s'affaler oor Nederlands

s'affaler

Perdre son équilibre et heurter le sol.

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

vallen

verb noun

Perdre son équilibre et heurter le sol.

armen en benen uitspreiden

voorbeelde

Alors que je retraçais l'histoire du cycle du carbone des temps géologiques à nos jours, la plupart des étudiants étaient affalés, sommeillant ou regardant leur téléphone.
Terwijl ik de geschiedenis van de koolstofcyclus van de geologische tijd tot op heden met ze doornam, dommelde het merendeel van de studenten weg of keken op hun telefoon.

À sa grande surprise, Trent et R.J. étaient affalés sur les canapés qui meublaient la pièce.
Tot haar verbazing lagen R.J. en Trent allebei languit op een paar banken die in de kleedkamer stonden.

En ouvrant la porte, il vit Paul Carter affalé dans un fauteuil.
Toen hij de deur opende zag hij Paul Carter half onderuitgezakt in een stoel hangen.

Sven Sjöman est affalé sur sa chaise en bout de table dans la salle de conférence.
Sven Sjöman zit ineengezakt op zijn stoel aan de korte kant van de tafel in de vergaderruimte.

Davies est affalé sur la route, ou peut-être sur le chemin du retour.
Davies is op de weg in elkaar gezakt, of misschien loopt hij nu wel weer terug.

Ses propres fils et filles, affalés comme des poupées cassées, le jeu arrêté à jamais.
Zijn eigen zonen en dochters, weggeworpen als kapotte poppen, hun spel voor altijd verstild.

À l'écart, Rankin était affalé contre un arbre, une bouteille de brandy à la main.
Een eindje daarvandaan zakte Rankin in elkaar tegen een boom, met in zijn hand een fles brandewijn.

Il s’est affalé dans un fauteuil, dos à moi, et il m’a demandé de lui masser les épaules.
Hij liet zich in een leunstoel vallen, draaide mij zijn rug toe en vroeg me om zijn schouders te masseren.

D’autres étaient tout simplement inconscients, affalés sur les meubles, vaincus par leurs excès.
Anderen waren eenvoudig bewusteloos, lagen uitgespreid op de meubels en waren uitgeteld.

C’est sur son ventre moelleux que tu t’es affalée de tout ton poids.
Haar zachte buik waarop je met je volle gewicht was geland.

Vous mourrez en prison... — Non, dit le gros affalé sur Cupido, je vais les tuer moi-même.
‘Nee,’ zegt de dikke die boven op Cupido ligt, ‘ik ga ze vermoorden.

Comme nous sommes seuls dans l’ascenseur, je m’affale contre la paroi du fond et elle s’appuie sur moi.
De lift hebben we voor onszelf, ik hang uitgeput tegen de wand aan, zij hangt tegen mij aan.

Tu imagines un crétin affalé sur la clochette, exigeant du ketchup ?
Zie je al voor je hoe zo’n eikel op die bel gaat hangen omdat hij ketchup moet?’

Je ne vais pas passer la nuit assise sur mon canapé, avec un ivrogne comateux affalé sur mes genoux.
Ik wil niet de hele nacht op mijn bank zitten met een uitgetelde zuipschuit op mijn schoot.

J'étais affalée chez moi et je me disais:
Ik lag in m'n appartementje te denken...

Les surveillants le trouvèrent affalé sur les marches, la langue pâteuse, et incapable de se mouvoir.
De surveillanten vonden hem ineengezakt op de trap liggen, moeilijk sprekend en niet in staat zich te bewegen.

Hugh était à moitié affalé sur sa chaise, les yeux mi-clos, un sourire satisfait aux lèvres.
Hugh leunde achterover in zijn stoel, zijn ogen half gesloten, een tevreden glimlach op zijn gezicht.

Il s’affale sur une chaise et déchire la carte en deux, avec une précision délibérée.
Hij zakt neer op een stoel en scheurt de kaart met doelbewuste precisie in tweeën.

Fermín, affalé dans le fauteuil du coin, ronflait avec la fureur d'un homme trois fois plus gros que lui.
Fermin, uitgeput in de fauteuil in de hoek, snurkte met de furie van een man drie keer zijn formaat.

Irin, affalée dans l’escalier, avait reçu une balle dans le haut de la poitrine et une autre dans l’œil.
Irin lag languit op de trap, ze was in haar bovenlichaam en haar oog geschoten.

Braddock s' affale encore sur les cordes
Braddock hangt in de touwen

Il désigna du doigt Mario Dublin affalé par terre et hurla : - Foutez-moi ça dehors !
Hij wees naar Mario Dublin die op de vloer lag en riep: ‘Haal die stinkende zwerver hier weg!

Ce matin-là, trois adolescents étaient affalés à une table, leur verre presque intact.
Op deze ochtend hingen drie tieners aan een tafeltje, die nauwelijks hun glazen beroerden.

Il s’affale à nouveau dans son fauteuil et doit lutter pour ne pas fermer les yeux.
Hij glijdt weg in zijn stoel en moet vechten tegen het dichtvallen van zijn ogen.

La femme du colonel était affalée sur le bord de la route.
De vrouw van de kolonel zat langs de kant van de weg over te geven.