caca oor Nederlands

caca

/ka.ka/ naamwoord manlike

Ce que le corps des humains et des animaux rejettent de temps en temps sous forme de petite pile de déchets restants après la digestion, après avoir été collecté par le colon.

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

poep

naamwoord manlike

Excrément

Elle a fait deux beaux cacas aujourd'hui.
Ze heeft twee keer gepoept vandaag.

stront

naamwoord

Ce que le corps des humains et des animaux rejettent de temps en temps sous forme de petite pile de déchets restants après la digestion, après avoir été collecté par le colon.

Hetgene dat mensen en dierenlichamen van tijd tot tijd ontlasten als een keutel afval van de vertering, nadat dit in de dikke darm verzameld werd.

kak

naamwoord

Ce que le corps des humains et des animaux rejettent de temps en temps sous forme de petite pile de déchets restants après la digestion, après avoir été collecté par le colon.

Hetgene dat mensen en dierenlichamen van tijd tot tijd ontlasten als een keutel afval van de vertering, nadat dit in de dikke darm verzameld werd.

schijt · ontlasting · defecatie · fecaliën · feces · stoelgang · excrementen · uitwerpselen

Caca

Soortgelyke frases

Le mystère du caca dans l’urinoir
Mystery of the Urinal Deuce

faire caca
kak · kakken · poepen · schijten · zich ontlasten

voorbeelde

Ne nous faites pas un caca nerveux.
Stel je toch niet zo aan.

On est obligé de dire " caca "?
Moet hij het woord'poep'gebruiken?

Tu veux que je fouille mon caca?
Wil je dat ik mijn poep doorzoek?

Tu te feras des amies, et bientôt, la nourriture ne te donnera pas la nausée et tu apprendras même à faire caca en regardant quelqu'un dans les yeux.
Je vindt vrienden, en redelijk snel hoef je niet meer te kokken van het eten en, weet je, het lukt je zelfs om te poepen terwijl je iemand aankijkt.

Sûrement du caca de chien.
Is het hondenpoep?

C'est du caca!
Dit klinkt poep-achtig.

Paraît qu'ils mettent du caca dans les barres Fun Size.
Er wordt gezegd dat ze poep in snoep - papiertjes van Fun Size stoppen.

C'est du caca bien dessiné.
Heel goed getekend.

Quand ferai-je un vrai bon caca?
Wanneer was de laatste keer dat ik wat goede poep maakte?

C'est un caca monumental, M. Marsh.
Het is een fenomenale drol, Mr Marsh.

Et leur apprendre à pas faire caca partout.
Ze moeten zindelijk worden.

“Tu te rappelles, Elisa, le caca dans la boîte aux lettres de mémé ?”
‘Weet je nog, Elisa, de stront in de brievenbus van meme?’

Y avait trop de caca.
Het was gewoon teveel poep.

Bla, bla, pipi caca.
Blabla. Allemaal gelul.

Il jette tout contre le mur, comme un enfant de quatre ans jette son caca, et il voit ce qui colle.
Smijt alles maar tegen de muur, als een vierjarige die met poep gooit, en zie maar wat ervan blijft hangen.

Les bébés font pipi et caca.
Baby's poepen en plassen.

Un traité pour que tous fassent caca dans des zones séparées.
Iedereen krijgt zijn eigen gebied om derrie te droppen.

Quand tu fais caca... t'utilises une lingette?
Ik veeg af, daarna doop ik wc-papier in het water...

Je veux que Lord Tubbington fasse caca des barres chocolatées.
Ik wil dat Lord Tubbington snoeprepen poept.

Du caca des campeurs sauvages.
Van de poep van wildkampeerders.

Depuis qu'il mange du pâté au lieu des croquettes, il siffle la mélodie du caca.
Sinds ik de droge brokken heb vervangen voor blikvoer, laat ie continue scheten.

— Oncle Hake, oncle Hake, j’ai fait caca aujourd’hui !
‘Oom Hake, oom Hake, ik heb vandaag gepoept.’

Et on y trouvait souvent des cacas de chien qui n’avaient pas été ramassés, certains frais, d’autres blanchis.
Vaak lagen er hondendrollen die niet waren opgeruimd, sommige vers, sommige wit uitgeslagen.

— Je commence à envier un groupe de gamins qui échangeaient des messages au caca
‘Ik was opeens jaloers op een groepje jongens die onderling berichten uitwisselen met poep.’

Non, pipi et caca font un seul besoin.
Ik denk dat plassen en poepen één ding is.