happy holidays oor Nederlands

happy holidays

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

prettige feestdagen

tussenwerpsel

And a happy holiday to you.
Jij ook een prettige feestdag.

Happy Holidays

Phrase

(US, Canada) A greeting typically used during the Christmas and holiday season to recognize the celebration of many holidays, including Christmas, New Year's Day, Hanukkah, Kwanzaa, and Thanksgiving. Not usually said at other holiday(s) during other times of the year.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

Vrolijk Kerstfeest en een Gelukkig Nieuwjaar

Phrase

fijne feestdagen

p

holiday greeting

We arrest a wacko homeless guy, and happy holidays.
We hebben een gekke dakloze gearresteerd en fijne feestdagen.

gelukkige feestdagen

p

holiday greeting

vrolijke feestdagen

p

holiday greeting

Well, don't you think it's a good idea to at least wish her a happy holiday?
Denk je niet dat het een goed idee is... om haar een vrolijke feestdag toe te wensen?

voorbeelde

A strange and disturbing interlude that should have been a happy holiday.1
Een vreemd en verontrustend intermezzo, dat eigenlijk een vrolijke vakantie had moeten zijn.

What can you do if someone wishes you a happy holiday or gives you a gift?
Wat kun je doen als iemand je fijne feestdagen wenst of je een cadeau geeft?

If Virginia had this kind of money, why would she have taken the Happy Holidays funds?
Als Virginia zoveel geld had, waarom zou ze dan het geld van de modeshow hebben gestolen?’

The crowds part for the pair, everyone smiling and nodding and wishing Anna a happy holiday.
Iedereen glimlacht en knikt en wenst Anna fijne feestdagen.

'Are we all having a happy holiday?'
‘Hebben we allemaal een fijne vakantie?’

"I tell her ""happy holidays"" instead."
Maar in plaats daarvan zeg ik 'gelukkige feestdagen'.

You drive safely, and happy holidays.
Rij voorzichtig, en fijne feestdagen.

Happy holidays.
Prettige feestdagen.

Happy Holidays to you, too.
Jij ook fijne feestdagen.

Happy holidays to all citizens.
Vrolijke feestdagen iedereen.

Happy holidays, sir.
Fijne feestdagen, Sir.

Happy holiday, boy.
Fijne feestdag toegewenst, kerel.

Happy Holidays to you and yours.
Fijne feestdagen voor jou en je familie.

Happy holidays.
Fijne vakantie.

Happy holidays, Private
Fijne feestdagen, soldaat

Have a happy holiday and a happy new year.”
Prettige kerstdagen en gelukkig nieuwjaar.’

Happy holidays.
Fijne feestdagen.

Happy holidays, Bob.
Prettige feestdagen.

Burrows, Christmas 1999 “Happy Holidays, Marcus!”
’ * Burrows, Kerstmis 1999 ‘Gelukkig kerstfeest, Marcus!’

Happy holidays!
Fijne feesten!

Happy holidays, Ned.
Fijne feestdagen.

She poked her head in and wished the office staff happy holidays.
Ze stak haar hoofd om de hoek en wenste het administratieve personeel een fijne vakantie.

Happy Holiday!
Prettige feestdagen.

Happy holidays
Fijne vakantie