Une société à responsabilité limitée exerçant une activité économique ne peut-elle pas être considérée, en vertu de l’article 3, paragraphe 4, de l’annexe I du règlement 651/2014 (1), comme une petite ou moyenne entreprise (ci-après «PME») ne serait-ce que parce que 90 % de son capital social est détenu par une fondation de droit civil dont le conseil de fondation (Kuratorium), qui n’est pas autorisé à assurer la gestion, est constitué de 17 membres parmi lesquels figurent deux représentants de ministères, le maire d’une ville, le recteur d’une université, trois professeurs de cette université, le président d’un autre établissement d’enseignement supérieur et le directeur d’une chambre de commerce et d’industrie ?
Kan een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die een economische activiteit uitoefent volgens artikel 3, lid 4, van bijlage I bij verordening nr. 651/2014 (1), niet als kleine of middelgrote onderneming worden beschouwd op grond van het loutere feit dat 90 % van haar maatschappelijk kapitaal in handen is van een stichting naar burgerlijk recht, met een niet voor het dagelijks bestuur bevoegd curatorium bestaande uit 17 personen waarvan er twee vertegenwoordigers zijn van een ministerie, één de burgemeester van een stad, één de rector van een universiteit, drie professoren van die universiteit, één de president van een andere hogeschool en één de algemeen directeur van een kamer van industrie en koophandel?Eurlex2019 Eurlex2019