dale neder oor Engels

dale neder

werkwoord

voorbeelde

Daal neder voor je dood.
Descend down to your death.

Daal neder.
Descend down.

Voorouders van de Wolf stammen, daal op ons neder.
Ancestors of the Wolf tribes, descend upon us.

Dan komt Hij op het idee ‘neder te dalen en hun taal te verwarren, zodat zij elkanders taal niet verstaan.’
And so He decided to ‘go down, and there confound their language, that they may not understand one another’s speech’.

Doe hi dat hoen toten plumen Hadde gheleit in sine male, 890Doe ghinc hi neder te dale Eenen verholenliken pat.
Doe hi dat hoen toten plumen hadde gheleit in sine male, doe ghinc hi neder te dale eenen verholenliken pat.

Doe Reynaert was in dese tale, 910Sach hi neder-waert te dale Ende vernam Bruun daer hi lach.
Doe Reynaert was in dese tale, sach hi nederwaert te dale ende vernam Bruun daer hi lach.

O, dat ik eens van een berg neder mocht zien, op alle dalen en stroomen en wouden en weiden!
if I might only once look down from some high mountain over all the woods and meadows, rivers and valleys.

Vervolgens toont Paulus aan dat Jezus het hoofd van deze Jesaja-klasse werd door uit de hemel neder te dalen en vlees en bloed te worden, evenals deze door God gegeven kinderen, zijn volgelingen, vlees en bloed waren.
(NW) Paul then shows that Jesus became the head of this Isaiah class by descending from heaven and becoming flesh and blood the same as these God-given children, his followers, were.

Door deze woorden ben ik gaan nadenken over de grote toespraken, zegeningen, getuigenissen en aanmoedigingen van profeten en apostelen door de eeuwen heen, vooral als ze oud en hoogbejaard waren of zich voorbereidden om in het stof neder te dalen.
These thoughts have caused me to reflect on the great sermons, blessings, testimonies, and admonitions that prophets and apostles throughout the ages have left, especially as they felt themselves waxing old or preparing to go down to the dust.

Zoo merkt hij Gods hoogheid en zijn eigen nederigheid; zoo is hij een laag gelegen dal.
And so he marks the sublimity of God and his own lowliness; and thus he becomes a deep valley.

Daal de heuvel af naar het dorp, waar een nederige erkenning dat ik een fout had gemaakt me toegang zou verschaffen.
Go steadily downhill and reach the village, where a humble admission that I had made an error would gain me admittance.

Daal neder, en leg u bij de onbesnedenen.
Down with you, make your bed with the uncircumcised,

Neig Uw hemelen, HEERE! en daal neder; raak de bergen aan, dat zij roken.
5 Jehovah, bow thy heavens, and come down; touch the mountains, that they smoke;

144:5 Heer, buig uwe hemelen en daal neder; roer de bergen aan, dat zij roken.
144:5 Bow thy heavens, O LORD, and come down: touch the mountains, and they shall smoke.

Neig Uw hemelen, HEERE! en daal neder; raak de bergen aan, dat zij roken.
5 Lord, bow down thy heavens and descend: touch the mountains and they shall smoke.

Daal neder en leg u bij de onbesnedenen.
Go down, and be thou laid with the uncircumcised.

Neig Uw hemelen, Heere! en daal neder; raak de bergen aan, dat zij roken.
Bow thy heavens, O LORD, and come down: touch the mountains, and they shall smoke.

Boven wien zijt gij liefelijk! Daal neder, en leg u bij de onbesnedenen.
Whom dost thou pass in beauty? go down, and be thou laid with the uncircumcised.

32:19 Boven wien zijt gij liefelijk! Daal neder, en leg u bij de onbesnedenen.
19. Whom do you surpass in beauty? go down, and be placed with the uncircumcised.

144:5 Heer, buig uwe hemelen en daal neder; roer de bergen aan, dat zij roken.
144,5 O LORD, bow Thy heavens, and come down; touch the mountains, that they may smoke.

Zij rijzen op naar den hemel; zij dalen neder tot in de afgronden; hun ziel versmelt van angst.
They mount up to the heaven, they go down again to the depths: their soul is melted because of trouble.

Neig Uw hemelen, HEERE! en daal neder; raak de bergen aan, dat zij roken. 6
Bow thy heavens, O YHVH, and come down: touch the mountains, and they shall smoke. 6

Daal neder, en leg u bij de onbesnedenen.
Go down and be laid to rest with the uncircumcised.’

19 Boven wien zijt gij liefelijk! Daal neder, en leg u bij de onbesnedenen.
19 Whom dost thou pass in beautya go down, and be thou laid with the uncircumcised.

Daal neder, en leg u bij de onbesnedenen.
Go down, and be laid with the uncircumcised.