afschaffer oor Engels

afschaffer

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

abolisher

naamwoord

one who abolishes

abrogator

naamwoord

one who abrogates

teetotaller

naamwoord

abstainer

naamwoord

voorbeelde

Ik kwam bijna tot de berouwvolle dronkenman gedachte dat de afschaffers per slotvan rekening gelijk hadden.
I almost reached the maudlin state of thinking the prohibitionists were right after all.

Ik dacht dat u in gesprek was met miss Martin over de Afschaffers.’
I thought you were discussing the Repealers with Miss Martin.”

Janse, Maartje, De afschaffers: publieke opinie, organisatie en politiek in Nederland 18401880 (Amsterdam 2007).
Janse, Maartje 2007 De afschaffers: Publieke opinie, organisatie en politiek in Nederland 18401880.

„Niet, als jij afschaffer blijft, jongen,” antwoordde professor Cassidy, „en je door mij laat trainen.”
"""Not if you'll keep on stayin' away from the booze, kid,"" said Professor Cassidy, ""an' let me handle you."""

Het Huis van Gerechtigheid is zowel de Insteller als de Afschaffer van zijn eigen wetten.
The House of Justice is both the initiator and the abrogator of its own laws.

Abraham Lincoln 1809-1865, Amerikaans staatsman en afschaffer van de slavernij
Abraham Lincoln 1809-1865, American President, abolisher of slavery

Paul Brill beschrijft in zijn '1600 Pennsylvania Avenue' hoe Lincoln al in 1858, in een scherp debat met een andere kandidaat-president, Stephen Douglas, zich profileerde als ‘abolitionist’: afschaffer van de slavernij.
Paul Brill describes in '1600 Pennsylvania Avenue' how Lincoln, as far back as 1858, in a sharp debate with another presidential candidate, Stephen Douglas, profiled himself as ‘abolitionist’: he wanted to get rid of slavery.