parthénogenèse oor Nederlands

parthénogenèse

naamwoord vroulike

Forme de reproduction asexuée où la croissance et le développement des embryons se produit sans fertilisation.

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

parthenogenese

naamwoord

Forme de reproduction asexuée où la croissance et le développement des embryons se produit sans fertilisation.

La même qualification s’applique-t-elle aux résultats obtenus par les techniques de la parthénogenèse ou du clonage thérapeutique?
Geldt dezelfde kwalificatie voor de resultaten die worden verkregen middels de technieken van parthenogenese of van therapeutisch klonen?

maagdelijke voortplanting

forme de reproduction asexuée

voorbeelde

La République française et le Royaume de Suède adhèrent à une interprétation analogue de la formule utilisée par la Cour et considèrent que, dans l’état actuel de la science, la parthénogenèse ne saurait être considérée comme une technique de nature à déclencher le processus de développement d’un être humain.
37) Frankrijk en Zweden bepleiten een vergelijkbare uitlegging van het criterium van het Hof en menen dat parthenogenese in het licht van de huidige stand van de wetenschap niet kan worden gezien als een techniek die het proces van ontwikkeling tot een mens in gang kan zetten.

L’article 6, paragraphe 2, sous c), de la directive 98/44/CE du Parlement européen et du Conseil, du 6 juillet 1998, relative à la protection juridique des inventions biotechnologiques, doit être interprété en ce sens qu’un ovule humain non fécondé qui, par voie de parthénogenèse, a été induit à se diviser et à se développer ne constitue pas un «embryon humain», au sens de cette disposition, si, à la lumière des connaissances actuelles de la science, il ne dispose pas, en tant que tel, de la capacité intrinsèque de se développer en un être humain, ce qu’il appartient à la juridiction nationale de vérifier.
Artikel 6, lid 2, sub c, van richtlijn 98/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen, moet aldus worden uitgelegd dat een onbevruchte menselijke eicel die door parthenogenese is gestimuleerd zich te verdelen en zich te ontwikkelen, geen „menselijk embryo” in de zin van die bepaling is indien zij, gelet op de huidige kennis van de wetenschap, als zodanig niet het inherente vermogen bezit zich te ontwikkelen tot een mens. Het is aan het verwijzende gerecht na te gaan of dat het geval is.

Parthénogenèse.
Parthenogenesis.

“Nous ignorons totalement la cause finale de la sexualité; pourquoi faudrait- il que de nouveaux êtres soient produits par l’union de deux éléments sexuels plutôt que par le moyen de la parthénogénèse [reproduction à l’aide d’un parent seulement] (...)?
„Wij zijn zelfs op geen stukken na op de hoogte van de uiteindelijke oorzaak van geslachtelijkheid; waarom nieuwe wezens voortgebracht zouden moeten worden door de vereniging van de twee geslachtelijke elementen, in plaats van door een proces van parthenogenese [voortplanting waarbij slechts één ouder betrokken is] . . .

Si je comprends bien, le mythe veut qu’à l’aube des temps la déesse Boonta ait eu deux fils par parthénogenèse.
Volgens mij verhaalt deze mythe hoe in de aanvang der tijden de godin Boonta uit zich zelf een tweeling voortbracht.

Elle a jugé que «constituent un ‘embryon humain’ au sens de l’article 6, paragraphe 2, sous c), de la directive tout ovule humain dès le stade de la fécondation, tout ovule humain non fécondé dans lequel le noyau d’une cellule humaine mature a été implanté et tout ovule humain non fécondé qui, par voie de parthénogenèse, a été induit à se diviser et à se développer» (39).
38) Het stelde vast dat „elke menselijke eicel, zodra deze is bevrucht, elke niet‐bevruchte menselijke eicel waarin de kern van een uitgerijpte menselijke cel is geïmplanteerd en elke niet‐bevruchte menselijke eicel die is gestimuleerd tot deling en ontwikkeling middels parthenogenese, een ‚menselijk embryo’ is”.(

«Les ovules humains non fécondés qui, par voie de parthénogenèse, ont été induits à se diviser et à se développer, et qui, à la différence des ovules fécondés, contiennent uniquement des cellules pluripotentes et ne sont pas en mesure de se développer en êtres humains, sont-ils visés par l’expression ‘embryons humains’ à l’article 6, paragraphe 2, sous c), de la directive 98/44?»
„Vallen onbevruchte menselijke eicellen, die werden gestimuleerd tot deling en verdere ontwikkeling middels parthenogenese, en die anders dan bevruchte eicellen enkel pluripotente cellen bevatten en zich niet kunnen ontwikkelen tot menselijke wezens, onder de term ‚menselijke embryo’s’ bedoeld in artikel 6, lid 2, sub c, van richtlijn 98/44/EG betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen?”

