fainéante oor Nederlands

fainéante

naamwoord, adjektief vroulike

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

luiaard

naamwoord manlike

C'est une personne terriblement fainéante.
Hij is zo een ontzettende luiaard.

luierik

naamwoord manlike

Je ne veux pas que tu me prennes pour un fainéant.
Ik wil je gewoon laten weten dat ik hier niet ben omdat ik een luierik ben.

speelvogel

naamwoord manlike

speler

naamwoord manlike

Soortgelyke frases

fainéanter
Ontspannen

fainéant
leegloper · lui · luiaard · luierik · speelvogel · speler

voorbeelde

Il travaillera aussi pour la Compagnie, mais ce ne sera pas un fainéant, comme Jussome.
Hij werken voor Company, maar geen lamzak, zoals Jussome.

ll avait peut- être peur de devenir fainéant et superficiel s' il avait accès à tout cet argent, alors, il l' a mis de côté, il l' a ignoré
Nou, zoals, misschien was hij bang dat hij een soort luie dilettante zou worden... als hij toegang had tot al zijn geld dus stopte hij het weg en negeerde het

Moi, je préfère une pinte et une table, je suis du genre fainéant.
Ik pak zelf liever een biertje en een dutje, maar ik ben dan ook lui.

Avez-vous songé qu'il soit possible que vous ne soyez qu " un fainéant, et un imbécile?
Heb jij de mogelijkheid overwogen dat je een luiwammes bent?

Je suis en train de vérifier le rapport de mon agent sur la mission Dion Stavros, et je voulais jeter un oeil sur les photos de la scène de crime, mais toi, gros fainéant, tu ne les as pas encore chargées sur le serveur.
Ik loop door het verslag van mijn agent... van de Dion Stavros missie en ik wilde eens kijken naar de foto's van het plaats delict... maar jouw luie zakken hebben het nog niet geüpload naar de server.

Tout l' argent du monde n' aiderait pas ce fainéant
Al ' t geld in de wereld zou die luie donder nog niet helpen

" Fainéant " n'est pas le premier mot qui me vient.
Lui is niet het eerste waar ik aan denk.

Fainéant.
Luie, luie man.

Son frère est en train de lui passer son savon habituel – je n’entretiens pas les fainéants –, mais il ne l’écoute pas.
Zijn broer gaat zoals altijd weer tegen hem tekeer – ik onderhoud geen zwervers – maar hij luistert niet naar hem.

Dépêche, fainéante!
Kom op, slome.

Regarde ces grosses fainéantes.
Kijk eens naar die vette, luie biddies.

Ils te préparent un fauteuil roulant, sale fainéant!
Ze regelt een rolstoel voor je, luie klojo

Debout, fainéant!
Opstaan, lamstraal!

Un faux sentiment de sécurité, et les voilà étourdis et fainéants.
En schijnveiligheid maakt ze nonchalant en lui.

Donc Lana la fainéante fait partie de notre groupe d'étude.
Dus luie Lana is deel van onze studiegroep.

La ville est pleine de fainéants.
„De stad wemelt van de leeglopers.

Des bons-à-rien fainéants qui touchent de la Sécurité sociale de quoi s’acheter de la drogue.
Werkschuwe nietsnutten die naar de sociale dienst gaan om geld voor drugs te halen.

Par ma foi, seigneur, la chasse et les divertissements sont plus faits pour les fainéants que pour les gouverneurs.
Op mijn woord, mijnheer, de jacht is meer voor leeglopers dan voor gouverneurs.

Elle ne les remplaça pas et ceux qui étaient restés, se sachant sans surveillance, devinrent fainéants.
Ze nam geen nieuwe bedienden aan, en zij die bleven, in de wetenschap dat niemand hen controleerde, werden lui.

Attendre de l'argent facile, c'est pour les paresseux et les fainéants.
Wachten op geluksgeld, dat is voor profiteurs... en luieriken.

Ils disent : « Les Gueux fainéants dorment.
"Zij zeggen: ""Die luie Geuzen liggen te slapen."

— Quittez mes terres, espèces de sales Irlandais fainéants !
‘Ga van mijn land af, jullie luie Ierse bastaards.’

Gemma était une fainéante professionnelle.
Gemma was een beroepslanterfanter.

C'est qui, les fainéants?
Wie noemt u lui?

Mon ami John le fainéant a été enterré ici.
Mijn vriend, luie John is hier ergens begraven.