déjà-vu oor Nederlands

déjà-vu

/deʒavy/ naamwoord manlike

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

déjà vu

C'est difficile d'avoir une impression de déjà vu avec une perte de mémoire.
Een déjà vu is lastig als je geen herinneringen hebt.

Soortgelyke frases

Déjà vu
Déjà Vu

Déjà Vu
Déjà Vu

voorbeelde

Avez-vous déjà vu tant d’hommes ne rien faire si bruyamment, vous ?
Heb je ooit zoveel mannen zo druk zien zijn met nietsdoen?

J'ai déjà vu ça.
Ik heb het gezien.

Je ne savais pas que vous aviez déjà vu l’Abbaye.
Ik wist niet dat u de Abbey al eens eerder had gezien.

As-tu déjà vu ça?
Heb je hem ooit gezien?

Tu as déjà vu un acarien?
Heb je ooit een stofmijt gezien?

Tu les as déjà vu ensemble ou?
Heb je ze wel eens samen gezien?

J'ai déjà vu mieux.
Kan mooier.

Vous avez déjà vu ça?
Heeft u dit wel eens eerder gezien?

Elle dit: «Vous savez, on ne môtera pas de lidée que je vous ai déjà vu ailleurs.»
Ze zei: ‘Weet u, ik kan het niet uit mijn hoofd krijgen dat ik u al eerder ergens heb gezien.’

J'ai déjà vu un bon nombre de faussaires capable d'un tel travail.
Ik ken een heleboel vervalsers die zo goed zijn.

Vous avez déjà vu un bébé de trois semaines aussi gros?
Heb je iemand na 3 weken al zo dik gezien?

J' ai un sentiment de déjà- vu
Dat klinkt bekend

Je ne vous ai pas déjà vu passer par ici aujourd’hui ?
Heb ik u hier vandaag al niet eerder gezien?

Je vous ai déjà vu
Ik heb u eerder gezien

Déjà vu l'un d'eux entrer ou sortir de l'appartement d'Eileen Brenner?
Heeft u een van deze mannen Eileen Brenner's appartement in of uit zien gaan?

M’as-tu déjà vu travailler à la maçonnerie, Tab... ?
Heb je me weleens zien metselen, Tab ...?

Avez-vous déjà vu quelque chose à Londres?
‘Hebt u al iets van Londen gezien?’

Il en avait déjà vu une semblable–c’était le modèle qu’ils utilisaient pour transporter le sang à Pyongyang.
Hij had zo’n koelbox eerder gezien – het was het soort doos waarin bloed naar Pyongyang werd vervoerd.

Quelqu' un les a déjà vu?
Heeft iemand van jullie ooit ook maar iemand van het bedrijf gezien?

Comme un déjà vu.
Een déjà vu of zo?

Je t'ai déjà vu, non?
Ik ken jou, is het niet?

— Avez-vous déjà vu cette photo ?
‘Heb je deze foto eerder gezien?’

Archie avait déjà vu cet épisode huit fois.
Archie had het al acht keer gezien.

C’était encore le même homme (combien de fois l’avais-je déjà vu ?
Het was de man die ik al eerder gezien had – hoe vaak?

J'ai déjà vu ça avant.
Ik heb dit eerder gezien.