autje oor Frans

autje

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Frans

bobo

naamwoord

(Langage enfantin) Douleur légère

voorbeelde

Autje stelde de logische vraag waar ze in zo’n beperkte ruimte dan naartoe zou kunnen fietsen.
Suivant une logique imparable, Autje m’a demandé où elle irait à vélo puisqu’elle serait dans un espace clos.

Neitjes vlecht is eindelijk klaar, en Neitje gaat naast haar vriendin Autje zitten.
Neitje, ses cheveux enfin nattés, va s’asseoir à côté de sa copine Autje.

Ook Autje heeft blauwe plekken op haar wang, in de vorm van vijf vingers.
Autje a sur la joue un bleu qui a la forme de quatre doigts et d’un pouce.

Ik vraag me even af of Autje het soms heeft over ons gesprek bij de waterpomp.
Pour un instant, je me demande si Autje a parlé à Neitje de notre conversation près de la pompe à eau.

Autje en Neitje stonden naast Salomé naar mij te kijken.
J’ai aperçu Autje et Neitje, en plus de Salomé, qui m’observaient.

Daar moeten Neitje en Autje om lachen, misschien uit nervositeit of vermoeidheid.
À ces mots, Autje et Neitje éclatent de rire, peut-être à cause de la nervosité ou de l’épuisement.

Greta Loewen klopt Autje op haar hand.
Greta Loewen tapote la main d’Autje.

Autje vervolgt: We weten niet waar we heen moeten.
Autje poursuit : Nous ne savons pas où aller.

Autje en Neitje leggen hun hoofd nog eens op tafel.
Autje et Neitje posent une fois de plus la tête sur la table.

Ze zegt niets, weet niets te zeggen of te geven, maar ze begint met Autje mee te ademen.
Elle ne dit rien, n’a rien à lui dire, rien à lui donner, mais elle synchronise sa respiration avec celle d’Autje.

Tijdens onze pauze kwam ik de jonge Autje tegen, buiten bij de pomp.
Dehors, pendant la pause, j’ai retrouvé la jeune Autje près de la pompe à eau.

Autje zegt door haar tranen heen: De broers Koop kunnen ons niet verlinken.
À travers ses larmes, Autje dit : Les frères Koop ne peuvent pas nous dénoncer.

vraagt Autje, maar haar moeder legt haar het zwijgen op.
demande Autje, à qui sa mère intime le silence.

Als we in een schuilkelder zaten zou zij daar de perfecte vrijwilliger voor zijn, zei ik tegen Autje.
Si nous avions été dans un abri antiaérien, ai-je dit, elle aurait fait une volontaire idéale.

Autje en Neitje, experts in het uitstralen van onverschilligheid, kijken nu toch verschrikt op van het tafelblad.
Autje et Neitje, pourtant expertes dans l’art de feindre l’indifférence, lèvent les yeux de la table, alarmées.

Neitje en Autje kijken elkaar verschrikt aan, met een blik die aandoenlijk veel lijkt op die van hun oma’s zojuist.
Neitje et Autje échangent des regards alarmés semblables à ceux que leurs grands-mères ont échangés un peu plus tôt.

Ik heb het haar van Autje en Neitje nooit eerder gezien.
Je n’avais encore jamais vu les cheveux d’Autje et de Neitje.

Ze vraagt de anderen om stilte, zodat Autje en Neitje kunnen vertellen wat zíj hebben gepresteerd.
Elle demande aux autres de se taire pour laisser Autje et Neitje raconter ce qu’elles ont fait.

Autje probeerde tussenbeide te komen en Klaas gaf haar een klap in haar gezicht.
Autje a tenté de s’interposer et Klaas l’a giflée.

Hoe denk je dat Autje en ik aan die blauwe plekken in ons gezicht zijn gekomen?
À ton avis, d’où viennent les bleus que nous avons sur le visage, Autje et moi ?

Ze is boos op Neitje en waarschijnlijk ook op Autje.
Elle est en colère contre Neitje – et sans doute aussi contre Autje.

Toen ze de ladder beklommen riep Autje naar boven: Pa is thuis!
Pendant qu’ils grimpaient à l’échelle, Autje a crié : Papa est là !

Als we die zouden hebben, zegt Autje.
Si nous en avions une, ajoute Autje.

De jonge vrouwen, Autje en Neitje, waren al weggegaan om bij de pasgeboren kalfjes te kijken.
Les jeunes femmes, Autje et Neitje, sont parties les premières jeter un coup d’œil aux veaux nouveau-nés.

Ze staat voor het raam en kijkt Autje na: daar rent ze al.
Debout à la fenêtre, elle observe Autje : la voici qui détale.