to make history oor Nederlands

to make history

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

geschiedenis schrijven

werkwoord

You and the others are about to make history.
Je gaat samen met de anderen geschiedenis schrijven.

voorbeelde

But if you're a public official wanting to make history, then today is your lucky day, darlin'.
Maar als je als ambtenaar geschiedenis wilt schrijven... dan is dit je geluksdag, lieverd.

“Moritz is about to make history in England.
‘Moritz gaat doorbreken in Engeland!

Additionally, they will allow you to make history work in your application (the infamous "browser back button").
Daarnaast kunt u hiermee een geschiedenisfunctie gebruiken in uw app (de bekende knop 'Terug' in een browser).

Ready to make history?
Klaar om geschiedenis te maken, Henry?

I'm not trying to make history.
Het gaat me niet om de primeur,

You want to make history?
Wilt u geschiedenis schrijven?

As a young mother I wanted Suzanne to make history.
Als jonge moeder wilde ik dat Suzanne geschiedenis zou maken.

He wanted to make history, and several million dollars.
Hij wilde geschiedenis maken en verscheidene miljoenen dollars verdienen.

�How does it feel to make history?
'Wat voor een gevoel is het, geschiedenis te schrijven?'

It's a fine day to make history, Lillian.
Het is een mooie dag om geschiedenis te schrijven, Lillian.

We're about to make history here.
We staan op het punt om geschiedenis te schrijven.

We're about to make history.
We staan op het punt geschiedenis te maken.

That was when I vowed to make history, not to be its victim.”
Dat was het moment dat ik besloot geschiedenis te schrijven en er niet het slachtoffer van te zijn.'

He who has been selected to make history cannot be bothered with such trifles.’
Wie uitverkoren is om geschiedenis te maken, kan zich niet met zulke details ophouden.""

We're going to make history.
Vandaag schrijven we geschiedenis.

To make history.
Geschiedenis schrijven.

A meeting with Carter in 1907 inaugurated the partnership that was to make history.
Een ontmoeting met Carter in 1907 had het begin gemarkeerd van een samenwerkingsverband dat geschiedenis zou schrijven.

She was trying to make history as the first woman elected president.
Ze wilde geschiedenis schrijven als de eerste gekozen vrouwelijke president.

You and the others are about to make history.
Je gaat samen met de anderen geschiedenis schrijven.

We were going to make history.
We schrijven geschiedenis.

It's your chance to make history, Major.
Jou kans om historie te maken, Majoor

I'm not looking to make history with their transfusion.
Ik zoek geen geschiedenis te schrijven met de transfusie.

“He must — and he should see it as an opportunity to make history.”
‘Hij moet, of zou dit moeten zien als een mogelijkheid om geschiedenis te schrijven.’

Guess we'll just have to make history without you.
Ik denk dat we gewoon geschiedenis moeten maken zonder jou.

But I'm ready to make history.
Maar ik ga geschiedenis schrijven.