolge van een bericht dat de heiligen te Kolosse bezig waren ernstig af te dwalen.

Il termine l’épître aux Colossiens par des louanges, des salutations et quelques dernières recommandations et bénédictions.
Hij sluit zijn brief aan de Kolossenzen af met lofprijzingen, begroetingen en zijn laatste instructies en zegens.

Paul écrit son épître aux Colossiens après avoir appris qu’ils tombaient dans de graves erreurs (voir Guide des Écritures, « Épîtres de Paul »).
Paulus schreef zijn brief aan de Kolossenzen omdat hij had gehoord dat ze ernstig afdwaalden. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Brieven van Paulus’.)

Bien que semblables sous de nombreux rapports, les épîtres aux Colossiens et aux Éphésiens sont différentes et ont été adressées à des congrégations qui avaient chacune des problèmes particuliers.
Hoewel de brieven aan de Kolossenzen en de Efeziërs misschien in veel opzichten overeenkomst vertonen, lijdt het geen twijfel dat elke brief een eigen karakter draagt en tot een bepaalde gemeente met haar eigen omstandigheden of problemen is gericht.

Dans l’épître aux Colossiens, Paul contredit les enseignements erronés dispensés à Colosses en soulignant la divinité, la mission salvatrice et la prééminence de Jésus-Christ (voir Colossiens 1:15-23).
In zijn brief aan de Kolossenzen weerlegde Paulus de valse leerstellingen in Kolosse door nadruk te leggen op de goddelijke natuur, de verlossende zending en de uitmuntendheid van Jezus Christus (zie Kolossenzen 1:15–23).

25 Dans l’épître aux Colossiens (3:5-10) il est écrit : “ Faites donc mourir les membres qui sont sur la terre, l’impudicité, l’impureté, les passions, les mauvais désirs, et la cupidité, qui est une idolâtrie.
25 In Kolossenzen 3:5-10 (NW) wordt gezegd: „Doodt daarom uw lichaamsleden die op aarde zijn ten aanzien van hoererij, onreinheid, sexuele begeerte, nadelige verlangens, en begerigheid, hetwelk afgoderij is.

Dans l’épître aux Colossiens 3:9, 10 il est conseillé ce qui suit : “ [Dépouillez- vous] du vieil homme et de ses œuvres, et [revêtez- vous] de l’homme nouveau qui se renouvelle, dans la connaissance [exacte, NW] selon l’image de celui qui l’a créé.
In Kolossenzen 3:9, 10 (NW) wordt aangeraden: „Trekt de oude persoonlijkheid met haar praktijken uit, en bekleedt u met de nieuwe persoonlijkheid die door nauwkeurige kennis wordt vernieuwd overeenkomstig het beeld van degene die ze schiep.”

Épître de Paul aux Colossiens
Paulus’ brief aan de Kolossenzen

Colossiens, épître aux
Kolossenzen, brief aan de

Expliquez que la Bible contient l’épître de Paul aux Colossiens, mais l’épître de Laodicée que Paul mentionne est perdue et ne se trouve pas dans la Bible aujourd’hui, pas plus que d’autres épîtres de Paul (voir 1 Corinthiens 5:9 ; Éphésiens 3:3).
Leg uit dat de Bijbel de brief aan de Kolossenzen bevat, maar dat de brief aan Laodicea verloren is gegaan en niet in de Bijbel is te vinden, evenals andere brieven van Paulus (zie 1 Korinthe 5:9); Efeze 3:3).

Il contient (dans l'ordre) les huit derniers chapitres de l'épitre aux Romains ; toute la lettre aux Hébreux ; virtuellement toute l'épitre aux Corinthiens ; toute l'épitre aux Éphésiens, aux Galates, aux Philippiens, aux Colossiens; et deux chapitres de la première épitre aux Thessaloniciens.
Volgens de website Bible Research bevat het (in volgorde) "de laatste acht hoofdstukken van Romeinen; de gehele brief aan de Hebreeën; vrijwel alles van 1 Korintiërs en 2 Korintiërs; geheel Efeziërs, Galaten, Filippenzen en Kolossenzen en twee hoofdstukken van 1 Tessalonicenzen.

