Harelde Boréale oor Nederlands

Harelde Boréale

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

IJseend

harelde boréale

vroulike

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

ijseend

En revanche, cette condition aurait été respectée pour ce qui concerne la harelde boréale.
Deze voorwaarde is volgens de Commissie wel vervuld voor de ijseend.

Harelde boréale

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

ijseend

En revanche, cette condition aurait été respectée pour ce qui concerne la harelde boréale.
Deze voorwaarde is volgens de Commissie wel vervuld voor de ijseend.

voorbeelde

En revanche, cette condition aurait été respectée pour ce qui concerne la harelde boréale.
Deze voorwaarde is volgens de Commissie wel vervuld voor de ijseend.

En particulier, la harelde boréale pourrait être remplacée par le canard colvert, la sarcelle d’hiver et le canard siffleur.
Zo kan de ijseend vervangen worden door de wilde eend, de wintertaling en de smient.

Il s’ensuit que seuls la harelde boréale, l’eider à duvet et le harle bièvre pouvaient être chassés au printemps tant en Finlande continentale que dans les îles d’Åland.
Bijgevolg konden in de lente enkel de ijseend, de eidereend en de grote zaagbek zowel in continentaal Finland als op de Ålandseilanden worden bejaagd.

45 Il s’ensuit que la chasse printanière à la harelde boréale remplit la condition relative à l’absence d’une autre solution satisfaisante, visée à l’article 9, paragraphe 1, sous c), de la directive.
45 Bijgevolg is met betrekking tot de lentejacht op de ijseend voldaan aan de in artikel 9, lid 1, sub c, van de richtlijn vastgestelde voorwaarde dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat.

19 En revanche, la Commission admet qu’il ne paraît pas raisonnablement possible de chasser la harelde boréale en automne dans les mêmes régions que celles dans lesquelles la chasse est pratiquée au printemps.
19 De Commissie geeft daarentegen toe dat de ijseend in de herfst niet redelijkerwijs kan worden bejaagd in dezelfde gebieden als waar de jacht in de lente wordt beoefend.

5 L’annexe II de la directive mentionne notamment l’eider à duvet, le garrot à œil d’or, le harle huppé, le harle bièvre, la macreuse brune, le fuligule morillon et la harelde boréale (Clangula hyemalis).
5 Bijlage II, deel 2, van de richtlijn vermeldt met name de eidereend, de brilduiker, de middelste zaagbek, de grote zaagbek, de grote zee-eend, de kuifeend en de ijseend (Clangula hyemalis).

23 Ledit gouvernement fait valoir que, s’agissant de la Finlande continentale, la chasse printanière n’a en réalité concerné, depuis le printemps de l’année 2001, que la harelde boréale, l’eider à duvet et le harle bièvre.
23 De Finse regering merkt op dat in continentaal Finland sinds 2001 in de lente in de praktijk enkel op de ijseend, de eidereend en de grote zaagbek is gejaagd.

10 La chasse est autorisée dans la province d’Åland au cours de la période comprise entre le 1er septembre et le 31 décembre pour les espèces suivantes: fuligule morillon, garrot à œil d’or, harelde boréale, harle bièvre, harle huppé et bécasse des bois.
10 De jacht in de provincie Åland is van 1 september tot en met 31 december toegestaan op de volgende soorten: de kuifeend, de brilduiker, de ijseend, de middelste zaagbek, de grote zaagbek en de houtsnip.

27 S’agissant de la harelde boréale, de la macreuse brune et du harle huppé, le gouvernement finlandais fait valoir que la chasse à ces espèces n’est pas possible en automne, car, en cette saison, elles ne sont pas présentes en quantités suffisantes pour être chassées dans les secteurs géographiques ouverts à la chasse printanière.
27 De jacht op de ijseend, de grote zee-eend en de middelste zaagbek is volgens de Finse regering in de herfst onmogelijk omdat deze vogels in dat seizoen niet in voldoende hoeveelheden aanwezig zijn in de gebieden die open zijn voor de lentejacht.

