to wake oor Nederlands

to wake

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

ontwaken

werkwoord

We took the decision to wake him up, but we couldn't.
We namen het besluit om hem te laten ontwaken, maar het lukte ons niet.

wakker maken

werkwoord

I don't want to wake Tom up.
Ik wil Tom niet wakker maken.

wakker worden

werkwoord

They didn't know when you were going to wake up if you were going to wake up.
Ze wisten niet wanneer je wakker zou worden, als je al wakker werd.

wekken

werkwoord

I remember wanting to wake up in the morning just to see her.
Ik herinner me dat ik haar's morgens wilde wekken, alleen om haar te zien.

Soortgelyke frases

I Need to Wake Up
I Need to Wake Up

to wake up
ontwaken · opwekken · wakker maken · wakker worden · wekken

voorbeelde

We need to wake her right now.
We moeten haar nu wakker maken.

It’ll do him good to wake up early.’
Het zal hem goeddoen om vroeg wakker te worden.”

When I slept at his place, I wanted to wake up naked in his enormous bed.
Toen ik bij hem was blijven slapen, wilde ik naakt wakker worden in zijn gigantische bed.

The girl waved her free hand at Retha, careful not to wake the child.
Het meisje zwaaide kort met haar vrije hand naar Retha, er nauwlettend op toeziend dat ze het kind niet wakker maakte.

She asked Ruby to wake her up in fifteen minutes.
Ze vroeg Ruby om haar over een kwartier wakker te maken.

Do you think I want to wake up and find some great smelly Scotchman staring down at me?
Het is heus geen pretje, ontwaken met een stinkende Schot boven je.

You want to wake the whole house?
U maakt't hele huis wakker.

Don’t program yourself to wake up with bad energy.
Programmeer jezelf niet om de volgende ochtend wakker te worden met slechte energie.

I didn't want to wake up, but my spirit stirred.
Ik wilde niet wakker worden, maar mijn geest roerde zich.

He wanted to wake her up, to tell her he was sorry, that he didn’t mean it.
Hij wilde haar wakker maken, zeggen dat het hem speet, dat hij het niet meende.

I specifically told you to wake me!
Ik heb je speciaal gezegd om mij wakker te maken!

I don’t want to wake up Megan to take her with me.”
Ik wil Megan dan niet wakker maken en haar meenemen.’

I don’t want to wake up to buzz you in.
Ik wil niet op hoeven staan om je binnen te laten.

Eventually she decided to wake him.
Ten slotte besloot ze hem wakker te maken.

She’d planned to wake him as gently as she could, to show him that nothing terrible would happen.
Ze had hem heel voorzichtig wakker willen maken, om hem te laten zien dat er niets verschrikkelijks zou gebeuren.

He slept with his mobile on the bedside table and she didn’t want to wake him up.
Hij sliep met zijn mobieltje naast zijn bed, en ze wilde hem niet wakker maken.

“That was a nice way to wake up.”
‘Dat was nog eens een leuke manier om wakker te worden.’

They’re waiting outside for me to wake up, waiting to talk to me.
Ze staan op de gang te wachten tot ik wakker ben, omdat ze met me willen praten.

We were just about to wake you.
We wilden je net wakker maken.

On the way to the exit, he shook his head a little as if to wake himself up.
De weg naar de uitgang schudde hij zijn hoofd als om wakker te worden.

The point of me staying over wasn't to wake up next to a pillow.
Dat ik hier bleef was niet om wakker te worden naast een kussen.

That night I remember thinking: what am I going to wake up to?
Die nacht dacht ik: waar zou ik nog voor wakker worden?

Maxine, you got to wake up now.
Maxine, je moet nu wakker worden.

He was no better than Gansey hoping for someone else to wake the ley line.
Hij was niet beter dan Gansey die hoopte dat iemand anders de leylijn zou wekken.

Or, she might like to wake and find me there—like the girl in the poem.’
Of misschien vindt ze het wel fijn om wakker te worden en mij daar te zien staan - net als het meisje in het gedicht.’