aanwinnend oor Engels

aanwinnend

deeltjie

voorbeelde

Boskalis Nederland is op de Nederlandse markt actief en houdt zich bezig met de aanleg en onderhoud van havens, aanwinning van land, bescherming van kusten en oevers en de aanleg en het onderhoud van complexe infrastructurele werken, zoals wegen, bruggen, viaducten en tunnels.
Boskalis Nederland operates on the Dutch market and is active in the construction and maintenance of ports, land reclamation, coastal defense and riverbank protection, as well as the construction and maintenance of complex infrastructure works such as roads, bridges, viaducts and tunnels.

aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; in de lucht omhoogstijgen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogstijgen; opstijgen; opzetten; rijzen; stijgen; toenemen; vermeerderen
s'envoler ascend; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; develop; flare up; fly up; get away; go up; go upward; grow; grow up; increase; mount; rise; rise to the surface; start; take off

aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bevorderd worden; binnenrijden; bovenkomen; de hoogte ingaan; eindje meerijden; erop vooruit gaan; gedijen; groeien; groter worden; heffen; hijsen; hoger maken; hoger worden; hogerop komen; in de lucht omhoogstijgen; inrijden; naar boven gaan; naar boven rijden; omhoog doen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhooghalen; omhoogkomen; omhoogleiden; omhooglopen; omhoogrijden; omhoogschroeven; omhoogstappen; omhoogstijgen; omhoogvoeren; ontspinnen; opgaan; ophijsen; ophogen; oprijden; oprijzen; opstijgen; opvliegen; opwaarts rijden; opzetten; rijzen; stijgen; toenemen; verhogen; vermeerderen; vooruitkomen; vorderen; zich opwerken
subir elevate; heighten; raise add to; advance; arise; ascend; ascent; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; come up; cruise in; draw in; drive along; drive in; drive up; drive upwards; enhance; expand; extend; flare up; fly up; get away; get better; go up; go upstairs; go upward; grow; haul in; heave; heighten; hoist; improve; increase; lead up; lead upwards; lift; lift up; mount; occur; pull in; pull up; put up; raise; ride in; ride up; rise; rise to the surface; start; step up; take off; to get promoted; turn up; walk up

aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogstijgen; opzetten; rijzen; stijgen; toenemen; vermeerderen
omhoogkomen ascend; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; flare up; fly up; get away; go up; go upward; grow; increase; mount; rise; rise to the surface; start; take off

aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groot worden; groter worden; hoger worden; omhooggaan; omhoogkomen; opgroeien; opstijgen; opvliegen; opzetten; stijgen; tieren; toenemen; uitdijen; uitzwellen; vermeerderen; volgroeien; volwassen worden; wassen
come up; rise to the surface subir ascend; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; come up; flare up; fly up; get away; go up; go upward; grow; increase; mount; rise; rise to the surface; start; take off

stijgen verb (stijg, stijgt, steeg, stegen, gestegen) stijgen (toenemen; groeien; vermeerderen; groter worden; aanwinnen; aangroeien; aanzwellen; opzetten; aanwassen; gedijen; de hoogte ingaan; omhooggaan)
to grow (ascend; take off; rise; rise to the surface; mount; fly up; increase; bristle; flare up; become higher; climb; go upward; get away; go up; be on the upgrade; verb

aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; hoger worden; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogkomen; omhoogstijgen; opstijgen; opvliegen; opzetten; rijzen; stijgen; tieren; toenemen; uitdijen; uitzwellen; vermeerderen; volgroeien; volwassen worden; wassen
hinaufgehen walk up ascend; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; flare up; fly up; get away; go up; go upstairs; go upward; grow; increase; lift up; mount; put up; raise; rise; rise to the surface; start; step up; step upstairs; take off

aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bevorderd worden; binnenrijden; bovenkomen; de hoogte ingaan; eindje meerijden; erop vooruit gaan; gedijen; groeien; groter worden; heffen; hijsen; hoger maken; hoger worden; hogerop komen; in de lucht omhoogstijgen; inrijden; naar boven gaan; naar boven rijden; omhoog doen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhooghalen; omhoogkomen; omhoogleiden; omhooglopen; omhoogrijden; omhoogschroeven; omhoogstappen; omhoogstijgen; omhoogvoeren; ontspinnen; opgaan; ophijsen; ophogen; oprijden; oprijzen; opstijgen; opvliegen; opwaarts rijden; opzetten; rijzen; stijgen; toenemen; verhogen; vermeerderen; vooruitkomen; vorderen; zich opwerken
subir elevate; enhance; heighten; raise add to; advance; arise; ascend; ascent; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; come up; cruise in; draw in; drive along; drive in; drive up; drive upwards; expand; extend; flare up; fly up; get away; get better; go up; go upstairs; go upward; grow; haul in; heave; hoist; improve; increase; lead up; lead upwards; lift; lift up; mount; occur; pull in; pull up; put up; raise; ride in; ride up; rise; rise to the surface; start; step up; take off; to get promoted; turn up; walk up

