fous le camp oor Nederlands

fous le camp

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

oppleuren

optiefen

werkwoord

voorbeelde

Je fous le camp.
Dan ga ik wel weg.

Fous le camp d'ici!
En nou opgeflikkerd!

Fous le camp, on travaille
Rot op, Darcy, sommige mensen moeten werken

Fous le camp, Larue.
Rustig aan, Larue.

Toi l'épouvantail, fous le camp, et je laisse 2 minutes à ton pote.
Ren met je schurftige lichaampje naar buiten... en ik geef je 2 minuten voorsprong op je maat hier.

Dans ce cas tu fous le camp.
Dan ga je snel opzij.

Allez, fous le camp.
Vooruit, donder op.

La police va croire que tu fous le camp.
Ze zullen denken dat je gevlucht bent.

Avant que la déesse laisse mon âme, fous le camp
Hoepel op!Ik spaar je, voordat de godin mij verlaat

Fous le camp!
Donder op.

Fous le camp!
Mijn huis uit.

Si quelqu'un d'autre que moi se dirige vers la voiture, tu fous le camp d'ici.
Als je iemand anders dan mij naar de auto ziet komen, dan smeer je hem.

Fous le camp!
Laat me!

Fous le camp loin de moi!
Laat me met rust.

Fous le camp!
Donder verdomme op!

Fais ta valise et fous le camp.
Pak je spullen en donder gauw op.

Donne-moi mon fric et je fous le camp.
Geef me mijn geld terug en ik doe rustig.

Maintenant, fous le camp de mon bureau et va te signaler auprès de ton agent de probation.
Ga uit m'n kantoor en meld je bij de reclasseringsambtenaar.

Fous le camp!
Donder op!

Fous le camp, Preston.
Rot op, Preston.

Fous le camp!
Ik wil je niet meer zien

Marla, fous le camp de ma chambre!
Marla, m'n kamer uit.

Maintenant tu fous le camp d’ici et tu embarques tes histoires drôles avec toi.»
En maak nu dat je wegkomt en neem die idiote verhaaltjes van je mee.’

Fous le camp.
Weg wezen.

Maintenant fous le camp.
En nu wegwezen.