faire du cheval oor Nederlands

faire du cheval

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

paardrijden

zich, zittend op de rug van een paard, verplaatsen

Je pourrai faire du cheval, dimanche prochain ?
Kan ik nu zondag gaan paardrijden?

voorbeelde

— Parce que Izzy l’a emmenée faire du cheval chez Daphné, répondit Clay tranquillement
‘Omdat Izzy haar meeneemt naar Daphne om te gaan paardrijden,’ zei Clay zacht.

En train de faire du cheval, comme les hommes.
Paardrijden bijvoorbeeld, zoals de mannen doen.

Elle aimait particulièrement les week-ends qu’elle passait à faire du cheval à Bernardsville.
Ze hield vooral van haar paardenweekends in Bernardsville.

Je veux faire du cheval.
Ik wil paardrijden.

« Je suis allé faire du cheval avec Hedda Adlon, répondis-je.
‘Ik ben wezen paardrijden met Hedda Adlon,’ zei ik.

Et quand on sera sorties d'ici, on ira faire du cheval là-bas.
En als we hier klaar zijn, gaan jij en ik daar paardrijden.

Elles n’étaient pas autorisées à faire du cheval ou à assister à des divertissements du soir, en ville.
Ze mochten niet paardrijden of ‘s avonds de stad in.

Et faire du cheval, tous les trois
‘En paardrijden, met ons drietjes.’

J'ai promis aux filles de faire du cheval demain.
Ik zou morgen met m'n dochters gaan paardrijden.

Elle m'a invitée à faire du cheval.
We gaan paardrijden.

— Trois mois après que ma vraie nature a été révélée, mon père m’a emmené faire du cheval.
'Drie maanden nadat mijn ware aard bekend was gemaakt, nam mijn vader me mee uit rijden.

Les robes ne sont pas très pratiques pour faire du cheval et pour camper sur les routes.»
Jurken zijn niets gedaan als je moet paardrijden en langs de weg kamperen.'

Tu vas faire du cheval?
Ga je paardrijden?

Philippe les emmena tous les deux faire du cheval à Évian.
Philippe nam de twee mee om paard te gaan rijden in Évian.

Jusqu'à ce que vous me disiez ce que vous allez faire du cheval.
Net zolang tot je me vertelt wat je met het paard gaat doen.

Pour marcher, nager, faire du cheval.
Wandelen, zwemmen, paardrijden.

Ils viennent de partir faire du cheval avec mon père
Ze zijn toevallig net met mijn vader gaan paardrijden.’

Mais quand j’ai un peu de temps, je vais chercher Maria et je l’emmène faire du cheval.
‘Maar zodra ik even tijd heb, haal ik Maria op en gaan we samen paardrijden.

Demain matin, on devrait aller faire du cheval.
Laten we morgenochtend gaan paardrijden.

—Ici, elle pourra se baigner et faire du cheval.
‘Dan kan ze lekker zwemmen en paardrijden.’

Tu m’avais promis de m’emmener faire du cheval aujourd’hui et je t’ai attendue, attendue, protesta Jonayla.
Je had beloofd dat we vandaag uit rijden zouden gaan en ik maar wachten en wachten,' zei Jonayla.

Elle est allée faire du cheval, ce matin.
Vanmorgen is ze gaan paardrijden.

Emily a dit que son rêve était de faire du cheval avec toi.
Emily zei dat ze samen met jou wilde paardrijden.

On pourrait faire du cheval, ou voir un film, ou du shopping
We zouden kunnen gaan rijden, of een film, of winkelen.

Faire du cheval?
Paardrijden?