sis oor Nederlands

sis

[sɪ̀s] naamwoord

Vertalings in die woordeboek Navajo - Nederlands

broeksband

naamwoord

ceintuur

naamwoord manlike

Een kledingstuk gewoonlijk gemaakt van leder of een andere stevige stof, dat om de taille gedragen wordt om een broek of een ander kledingstuk op te houden.

gordel

naamwoord manlike

Een kledingstuk gewoonlijk gemaakt van leder of een andere stevige stof, dat om de taille gedragen wordt om een broek of een ander kledingstuk op te houden.

Hanííʼ gónaa sis hanáztʼiʼígíí éí Jiihóvah dóó Ízrel dineʼé áhą́dígo kʼé hólónígíí yá sizı̨́
De gordel die om de ‘heupen kleefde’ symboliseerde de hechte band die Jehovah en het volk konden hebben

riem

naamwoord manlike

Een kledingstuk gewoonlijk gemaakt van leder of een andere stevige stof, dat om de taille gedragen wordt om een broek of een ander kledingstuk op te houden.

sjerp

naamwoord

voorbeelde

Ńtʼééʼ sis yę́ę yíchxǫʼ lá
De gordel was verrot

Hanííʼ gónaa sis hanáztʼiʼígíí éí Jiihóvah dóó Ízrel dineʼé áhą́dígo kʼé hólónígíí yá sizı̨́
De gordel die om de ‘heupen kleefde’ symboliseerde de hechte band die Jehovah en het volk konden hebben

Dóó ga’, sis, náádadíítsa’.
En natuurlijk is er de muziek.

19 Dóó tʼáá bí bibééshhał bee bitsiitsʼiin kʼíníkalgo índa, Laban beʼééʼ ńdiinil dóó bee hadiisdzaa; dóó bibéésh sis éí shinííʼ gónaa bee beʼsétłʼǫ́.
19 En toen ik hem het hoofd had afgeslagen met zijn eigen zwaard, nam ik de kleren van Laban en trok die zelf aan; ja, alles; en ik omgordde mijn lendenen met zijn wapenrusting.

Háísh éí yá’át’éehii niyą́, sis ádéénílt’ih, na’ídílts’ǫǫd, béesoła’ ą́ą́nísįįh, ádaaná’iiníkąąh da t’ahdoo bíndí’nílchéeh da?
Zijn we tenslotte niet allemaal wel eens door angst ertoe aangezet om beter te eten, een veiligheidsgordel om te doen, meer lichaamsbeweging te krijgen, geld te sparen, of ons zelfs van zonde te bekeren?