aanbouwen; aangeven; aangroeien; aanreiken; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; afgeven; bijbouwen; de hoogte ingaan; expanderen; gedijen; geven; groeien; groter worden; omhooggaan; openen; opzetten; overgeven; overhandigen; stijgen; strekken; toenemen; toesteken; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden increase talrijker maken; uitbreiden; vergroten; vermeerderen
ascend; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; come up; flare up; fly up; get away; get better; go up; go upward; grow; heave; improve; increase; lift up; mount; raise; rise; rise to the surface; start; take off s'étendre add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise

omhoogkomen; opstijgen; opvliegen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groot worden; groter worden; hoger worden; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogstijgen; opgroeien; opzetten; rijzen; stijgen; tieren; toenemen; uitdijen; uitzwellen; vermeerderen; volgroeien; volwassen worden; wassen
omhoogkomen ascend; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; flare up; fly up; get away; go up; go upward; grow; increase; mount; rise; rise to the surface; start; take off

De firma “ De Graaff Gerharda “ legde zich vooral toe op de narcissenteelt en het aanwinnen van nieuwe verscheidenheden daarvan.
The company "De Graaff Gerharda" mainly focused on the narcissus cultivation and the acquisition of new varieties.

omhoogkomen; opstijgen; opvliegen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groot worden; groter worden; hoger worden; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogstijgen; opgroeien; opzetten; rijzen; stijgen; tieren; toenemen; uitdijen; uitzwellen; vermeerderen; volgroeien; volwassen worden; wassen
opvliegen ascend; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; flare up; fly up; get away; go up; go upward; grow; increase; mount; rise; rise to the surface; start; take off

to grow (increase; rise; expand; extend; ascent; arise; add to) groeien; toenemen; stijgen; vermeerderen; groter worden; aanwinnen; aangroeien; aanzwellen; opzetten; aanwassen; gedijen; de hoogte ingaan; omhooggaan
take off; rise; ascend; rise to the surface; mount; fly up; increase; bristle; flare up; become higher; climb; go upward; get away; go up; be on the upgrade; start; grow; be off; become larger

aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; hoger worden; omhooggaan; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; opzetten; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbreiden; vergroten; vermeerderen;
ascend; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; come up; flare up; fly up; get away; go up; go upward; grow; increase; mount; rise; rise to the surface; start; take off

aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; hoger worden; omhooggaan; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; opzetten; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbreiden; vergroten; vermeerderen;
ascend; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; develop; flare up; fly up; get away; go up; go upward; grow; grow up; increase; mount; rise; rise to the surface; start; take off

aanbouwen; aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bijbouwen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; maximaliseren; omhooggaan; opzetten; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; vergroten; vermeerderen
broaden; spread; widen add; add on to; add to; arise; ascent; broaden; build out; enlarge; exaggerate; expand; extend; grow; increase; increase in number; rise; swell; widen

aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bevorderd worden; de hoogte ingaan; gaan staan; gedijen; groeien; groot worden; groter worden; hogerop komen; in de lucht omhoogstijgen; naar boven gaan; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogkomen; omhoogrijzen; omhoogstijgen; opborrelen; opgroeien; opstaan; opstijgen; opvliegen; opwellen; opzetten; rijzen; stijgen; toenemen; uitrijzen; uittorenen; verheffen; vermeerderen; zich opwerken
add to; advance; arise; ascend; ascent; become higher; climb; come up; cruise in; draw in; drive along; drive in; drive up; drive upwards; elevate; enhance; expand; extend; get better; go up; go upstairs; grow; haul in; heave; heighten; hoist; improve; increase; lead up; lead upwards; lift; lift up; mount; occur; pull in; pull up; put up; raise; ride in; ride up; rise; step up; take off; to get promoted; turn up; walk up surgir come up; rise to the surface

aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen arise
arising; dilatation; emerging; enlargement; expanding; expanse; expansion; expulsion; extensiveness; growing; increase; increase in scale; increasing; opening up; rising; scale up; stretching out; swelling; vastness; widen

aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; in de lucht omhoogstijgen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogstijgen; opstijgen; opzetten; rijzen; stijgen; toenemen; vermeerderen
add to; arise; ascend; ascent; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; expand; extend; flare up; fly up; get away; go up; go upward; grow; increase; mount; rise; rise to the surface; start; take off