Il écrivit aussi des épîtres, ou lettres, aux Éphésiens, aux Philippiens et aux Colossiens et, tandis qu’il était en prison, à Timothée et à Philémon.
Tijdens zijn gevangenschap in Rome schrijft hij tevens brieven aan de Efeziërs, de Filippenzen, de Kolossenzen, en aan Timotheüs en Filemon.

Expliquez que Paul écrit une épître aux membres de l’Église de Colosses (appelés les Colossiens) après avoir été informé de la présence d’influences et de faux enseignements qui menacent de les déraciner de leur foi en Jésus-Christ.
Leg uit dat Paulus een brief aan de leden van de kerk in Kolosse schreef, nadat hij van de invloeden en valse leerstellingen had gehoord die hen van hun geloof in Jezus Christus dreigden los te rukken.

Par contre, dans sa lettre aux Colossiens, Paul réfute certaines fausses doctrines, ce qu’il ne jugea pas utile de faire dans les épîtres qu’il adressa aux deux autres congrégations durant sa captivité.
Aan de andere kant weerlegt Paulus in zijn brief aan de Kolossenzen bepaalde valse leringen, hetgeen hij niet nodig achtte in de brieven te doen die hij vanuit de gevangenis aan de beide andere gemeenten schreef.

En réalité, il n’existe pas deux épîtres de Paul aussi semblables, d’une part parce que sur les 155 versets de la lettre aux Éphésiens, 78 se ressemblent beaucoup ou sont même identiques au texte de la lettre aux Colossiens, et d’autre part parce que les épîtres s’ordonnent de la même façon.
Niet alleen lijken zo’n 78 van de 155 verzen van Efeziërs heel veel op of zijn zelfs identiek aan wat in Kolossenzen wordt aangetroffen, maar ook de samenstelling van het materiaal is hetzelfde.

Dans son épître aux Éphésiens, Paul se réfère directement aux Écritures hébraïques, ce qu’il ne fait pas dans sa lettre aux Colossiens, pas plus d’ailleurs que dans celle aux Philippiens.
In Efeziërs haalt Paulus rechtstreeks de Hebreeuwse Geschriften aan doch dat doet hij niet in Kolossenzen, evenmin als hij dit in zijn brief aan de Filippenzen doet.

Les hymnes qui ouvrent les Epîtres aux Ephésiens y aux Colossiens nous rappellent que the réconciliation dont nous faisons actuellement l'expérience n'est pas complète.
De hymnen, waarmee Efeziërs en Kolossenzen openen, maken ons duidelijk, dat de verzoening, die we ervaren, niet volledig is.

Mais dans Galates 3:24 et 25 et Colossiens 2:14 il est montré que l’alliance de la loi prit fin avec la mort et la résurrection du Christ, et de l’épître aux Hébreux, chapitre 7, il ressort que la loi ainsi que le “ sacerdoce perpétuel ” prirent fin.
Uit Galaten 3:24, 25 en Kolossenzen 2:14 blijkt echter dat er met de dood en opstanding van Christus een einde aan het wetsverbond is gekomen en volgens het 7de hoofdstuk van Hebreeën is zowel de wet als het „eeuwige priesterschap” geëindigd.

Ce n'est que lorsque le Seigneur sera tout en tous que la réconciliation sera totale.Les hymnes qui ouvrent les Epîtres aux Ephésiens et aux Colossiens nous rappellent que la réconciliation dont nous faisons actuellement l'expérience n'est pas complète.
Volle verzoening zal er pas zijn als God alles in allen is De hymnen, waarmee Efeziërs en Kolossenzen openen, maken ons duidelijk, dat de verzoening, die we nu ervaren, niet volledig is.

En outre, il y a quatorze épîtres de l’apôtre Paul, écrites dans l’ordre suivant : La première aux Romains, puis deux aux Corinthiens, et aussitôt après celle aux Galates suivie de celle aux Éphésiens, puis celle aux Philippiens, celle aux Colossiens, deux aux Thessaloniciens et celle aux Hébreux ; puis deux à Timothée, mais une à Tite.
Behalve deze zijn er nog veertien brieven van apostel Paulus, die in de volgende volgorde zijn geschreven: De eerste aan de Romeinen, daarna twee aan de Korinthiërs, en vlak na deze aan de Galaten en daarna aan de Efeziërs vervolgens aan de Filippenzen, aan de Kolossenzen, twee aan de Thessalonicenzen en de brief aan de Hebreeën; en vervolgens twee aan Timotheüs, doch één aan Titus.