bien sûr oor Nederlands

bien sûr

[bjɛ̃ syʁ] bywoord

Évidemment, avec évidence, certainement.

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

natuurlijk

bywoord

Expression d'une affirmation positive.

Tom aime ses enfants, bien sûr.
Tom houdt natuurlijk van zijn kinderen.

uiteraard

bywoord

Évidemment, avec évidence, certainement.

Tu peux faire tout ce qui te chante, bien sûr.
Uiteraard kan je doen wat je maar wilt.

tuurlijk

bywoord

Ouais, bien sûr, je me souviens de Jason.
Ja, tuurlijk, ik ken Jason nog wel.

van nature · zeker · beslist · en of · voorzeker · inderdaad · jawel · vanzelfsprekend · waarlijk

voorbeelde

Tout cela se réduit, bien sûr, au soleil.
Waar het uiteindelijk op aan komt is natuurlijk de zon.

— Oui, bien sûr... Écoute, Szafran c'est un ténor du barreau.
Luister, Szafran is een topadvocaat.

Bien sûr.
Natuurlijk heeft hij ze.

Bien sûr!
Natuurlijk is hij daar.

Bien sûr, ce sont tous mes amis.
Tuurlijk, ze zijn allemaal mijn vrienden.

Bien sûr.
Natuurlijk.

Et bien sûr, le personnel médical est en train de réaliser les tests.
Het medische personeel is natuurlijk bezig met hun onderzoeken.

Bien sûr.
Natuurlijk

Bien sûr que si.
Natuurlijk wel.

J'étais au courant bien sûr, mais je ne l'imaginais pas vraiment.
Ik had het wel gehoord, maar kon het me niet goed voorstellen.

Bien sûr, c'est du sang.
Natuurlijk is het bloed.

Inspecteur, j'ai beau être une vieille fille je sais distinguer le batifolage du meurtre. Bien sûr madame...
Inspecteur, ik mag dan een ouwe vrijster zijn... maar ik ken het verschil tussen een dolletje en moord.

Bien sûr, tu as une option.
Natuurlijk heb je een optie.

Bien sûr, je me souviens de vous.
Natuurlijk ken ik je nog.

Oui, bien sûr.
Natuurlijk.

Bien sûr, les tarifs ont augmenté.
Het salaris is natuurlijk wel gestegen.

Bien sûr.
Ja, zeker.

Oui, bien sûr.
Ja, natuurlijk.

Bien sûr, Bulbul – ainsi qu’on l’appelait – n’était pas vraiment un adulte, mais un adolescent d’environ quinze ans.
Bulbul, zoals de mensen hem noemden, zei hij, was natuurlijk niet echt een man, maar een jongen van rond de vijftien.

Bien sûr, cette nation n'existerait pas sans l'Avatar Korra.
Er zou natuurlijk geen luchtnatie zijn zonder Avatar Korra.

– Bien sûr, mais combien de filles se font faire les ongles, couper les cheveux ?
‘Zeker, maar hoeveel meisjes laten hun nagels niet lakken, hun haar niet knippen?

Bien sûr, Jésus était le Fils unique de Dieu.
Uiteraard was Jezus Gods eniggeboren Zoon.