groeien; toenemen; stijgen; vermeerderen; groter worden; aanwinnen; aangroeien; aanzwellen; opzetten; aanwassen; gedijen; de hoogte ingaan; omhooggaan; opgaan; naar boven gaan; oprijden; omhoogschroeven; binnenrijden; inrijden; verhogen; ophogen; opstijgen; omhoogkomen; opvliegen; bovenkomen; vorderen; vooruitkomen; erop vooruit gaan; in de lucht omhoogstijgen; hoger maken; hoger worden; heffen; omhoog doen; opheffen; tillen; omhoog brengen; optillen; lichten; omhoogheffen; omhooglopen; oprijzen; rijzen; ontspinnen; hijsen; ophijsen; omhooghalen; omhoogleiden; omhoog rijzen; omhoog komen; omhoogstijgen; eindje meerijden; opwaarts rijden; naar boven rijden; omhoogrijden; hogerop komen; bevorderd worden; zich opwerken; omhoogstappen; omhoogvoeren stijgen; opklimmen
arise; add to; ascend; go up; climb; go upstairs; turn up; ride in; drive in; draw in; pull in; raise; elevate; heighten; take off; rise to the surface; mount; fly up; bristle; flare up; become higher; go upward; get away; be on the upgrade; start; be off; become larger; come up; improve; get better; enhance; lift up; put up; heave; lift; walk up; occur; hoist; haul in; pull up; lead up; lead upwards; cruise in; drive up; ride up; drive upwards; drive along; to get promoted; advance; step up ascent; climb; climbing; driving up; riding up

stijgen (toenemen; groeien; vermeerderen; groter worden; aanwinnen; aangroeien; aanzwellen; opzetten; aanwassen; gedijen; de hoogte ingaan; omhooggaan) stijgen (omhoogstijgen; rijzen; omhoog rijzen; omhoog komen; stijgen (omhoogklimmen; klimmen; omhoog gaan; omhoogstijgen)
surface; mount; fly up; increase; bristle; flare up; become higher; climb; go upward; get away; go up; be on the upgrade; start; grow; be off; become larger) verb to rise (become higher; increase; grow; mount; go up)

aandikken; aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bollen; de hoogte ingaan; dik worden; dikker worden; expanderen; geconcentreerder worden; gedijen; groeien; groter worden; iets overdreven voorstellen; laten exploderen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogstijgen; opblazen; opbollen; openen; opkloppen; opschroeven; opzetten; opzwellen; overdreven voorstellen; overdrijven; rijzen; stijgen; stollen; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; verbreiden; verdikken; vermeerderen; verruimen; verwijden; zwellen élargir
add; add on to; add to; arise; ascent; become thicker; blow out of proportions; blow up; build out; bulge; come up; concentrate; condense; exaggerate; expand; extend; grow; heighten; increase; make or let explode; overdo; puff up; rise; swell; swell up; thicken; widen élargir

omhoogkomen; opstijgen; opvliegen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groot worden; groter worden; hoger worden; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogstijgen; opgroeien; opzetten; rijzen; stijgen; tieren; toenemen; uitdijen; uitzwellen; vermeerderen; volgroeien; volwassen worden; wassen
hinaufgehen ascend; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; flare up; fly up; get away; go up; go upward; grow; increase; mount; rise; rise to the surface; start; take off

aandikken; aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bollen; de hoogte ingaan; dik worden; dikker worden; geconcentreerder worden; gedijen; groeien; groter worden; iets overdreven voorstellen; laten exploderen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogstijgen; opblazen; opbollen; opkloppen; opschroeven; opzetten; opzwellen; overdreven voorstellen; overdrijven; rijzen; stijgen; stollen; talrijker maken; toenemen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; verdikken; vergroten; vermeerderen; zwellen
grossir bulge; swell up add; add on to; add to; arise; ascent; become thicker; blow out of proportions; blow up; build out; come up; concentrate; condense; enlarge; exaggerate; expand; extend; grow; heighten; increase; increase in number; make or let explode; overdo; puff up; rise; swell; thicken; widen

aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bevorderd worden; de hoogte ingaan; gaan staan; gedijen; groeien; groot worden; groter worden; hoger worden; hogerop komen; in de lucht omhoogstijgen; naar boven gaan; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogrijzen; omhoogstijgen; opborrelen; opgroeien; opstaan; opstijgen; opwellen; opzetten; rijzen; stijgen; toenemen; uitrijzen; uittorenen; vermeerderen; zich opwerken rise to the surface
add to; advance; arise; ascend; ascent; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; come up; cruise in; drive along; drive in; drive up; drive upwards; elevate; enhance; expand; extend; flare up; fly up; get away; get better; go up; go upstairs; go upward; grow; haul in; heave; heighten; hoist; improve; increase; lead up; lead upwards; lift; lift up; mount; occur; pull up; put up; raise; ride up; rise; rise to the surface; start; step up; take off; to get promoted; turn up; walk up