Pour les apiculteurs du monde entier, l'année 2011 est celle du bicentenaire de la naissance du prêtre et docteur Jan Dzierżon, qui a découvert la parthénogenèse des abeilles.
Voor imkers over de hele wereld is 2011 een jubileumjaar, waarin de 200e geboortedag wordt gevierd van Johann Dzierzon, de ontdekker van de parthenogenese bij bijen.

(6) La proposition à l'examen concerne exclusivement la production de lignées de cellules-souches à l'aide d'embryons surnuméraires produits par FIV, et non pas par des clones (somatic cell nuclear transfer SCNT) ni - objet de débats récents - de division des ovules sans fécondation (parthénogenèse)
(6) Het onderhavige Commissievoorstel heeft dus uitsluitend betrekking op de productie van stamcellijnen uit restembryo's die via IVF zijn ontstaan, dus niet via klonen (overdracht van de celkern van somatische cellen) of geïnduceerde eiceldeling (parthenogenese), een techniek waarover de laatste tijd veel gediscussieerd wordt.

De la même façon, incidemment, il semble qu’on puisse écarter la parthénogenèse, même si elle était possible.
En dit zou toevalligerwijze ook voor parthenogenese opgaan, als dat bestond.

Dans le cadre de sa question relative à la signification de la notion d’«embryons humains», le Bundesgerichtshof a expressément demandé si «des ovules humains non fécondés qui, par voie de parthénogenèse, ont été induits à se diviser et à se développer» relèvent de ce terme (43), dès lors que le fascicule du brevet citait de tels ovules en tant que solution de substitution pour obtenir des cellules souches embryonnaires humaines.
42) Als onderdeel van zijn vraag naar de betekenis van „menselijk embryo’s” wenste het Bundesgerichtshof uitdrukkelijk te vernemen of „onbevruchte menselijke eicellen, die worden gestimuleerd tot deling en verdere ontwikkeling middels parthenogenese” onder het begrip vallen(43). aangezien dergelijke eicellen in het octrooischrift werden genoemd als alternatieve wijze van verkrijging van menselijke embryonale stamcellen.

La reproduction sans mâle est connue sous le nom de “parthénogénèse” (du grec parthénos, qui signifie “vierge”, et -génèse, “naissance, formation, production”).
Voortplanting zonder mannelijke partner wordt parthenogenese genoemd [van het Griekse parthenos, dat „maagd” betekent, plus „genesis”].

constituent un «embryon humain» tout ovule humain dès le stade de la fécondation, tout ovule humain non fécondé dans lequel le noyau d’une cellule humaine mature a été implanté et tout ovule humain non fécondé qui, par voie de parthénogenèse, a été induit à se diviser et à se développer;
elke menselijke eicel, zodra deze is bevrucht, elke niet-bevruchte menselijke eicel waarin de kern van een uitgerijpte menselijke cel is geïmplanteerd en elke niet-bevruchte menselijke eicel die is gestimuleerd tot deling en ontwikkeling middels parthenogenese, een „menselijk embryo” is;

q bis) "l'embryon humain" inclut tout organisme obtenu par fécondation, parthénogenèse, clonage ou tout autre moyen à partir d'un ou plusieurs gamètes humains ou cellules diploïdes humaines.
q bis) "menselijk embryo" elk organisme dat door bevruchting, parthenogenese, klonen, of op andere wijze ontstaan is uit een of meer menselijke geslachtscellen of menselijke diploïde cellen;

«Renvoi préjudiciel – Directive 98/44/CE – Article 6, paragraphe 2, sous c) – Protection juridique des inventions biotechnologiques – Activation par voie de parthénogenèse d’ovocytes – Production de cellules souches embryonnaires humaines – Brevetabilité – Exclusion des ‘utilisations d’embryons humains à des fins industrielles ou commerciales’ – Notions d’‘embryon humain’ et d’‘organisme de nature à déclencher le processus de développement d’un être humain’»
„Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 98/44/EG – Artikel 6, lid 2, sub c – Rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen – Stimulering van oöcyten door parthenogenese – Productie van menselijke embryonale stamcellen – Octrooieerbaarheid – Uitsluiting van ‚gebruik van menselijke embryo’s voor industriële of commerciële doeleinden’ – Begrippen ‚menselijk embryo’ en ‚organismen die het proces van ontwikkeling tot een mens in gang zetten’”

Par conséquent, et sous la réserve que j’aborderai ci-dessous, la question posée par la High Court appelle une réponse négative, en ce sens que les ovules humains non fécondés qui, par voie de parthénogenèse, ont été induits à se diviser et à se développer, comme le décrit la juridiction de renvoi, ne sont pas visés par l’expression «embryons humains» à l’article 6, paragraphe 2, sous c), de la directive.
De door de High Court gestelde vraag moet dan ook, zij het met het voorbehoud dat ik hierna zal maken, ontkennend worden beantwoord, in de zin dat onbevruchte menselijke eicellen die worden gestimuleerd tot deling en verdere ontwikkeling door middel van parthenogenese zoals beschreven door de verwijzende rechter niet onder het begrip „menselijke embryo’s” van artikel 6, lid 2, sub c, van de richtlijn vallen.

