bonito oor Nederlands

bonito

/bu'nitu/, /bu'nitɐ/ adjektief, naamwoord manlike

Que tem propriedades agradáveis ou positivas (especificamente no que diz respeito aos sentidos, principalmente ao da visão).

Vertalings in die woordeboek Portugees - Nederlands

mooi

adjektief

bonito (para pessoas, principalmente fêmeas)

mooi (voor mensen en Na’vi, hoofdzakelijk voor vrouwen)

O chinês e o italiano são as línguas mais bonitas do mundo.
Chinees en Italiaans zijn de mooiste talen ter wereld.

knap

adjektief

A garota que trabalha na padaria é bonitinha.
Het meisje dat in de bakkerij werkt, is knap.

schoon

adjektief

Que tem propriedades agradáveis ou positivas (especificamente no que diz respeito aos sentidos, principalmente ao da visão).

Leuke of positieve eigenschappen hebbende (in het bijzonder met betrekking tot de zintuigen, meestal ten aanzien van zicht).

E você pensou que eu era só um rostinho bonito.
En jij dacht dat ik gewoon een schoon gezichtje had.

leuk · fraai · schattig · aardig · charmant · net · snoezig · keurig · bevallig · bekoorlijk · prachtig · fijn · aangenaam · gracieus · sierlijk · innemend · snoeperig · lief · aantrekkelijk · grappig · fijne · koddig · sympathiek · zoetjes · aangename · aardige · leuke · sympathieke

Bonito

eienaam

Vertalings in die woordeboek Portugees - Nederlands

Bonito

Bonito (Avellino)

Bonito (Italië)

Mas Bonito os enganou e escondeu o tesouro antes.
Maar Bonito was hen te slim af en verborg eerst de schat.

Soortgelyke frases

Bonita
Bonita

bonitinho
geestig · guitig · leuk · olijk

Bonita Springs
Bonita Springs

Tse Bonito
Tse Bonito

Alto Bonito
Alto Bonito

La Isla Bonita
La Isla Bonita

bonita
aanvallig · aardig · allerliefst · beeldig · bekoorlijk · dottig · koddig · leuk · lief · mooi · schattig · schoon · snoezig · vertederend · zoetjes

voorbeelde

Quem é essa coisinha bonita?
En wie is dit jonge ding?

Se amanhã a directiva for rejeitada, podemos dizer que, em Lisboa, se ouviram, sim, muitas palavras bonitas, mas que é aqui que é preciso tomar medidas concretas.
Als de richtlijn morgen wordt verworpen, kunnen wij zeggen dat er in Lissabon weliswaar veel mooie woorden te horen waren, maar dat het hier bij ons aan daadkracht heeft ontbroken.

– Bem, ele é bonito – Elaine dizia quando via a foto de algum rapaz que a agradava no anuário
‘Nou, die ziet er wel knap uit,’ zei Elaine, wanneer ze in een van de jaarboeken een jongen zag staan die ze leuk vond.

Sim, mas ainda muito bonito.
Ja, maar nog steeds erg schattig.

É impossível imaginar alguém olhar mais bonito do que você faz hoje, Nat.
Niemand is zo mooi als jij vandaag.

Era uma mulher bonita, uma cinquentona bem conservada, de aparência sofisticada e mãe de dois filhos.
Ze was een mooie vrouw van in de vijftig, die er verzorgd en gedistingeerd uitzag; ze had twee kinderen.

Isso é realmente bonito, Jack.
Heel leuk, Jack.

É bonito, eh?
Mooi, hè?

Não havia dúvida de que a feiticeira sabia o que eram pernas bonitas e como fazê-las
Er was geen enkele twijfel aan dat de zeemeermin wist wat mooie benen zijn en hoe je die maakt.

Quero lhe agradecer pelo seu bonito corpo, jovem
Ik wil je graag bedanken voor je prachtige lichaam, jongeman

Tens uma família bonita.
Je hebt een prachtig gezin.

E vestia sempre roupas bonitas, como se fosse sair.
En ze was altijd sjiek gekleed, alsof ze uitging.

Que terno bonito, Richie.
Mooi pak, Richie

– Deve ser proibido para nós ter qualquer coisa bonita, não é, capitão Beck?
‘Het moet ons toch verboten worden om iets moois te bezitten, is het niet, kapitein Beck?’

Vi-a subir para a sua bonita liteira, tinha o cabelo armado tão alto, que teve de inclinar a cabeça para entrar!
Zag haar in die luxe draagstoel stappen; ze had haar haar zo hoog opgestoken dat ze er haast niet in paste!’

Seria bonita para princesa, quanto mais para serva
Ze is knap genoeg voor een prinses, laat staan voor een dienstmeid

Por algum tempo você não estará bonito.
U zult er'n tijdje minder goed uitzien.

Não sei onde ele conseguiu um violão tão bonito
Dus ik weet niet hoe hij aan zo' n mooie gitaar gekomen is

Bonita, inteligente.
Ziet er leuk uit, slim.

Quero ver se, pelo menos, ele é bonito.
Ik zou willen zien of hij er in elk geval een beetje goed uitziet.

Mamãe percebeu logo que ele era gentil, forte e bonito, e logo também se apaixonou.
Mama vond hem aardig en knap om te zien en na verloop van tijd is zij ook verliefd op hem geworden.

Segunda você se veste bem bonito, vai lá e paga a fiança deles.
Maandag ga je daar naartoe met je mooiste pak betaald hun borgsom.

Uma moça bonita como E. podia arrumar coisa melhor, não?
Een meisje met het uiterlijk van E. kon toch wel iets beters krijgen?

Cathy Ryan tem seios bonitos e quer ser enfermeira.
Cathy Ryan heeft lekkere tieten en ze wil zuster worden.

Bonita tatuagem.
Mooie tatoeage.