bakkerswinkel oor Frans

bakkerswinkel

De winkel van de bakker.

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Frans

boulangerie

naamwoord vroulike

De winkel van de bakker.

Le magasin du boulanger.

fırın

voorbeelde

Detailhandel met betrekking tot bakkerswinkels
Services de vente au détail pour boulangeries

Een keurige bakkerswinkel waar keurige broden worden verkocht die in keurige bakken liggen.
Une boulangerie propre, vendant des viennoiseries propres sur des plateaux propres.

Hij zocht naar een kerktoren waar de dames in de bakkerswinkel het over hadden gehad.
Il cherchait le clocher dont les dames de la pâtisserie avaient parlé.

Ze noemden dit altijd de bakkerswinkel.
On continuait d’appeler cet endroit la boulangerie.

Ik gaf het geld dat ik van de meisjes uit de bakkerswinkel had geleend terug en liep de stad in.
J’ai remboursé mes dettes aux vendeuses de la boulangerie et je suis sorti en ville.

Haar angst verdringend keek ze omlaag naar Phlim Trotter, die bezorgd onder aan de trap van de bakkerswinkel stond.
Elle écarta le sentiment de peur, considéra Phlim Trotter accablé au pied de l’escalier de la boulangerie.

Detailhandel in bakkerswinkels en kruidenierswinkels
Services de boulangeries et d'épiceries de détail

In 1913 ging ik naar Zürich, in Zwitserland, om daar bij mijn tante te gaan werken, die een bakkerswinkel dreef.
En 1913, je suis allée à Zurich, en Suisse, travailler pour ma tante, qui tenait une boulangerie.

De mensen die de bakkerswinkel in en uit liepen keken Maureen amper aan, iets waar ze prima mee kon leven.
Les gens allaient et venaient dans la boulangerie, la regardant à peine, ce qui lui convenait fort bien.

Mijn grootmoeder heeft er een bakkerswinkel geopend.
Ma grand-mère avait ouvert une pâtisserie en ville.

Wat Solène tussen de muren van het Paleis durfde, durfde ze hier voor de bakkerswinkel niet.
Ce qu’elle ose entre les murs rassurants du Palais, Solène ne l’ose pas ici, devant la boulangerie.

‘Niet hier, ’ zei ze met een blik op het raam van de bakkerswinkel.
— Pas ici, dit-elle, jetant un coup d’œil à la vitrine de la boulangerie.

Toen Solène haar voor de bakkerswinkel aansprak en een beker koffie aanbood, keek de dakloze vrouw verbaasd op.
Lorsque Solène l’aborde devant la boulangerie pour lui proposer un café, la jeune sans-abri a l’air étonnée.

Of misschien hebt u meegemaakt dat het water u in de mond liep nadat u in het voorbijgaan een vleugje uit een bakkerswinkel had opgesnoven.
Ne vous êtes- vous jamais surpris à saliver alors que, passant devant une boulangerie, une bonne odeur venait vous flatter les narines?

Er kwamen lange rijen voor de bakkerswinkels en de levensmiddelenwinkels.
De longues queues se formaient devant les boulangeries et les magasins d’alimentation.

Ik fantaseer vaak dat ik daar werk in'n bakkerswinkel.
Je me vois bien bosser dans une boulangerie à New York.

Zodra de bakkerswinkel openging zat ze daar, op haar knieën op de straatstenen.
De l’ouverture à la fermeture de la boulangerie, elle se tient là, à genoux, sur le pavé.

La vie est belle’, neuriede Zoé toen ze uit de bakkerswinkel stapte.
La vie est belle », chantonnait Zoé en sortant de la boulangerie.

Toen ik Lalande uit reed en op de weg naar Montlaudun kwam, stopte ik bij de bakkerswinkel die me zonet gewezen was.
À la sortie de Lalande, route de Montlaudun, je visitai la boulangerie que l’on venait de m’indiquer.

'Dat zei die jongeman, vanochtend in de bakkerswinkel.'
C’est ce qu’a dit ce matin le jeune homme à la boulangerie

Ik was met mijn tante in een bakkerswinkel.
J’étais avec ma tante dans une boulangerie.

Op dat moment schoot hem weer te binnen dat zijn vader voor de bakkerswinkel op hem stond te wachten.
À cet instant seulement, il se souvint que son père l’attendait dans la pâtisserie.

De volgende dag komt Josef niet naar de bakkerswinkel.
Ni le lendemain ni le surlendemain Josef ne se présente à la boulangerie.

"Mae zei: ""t Is hier geen bakkerswinkel."
Mae dit: —Ce n’est pas une boulangerie ici.

Zij gingen voorbij den bakkerswinkel, maar Cosette dacht niet aan het brood, dat zij moest medebrengen.
Ils passèrent devant la boulangerie ; mais Cosette ne songea pas au pain qu'elle devait rapporter.