12 À cet égard, le Hearing Officer a considéré que les inventions décrites dans les demandes d’enregistrement concernaient des ovules humains non fécondés qui, par voie de parthénogenèse, ont été induits à se diviser et à se développer et que ceux-ci étaient «de nature à déclencher le processus de développement d’un être humain comme l’embryon créé par fécondation d’un ovule», au sens du point 36 de l’arrêt Brüstle (C‐34/10, EU:C:2011:669).
12 Daartoe heeft de Hearing Officer overwogen dat de in de inschrijvingsaanvragen beschreven uitvindingen betrekking hadden op door parthenogenese tot deling en verdere ontwikkeling gestimuleerde onbevruchte menselijke eicellen en dat deze „het proces van ontwikkeling tot een mens in gang zetten, net zoals het geval is bij het embryo dat door bevruchting van een eicel is ontstaan ”, in de zin van punt 36 van het arrest Brüstle (C‐34/10, EU:C:2011:669).

Avant de répondre à la question posée par la High Court et d’expliquer pourquoi, au regard de la décision rendue par la Cour dans l’affaire Brüstle et des précisions données par la juridiction de renvoi, je propose d’exclure de la notion d’«embryons humains» au sens de l’article 6, paragraphe 2, sous c), de la directive, les ovules humains non fécondés qui, par voie de parthénogenèse, ont été induits à se diviser et à se développer, je formulerai quelques remarques liminaires relatives, premièrement, au contexte scientifique de l’invention en cause dans la présente affaire, deuxièmement, au caractère non exhaustif de la liste figurant à l’article 6, paragraphe 2, de la directive et, troisièmement, à l’article 5 de la directive.
Voordat ik de door de High Court gestelde vraag beantwoord en tegen de achtergrond van de Brüstle-uitspraak en de verdere preciseringen van de verwijzende rechter toelicht waarom mijns inziens onbevruchte menselijke eicellen die worden gestimuleerd tot deling en verdere ontwikkeling door middel van parthenogenese niet onder het begrip „menselijke embryo’s” in de zin van artikel 6, lid 2, sub c, van de richtlijn vallen, wil ik enkele opmerkingen wijden aan, ten eerste, de wetenschappelijke achtergrond van de betrokken uitvinding, ten tweede, het niet-uitputtende karakter van de lijst van artikel 6, lid 2, van de richtlijn en, ten derde, artikel 5 van de richtlijn.

Une parthénogénèse humaine?
Menselijke parthenogenese?

Confrontée à des recherches suggérant la possibilité de surmonter l’obstacle de l’empreinte génomique chez les souris ayant pour résultat des souris parthénogénétiques nées vivantes, ISC a soutenu que ces recherches ne portaient pas sur la seule parthénogenèse, mais comportaient d’importantes manipulations génétiques.
In reactie op onderzoek waaruit zou blijken dat het obstakel van genomische inprenting mogelijk kan worden overwonnen bij muizen, resulterend in levend geboren parthenogenetische muizen, heeft ISC betoogd dat dit onderzoek niet enkel parthenogenese betrof, maar ook extensieve genetische manipulatie omvatte.

4 – «[Doit] également se voir reconnaître cette qualification [...] l’ovule humain non fécondé induit à se diviser et à se développer par voie de parthénogenèse.
4 – „Dit gaat ook op voor [...] de niet-bevruchte menselijke eicel die is gestimuleerd tot deling en ontwikkeling middels parthenogenese.

– constituent un «embryon humain» tout ovule humain dès le stade de la fécondation, tout ovule humain non fécondé dans lequel le noyau d’une cellule humaine mature a été implanté et tout ovule humain non fécondé qui, par voie de parthénogenèse, a été induit à se diviser et à se développer;
– elke menselijke eicel, zodra deze is bevrucht, elke niet‐bevruchte menselijke eicel waarin de kern van een uitgerijpte menselijke cel is geïmplanteerd en elke niet‐bevruchte menselijke eicel die is gestimuleerd tot deling en ontwikkeling middels parthenogenese, een „menselijk embryo” is;

La présente affaire porte sur des ovules humains non fécondés qui, par voie de parthénogenèse, ont été induits à se diviser et à se développer, organismes que, par souci de simplicité, je désignerai à partir de maintenant par le terme «parthénotes» (10).
Het gaat in deze zaak om onbevruchte menselijke eicellen die door middel van parthenogenese worden gestimuleerd tot deling en verdere ontwikkeling – deze organismen zal ik hierna eenvoudigheidshalve „parthenoten” noemen.(

– des ovules humains non fécondés qui, par voie de parthénogenèse, ont été induits à se diviser et à se développer?
– onbevruchte menselijke eicellen, die worden gestimuleerd tot deling en verdere ontwikkeling middels parthenogenese?