rentrer oor Nederlands

rentrer

/ʁɑ̃t.ʁe/, /ʁɑ̃.tʁe/ werkwoord

Pour un objet, être de la taille et de la forme adéquates pour coïncider avec un autre objet.

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

huiswaarts keren

Imaginez le spectacle : les frères rentraient chez eux avec des cargaisons de balais sur leurs motos !
Het laat zich raden wat voor schouwspel dat was toen de broeders huiswaarts keerden, hun motorfietsen afgeladen met bezems!

teruggaan naar huis

Pas depuis qu'elle est rentrée chez elle.
Niet sinds ze terugging naar huis.

terug naar huis gaan

terugkeren · terugkomen · teruggaan · passen · invoeren · ingeven · stallen · inzamelen · inspringen

Soortgelyke frases

rentrée de fonds
kasontvangst

rentrer chez soi
huiswaarts keren · terug naar huis gaan · teruggaan naar huis

Rentrer, gauche et droite
Naar binnen vliegen, links en rechts

Rentrer, Sortir
Naar binnen vliegen, naar buiten vliegen

Rentrée atmosphérique
binnenkomst in de atmosfeer

Rentrer, fondus
Naar binnen vliegen, vervaagt

Astérix et la rentrée gauloise
Het pretpakket

rentrer dans
botsen

L’introuvable rentre chez lui
The Thin Man Goes Home

voorbeelde

Son absence voulait dire une seule chose, une seule : qu'elle était rentrée sans lui et sans sa voiture.
Dat betekende maar een ding: ze was zonder hem en zonder haar auto naar huis gegaan.

Je ne me sentais pas de rentrer directement du bureau à la maison, où il me resterait à attendre le retour de mon mari.
Ik kon gewoon niet direct van kantoor naar huis om daar te wachten tot mijn man thuiskwam.

Rentre.
Ga naar binnen.

Dick doit rentrer faire son gage.
Dick moet naar huis en zijn vernedering doen.

En deux jours, c'est la 1re fois que je rentre dans ta chambre.
Ik ben hier in deze twee dagen nog niet geweest.

Et les moutons vont être pressés de rentrer.
En de schapen zullen maar al te graag naar huis willen.’

Un week-end, peu après le début de l’année scolaire, toutes mes colocataires sont rentrées chez elles.
In een weekend nog vroeg in het schooljaar gingen al mijn kamergenoten voor een bezoekje naar huis.

On devrait peut-être rentrer.
Ik denk dat we terug moeten gaan.

Je rentre du boulot, je regarde la télé, je mange et je m'endors.
Ik kom thuis, kijk tv, eet wat en val in slaap.

Il serait encore vivant aujourd’hui si Antonio n’avait pas essayé de me forcer à rentrer en Italie.
Als je dat niet had gedaan, zou Antonio nog steeds proberen me ertoe over te halen terug te gaan naar Italië.’

Ce que je désire c'est de rentrer à Rome.
Ik wil vooral terug naar Rome.

J’aimerais pouvoir rester longtemps, mais tu sais qu’il faut que je rentre.
Ik wou dat ik langer kon blijven, maar je weet dat ik terug moet.’

— Pourrait-on le forcer à rentrer à la maison ?
‘Kan hij worden gedwongen om naar huis te gaan?’

Après quoi il est sorti et a pris l’U-Bahn pour rentrer chez lui.
Toen is hij naar buiten gegaan en heeft hij de U-Bahn naar huis genomen.

Nous sommes rentrés à la maison, soulagés l’un comme l’autre que la journée de travail soit terminée.
We liepen naar het huis, allebei opgelucht omdat het werk van die dag erop zat.

Jésus se rend au temple puis il rentre à Béthanie.
Jezus bezocht de tempel en ging daarna terug naar Betanië.

S'il est ici, il sera rentré avant le souper.
Als hij hier is, is hij vanavond thuis.

Rentre faire un bisou à Raimy.
Kom Raimy welterusten wensen.

Le Proc a oublié de rentrer sa voiture au garage, et quelqu'un lui a cassé son pare-brise.
De OvJ vergat z'n auto in z'n garage te parkeren en iemand heeft z'n voorruit vernield.

Tu rentres vraiment très tôt
Jij bent vroeg thuis

« J’ai dit à Ah Cheong de rentrer chez lui de bonne heure.
‘Ik heb Ah Cheong gezegd vroeg naar huis te gaan.

— Je vous avais bien dit de rentrer chez vous, n’est-ce pas, Broussard ?
‘Ik had je gezegd om naar huis te gaan, nietwaar, Broussard?

Je rentre chez moi.
Ik ga naar huis.

Rentre chez toi.
Ga naar huis.

Tu rentres avec moi?
Kom je mee naar huis met mij?