noemde op oor Engels

noemde op

werkwoord

Soortgelyke frases

noem maar op
whatnot

voorbeelde

In deze tijd trad een man die zichzelf Arthur Dudley noemde, op de voorgrond.
At this time a man calling himself Arthur Dudley came into prominence.

Ze wilde details horen over ons 'eerdere afspraakje', zoals zij het noemde, op Onafhankelijkheidsdag.
She wanted details about our “prior date,” as she called it, on the Fourth of July.

De noodzaak om wat hij ‘de toevoer van helden’ noemde op peil te houden.
The need to keep up what he called ‘the supply of heroes’.

De zuster was dolblij dat ze me zag en noemde op wat ze had gedaan.
The nurse was effusively glad to see me and ticked off what she had done.

Voor mij begon de hersengymnastiek, zoals ze dat hier noemden, op de derde dag dat ik hier was.
Mental gymnastics, as it was called, began on the third day after my arrival.

‘Omdat ze die naam noemde, op de laatste avond dat ik haar zag.
‘It was a name she gave me, the last evening I saw her.

Je weet toch wel dat ze me de ijzeren buik noemden op school.
You do realize that they called me iron belly in college.

Tenzij hij zich vergiste, waren alle personages die ze noemde op de boog verbeeld.
Unless he was mistaken, all of the characters she’d mentioned were represented on the arch.

Weet je hoe ze me vroeger noemden op school?
Do you know what they used to call me at school...?

Toen zei ze zacht: “Hugh, toen je me daarnet je vrouw noemde, op die toon...”
At length, she murmured, “Hugh, when you called me your wife like that...” She trailed off.

Lisa was bezig haar studio, zoals ze haar woning noemde, op te ruimen.
Lisa was tidying the studio, as she called it.

Het meisje dat jij ' Little Miss Columbine ' noemde op de hoorzitting?
The girl you called Little Miss Columbine at last week' s board meeting?

Hij draaide de foto’s een voor een om, en noemde op vastberaden toon een waslijst aan namen op.
He turned the photographs over, one by one, reciting a litany of names with determined clarity.

Hij zat voor een grote, zwijgende man die ze Wolf noemden, op een groot, stil zwart paard.
He sat before a large, silent man they called Wolf, on a large, silent black horse.

Zoals ik mijn redenen had om als advocaat van die firma die je noemde op te treden.’
And I’ve also had my reasons for working for the company you mentioned.”

Charlie had zijn oog laten vallen op wat wij het achterhuis noemden, op het terrein van de ranch.
Charlie had his eye on what we called the back house on the ranchland.

Vannacht besefte ik ineens dat de Boze Boeman me Daves noemde op de dag dat ik werd geboren.’
I realized tonight Bad called me Dutch the day I was born.”

En zoals ze me ‘lieveling’ noemde op dat neerbuigende toontje.
And the way she called me sweetheart in that condescending tone.

Patricia wierp, wat schrijvers vroeger raadselachtig een ‘strakke’ blik noemden, op me.
Patricia gave me what writers used, inexplicably, to call a “level” look.

‘Nou, hij zat er niet ver naast, toen hij zichzelf zo noemde op die dvd.’
'Well, he wasn't far wrong on the DVD when he called himself a genius.'

Dat hij me jongen noemde, op mijn drieëntwintigste... Ik had geen woorden, zelfs geen boze.
That he should call me boy, at the age of three and twenty ... I had no words, not even angry ones.

Weet je hoe ze me noemde op school?
You know what they used to call me in school?

En hij noemde op die wijze vierentwintig gerechten, terwijl Dzjoeder dacht: ‘Zou hij gek zijn?
In this way he enumerated twenty-four dishes, while Judar thought to himself: ‘Is the man mad?

Of, zoals de agenten het inmiddels noemden, op bevel van McDaniel, JFTE, uitgesproken als ‘Juf-tie’.
"Or, as the agents were referring to it now, per McDaniel's instruction, JFTE, pronounced ""Juf-tee."""

vroeg de kerel die ik meneer agent noemde, op agressieve toon.
the guy I was calling Officer asked belligerently.