Ten eerste, Nedersaksisch is de Saksische tak van een West-Germaanse taalgroep, “Nederduits” genoemd. Het “Nederfrankisch” (Nederlands, Vlaams, Zeeuws en Afrikaans) maakt ook onderdeel uit van deze taalgroep, en is dus sterk verwant aan het Nedersaksisch. Ten tweede wordt de term “Nederduits” (in het Duits: Niederdeutsch of Plattdeutsch) door veel Duitsers als verzamelnaam gebruikt voor dialecten die toevallig in Duitsland worden gesproken, maar die histirisch en taalkundig lang niet altijd verwant zijn.
Firstly, Lowlands Saxon constitutes the Saxon subdivision of a West Germanic language branch known as “Low German,” its sister-subdivision being “Low Frankish” (which includes Dutch, Flemish, Zeelandic and Afrikaans). Secondly, the name “Low German” (German Niederdeutsch or Plattdeutsch) as used by most Germans in non-historical contexts is a catch-all label for dialects of at least two languages that happen to be spoken within Germany: most of them are descendants of Old Saxon, but also included are a few Low and Central Frankish dialects that ought to be considered parts of Dutch or Limburgish (that are described elsewhere in this series).ParaCrawl Corpus ParaCrawl Corpus