to stay at home oor Nederlands

to stay at home

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

thuisblijven

werkwoord

We're going to stay at home today.
We gaan vandaag thuisblijven.

voorbeelde

She certainly felt too restless to stay at home alone.
Bovendien was ze te rusteloos om thuis te blijven.

“You were told to stay at home, sir,” said one of the uniforms.
‘U had thuis moeten blijven,’ zei een van de mannen in uniform.

Don' t shuffle, you' re old enough to stay at home alone
Doe niet zo vervelend.Je bent al een grote jongen...... en je kunt best even alleen blijven

Because when he stopped he was going to have to stay at home with Barbara every day.
Want als hij ophield zou hij elke dag thuis moeten blijven bij Barbara.

But today, “many women cannot or choose not to stay at home and rear their children full-time.
Maar tegenwoordig „kunnen of willen veel vrouwen niet thuis blijven om al hun tijd te besteden aan het grootbrengen van hun kinderen.

But Léna's allowed to stay at home
Léna mag wel thuisblijven.

‘Your father wouldn’t have expected me to stay at home crying for him,’ she’d said.
‘Je vader zou niet van me hebben verwacht dat ik thuis om hem bleef zitten huilen,’ had ze gezegd.

He had not offered to stay at home should she need him.
Hij had niet aangeboden thuis te blijven voor het geval zij hem nodig zou hebben.

He won t be able to stay at home.
Hij kan niet thuis blijven.

Next day Pa had to stay at home to build a new roof.
De volgende dag moest Pa thuis blijven om een nieuw dak te maken.

she says, and Wolf allows himself to be persuaded to stay at home.
zegt ze, en Wolf laat zich overhalen thuis te blijven.

The simplest option would be to stay at home and avoid further questions about his family life.
De eenvoudigste optie was gewoon thuisblijven en alle verdere vragen over zijn gezinsleven vermijden.

I don’t have to stay at home and get yelled at by Steve all the time.
Ik heb geen zin om thuis te zitten en de hele week door Steve uitgekafferd te worden.

“By law they are obliged to stay at home with doors and windows shut during Holy Week.
‘De wet verplicht hen met Pasen thuis te blijven, met de deuren en ramen dicht; hoe kunnen ze het dan hebben gedaan?’

‘Yes it does, now and then, but on the whole I prefer to stay at home.’
—Jawel, zoo nu en dan, maar over het algemeen blijf ik liever thuis.

I thought Sally would beg to stay at home today, but she didn’t.
Ik had gedacht dat Sally zou smeken om vandaag thuis te mogen blijven, maar dat deed ze niet.

I want you to stay at home and work at night.'
Ik wil dat je thuisblijft en ’s avonds werkt.’

If he asked her to stay at home to avoid the danger, would she?
Als hij haar zou vragen thuis te blijven om geen gevaar te lopen, zou ze dat dan doen?

They encouraged me to stay at home and rest.
Ze moedigden me aan thuis te blijven en uit te rusten.

I am happy to stay at home for now.
Ik ben blij dat ik voorlopig thuis kan blijven.

She just wanted a proper reason to stay at home all day being miserable and weird.
Ze zocht gewoon naar een goede reden om de hele dag thuis te blijven en zich akelig en ellendig te voelen.

How I longed to stay at home with him, but Eliza looked forward to the ball.
Het liefste was ik bij hem thuisgebleven, maar Eliza verheugde zich op het bal.

* That morning, he had not been feeling well; he had a cold, and decided to stay at home.
Die ochtend voelde hij zich niet lekker, hij had kougevat en was thuisgebleven.

“You don’t expect him to stay at home and miss all the fun, do you?
‘Je kunt toch moeilijk van hem verwachten dat hij thuis blijft zitten en alle lol misloopt?

Just wants to stay at home and watch Jeopardy.
Wil gewoon thuis blijven en Jeopardy kijken.