44 À cet égard, il convient de relever qu’une mesure consistant à autoriser la chasse en automne, voire au printemps, à d’autres espèces d’oiseaux aquatiques présentes dans lesdits secteurs en lieu et place de la chasse printanière à la harelde boréale ne saurait être regardée comme une autre solution satisfaisante au sens de l’article 9, paragraphe 1, sous c), de la directive.
44 Dienaangaande moet worden opgemerkt dat een maatregel die in plaats van de lentejacht op de ijseend de jacht in de herfst of zelfs in de lente toestaat op andere watervogels die in deze gebieden aanwezig zijn, niet kan worden beschouwd als een andere bevredigende oplossing in de zin van artikel 9, lid 1, sub c, van de richtlijn.

En l’absence d’autre solution satisfaisante, les autorités de la province d’Åland peuvent délivrer des permis autorisant la chasse, pendant une certaine période comprise entre le 15 mars et le 25 mai, à l’eider à duvet, à la macreuse brune, au fuligule morillon, au garrot à œil d’or, au harle huppé, au harle bièvre, à la harelde boréale et à la bécasse des bois, en petites quantités [...]»
Bij gebreke van een andere bevredigende oplossing, mogen de autoriteiten van de provincie Åland jachtaktes afleveren voor de jacht in kleine hoeveelheden op de eidereend, de grote zee-eend, de kuifeend, de brilduiker, de middelste zaagbek, de grote zaagbek, de ijseend en de houtsnip tijdens een bepaalde periode tussen 15 maart en 25 mei [...]”

34 S’agissant de la chasse printanière aux sept espèces d’oiseaux mentionnées au point 5 du présent arrêt, il importe, au préalable, de constater que, à la date d’expiration du délai fixé dans l’avis motivé complémentaire, seuls la harelde boréale, l’eider à duvet et le harle bièvre pouvaient, ainsi qu’il ressort des pièces versées au dossier de la présente affaire et conformément aux indications du gouvernement finlandais, être chassés en Finlande continentale.
34 Aangaande de lentejacht op de zeven in punt 5 van dit arrest genoemde vogelsoorten moet eerst en vooral worden vastgesteld dat, zoals uit de dossierstukken blijkt en door de Finse regering te kennen is gegeven bij het verstrijken van de in het aanvullend met redenen omkleed advies gestelde termijn enkel de ijseend, de eidereend en de grote zaagbek in continentaal Finland konden worden bejaagd.

43 S’agissant enfin de la harelde boréale, espèce que la Commission a malencontreusement omis de citer expressément dans les conclusions de sa requête, alors qu’elle a, dans cette même requête, spécifiquement reproché à l’État membre défendeur d’avoir autorisé la chasse printanière à cette espèce sans que la condition relative à l’absence d’une autre solution satisfaisante soit remplie, il n’est pas contesté qu’elle ne peut pas être chassée en automne dans les secteurs géographiques ouverts à la chasse printanière.
43 Wat tenslotte de ijseend betreft, die de Commissie helaas heeft vergeten expliciet te vermelden in de conclusies van haar verzoekschrift, ofschoon zij in hetzelfde verzoekschrift de verwerende lidstaat uitdrukkelijk heeft verweten de lentejacht op deze soort te hebben toegestaan zonder dat aan de voorwaarde dat er een andere bevredigende oplossing bestaat, is voldaan, wordt niet betwist dat zij in de herfst niet mag worden bejaagd in die geografische gebieden die open zijn voor de lentejacht.

En l’absence d’autre solution satisfaisante et pour autant que la chasse ne compromet pas le maintien d’un niveau de conservation favorable, les personnes ayant leur résidence habituelle dans les communes du littoral sur le territoire des districts de chasse des provinces d’Uusimaa, de Varsinais‐Suomi et de Satakunta peuvent, nonobstant les dates normales de fermeture de la chasse prévues à l’article 24, premier alinéa, chasser de petites quantités de hareldes boréales et d’eiders à duvet, de garrots à œil d’or, de harles huppés et de harles bièvres mâles du 10 avril au 21 mai.»
Bij gebreke van een andere bevredigende oplossing en mits de jacht de handhaving van een bevredigend niveau van behoud niet in gevaar brengt, mogen de personen die hun gewone verblijfplaats hebben in de kustgemeenten van de jachtgebieden van de provincies Uusimaa, Varsinais-Suomi en Satakunta, buiten de in artikel 24, eerste alinea, vermelde gewone data van sluiting van de jacht, van 10 april tot en met 21 mei op kleine hoeveelheden mannelijke ijseenden, eidereenden, brilduikers, middelste zaagbekken en grote zaagbekken jagen.”