aimé oor Nederlands

aimé

/e.me/ werkwoord manlike

Envers qui l'on éprouve de l'amour.

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

dierbaar

adjektief

Envers qui l'on éprouve de l'amour.

Je ne vous l'ai jamais avoué, mais je vous aime autant que Rom.
Ik heb het je nooit gezegd maar je bent me net zo dierbaar als mijn broer.

bemind

adjektief

Aimer et être aimé sont les plus grands des bonheurs.
Beminnen en bemind worden is het grootste geluk.

lief

naamwoord onsydig

Aimez vous les uns les autres, comme je vous ai aimés.
Heb elkaar lief zoals ik je heb liefgehad.

duur · geachte · lieve

Aimé

Soortgelyke frases

j'aurais aimé que
hebben · maar · was het maar zo dat

Anouk Aimée
Anouk Aimée

Aimé Anthuenis
Aimé Anthuenis

bien aimer
graag hebben · graag lusten · houden van · leuk vinden · lusten

Ma sorcière bien-aimée
Bewitched

Aimez-moi ce soir
Love Me Tonight

L’Affaire Josey Aimes
North Country

bien-aimé
bemind · beminde · dierbaar · dierbare · duur · geliefd · geliefde · lief · liefste · lieveling · schat · schattebout · welbemind

aimant
liefdevol · liefhebbend · magneet

voorbeelde

Elle aurait aimé ne pas avoir à s’inquiéter à propos de l’argent, de l’avenir et, plus que tout, de ses sœurs.
Het zou fijn zijn om zich geen zorgen te hoeven maken over dingen als geld of de toekomst of haar zussen.

Cependant ils sont aimés de Jéhovah, leur Dieu.
Toch heeft hun God Jehovah hen lief.

Je l'ai regardé s'éloigner de son désert bien-aimé... et ses voix omniscientes... ses voix qui peuvent décider de son destin demain.
Ik zag hem wegstuiven naar z'n woestijn... en z'n alwetende stemmen... die morgen wellicht z'n lot zullen bepalen.

Il savait que Liz Whittaker aurait aimé avoir un autre enfant.
Hij wist dat Liz Whittaker nog een kind had gewild.

Seulement, je n’ai jamais aimé cette Cinq.
Maar ik heb die Vijf nooit gemogen.

Il aurait aimé quelle le fasse, tant il se détestait lui-même davoir à les dire.
Hij zou het willen, zo erg haat hij zichzelf voor de dingen die hij heeft verteld.

Ben moi, j'aurai aimé qu'on ne fasse pas tout ça.
Ik zou willen dat wij dit helemaal niet deden.

Pourtant, Gabriela l’avait aimé, à sa façon.
Toch was Gabriela gek op hem geweest, op haar manier.

Le journaliste furtif original déguisée en bien-aimé d'Amérique?
De originele undercoverreporter vermomd als de lieveling van Amerika?

J’ai toujours aimé cette idée.
Ik heb altijd van dat idee gehouden.

Il a fait du Logos son “habile ouvrière”, amenant dès lors à l’existence toutes choses par l’entremise de son Fils bien-aimé (Proverbes 8:22, 29-31; Jean 1:1-3, 14; Colossiens 1:15-17).
Hij maakte de Logos tot zijn „meesterwerker”, en bracht van toen af aan alle dingen door bemiddeling van deze geliefde Zoon tot bestaan (Spreuken 8:22, 29-31; Johannes 1:1-3, 14; Kolossenzen 1:15-17).

Des styles nouveaux en architecture, un coup de coeur, n'est-ce pas le genre de chose que tu as toujours aimé ?
'Nieuwe bouwstijlen, nieuwe ideeën, dat zijn toch de dingen waar jij altijd voor in bent?'

Parce qu’elle m’a aimé elle aussi, je crois.
Omdat ik denk dat ze ook van mij heeft gehouden.

Il aurait aimé vomir, mais son estomac était vide.
Hij had het liefst overgegeven, maar zijn maag was allang leeg.

14 C’est pourquoi, bien-aimés, puisque vous attendez ces choses, faites tout votre possible pour que finalement il vous trouve sans tache, sans défaut et dans la paix+.
14 Lieve vrienden, omdat jullie naar die dingen uitzien, moeten jullie je uiterste best doen om uiteindelijk zonder gebrek of smet en in vrede door hem aangetroffen te worden.

Il eût aimé savoir pour quelle raison il allait mourir.
Het zou leuk zijn om te weten waarvoor je stierf.

J'aurais aimé le rencontrer.
Jammer, ik had'm graag ontmoet.

Elle aurait aimé s’en aller elle aussi, mais elle était encore très jeune.
Ze zou ook graag vertrekken, maar ze was nog heel jong.

" J'aurais aimé que vous soyez tous avec moi.
'Ik wou dat de hele familie hier had kunnen zijn.

Il aurait aimé croire qu’elles le resteraient toujours, mais il savait que ce n’était pas vrai.
Hij koesterde de gedachte dat ze altijd bij hem zouden blijven, maar hij wist dat dit niet zo was.

Le directeur de mission n'était pas très aimé.
De missieleider was niet geliefd.

Vous devez l'avoir beaucoup aimé.
Je moet veel van hem gehouden hebben.

J'aurais aimé me souvenir de plus de détails.
Ik wou dat ik mij meer details kon herinneren.

J’aurais aimé le plus sale, le plus étourdissant de vice.
Ik had zin gehad in de smerigste, de meest overweldigende ontuchtige handelingen.

Je refuse qu'elle soit trimbalée d'une famille à l'autre. sans même une seule fois ressentir... ce que c'est d'être aimé
Ze mag niet van het ene pleeggezin naar het andere gaan... zonder ook maar de herinnering... dat er ooit van haar gehouden is.