savoir-vivre oor Nederlands

savoir-vivre

naamwoord manlike

manières (bonnes, mauvaises)

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

fatsoen

naamwoord onsydig

goede manieren

Une règle que personne ne prend la peine de codifier, puisque c'est du savoir-vivre.
Een waarvan niemand nooit de moeite nam om op te scrhijven omdat het gewoon om algemeen fatsoen gaat.

opvoeding

naamwoord

voorbeelde

Abaisser la lunette des WC est une question de savoir-vivre.
De wcbril naar benden doen is gewoon een kwestie van etiquette.

Ses recherches l’avaient convaincu que les manuels de savoir-vivre étaient une vraie mine d’informations.
Maar zijn onderzoek had hem laten beseffen dat boeken over etiquette een rijke bron waren voor ander materiaal.

De plus cet homme agissait avec un mépris total pour le savoir-vivre raffiné dont elle avait l’habitude.
En dat alles met een botte verontachzaming van die maatschappelijke finesses waar ze aan gewend was.

Savoir apprécier le bon vin est un gage de savoir-vivre.
Wijn proeven duidt op een hoge opleiding.

Pour un fumeur, c’est ça, le savoir-vivre.
Voor een roker staat dat gelijk aan wellevendheid.

Après cette concession au savoir-vivre, Bob T fut le premier à prendre la parole.
Toen de sociale plichtplegingen achter de rug waren, was Bob T de eerste die sprak.

Gentillesse et courtoisie forment le savoir-vivre, ce qui est une excellente chose.
Attentheid wijst op een goede opvoeding, en dat is heel mooi.

Les loups de mer ont leur propre savoir-vivre.
Zeehonden hebben hun eigen etiquette.

Seuls son éducation et son savoir-vivre l'avaient amenée à se montrer plus que strictement polie avec Kay.
Alleen haar goede manieren en opvoeding dwongen haar uiterst beleefd tegen Kay te zijn.

Ce n’était pas le moment de donner une leçon de savoir-vivre à son fils.
Het was niet het moment om zijn zoon een lesje wellevendheid te geven.

Il faut savoir vivre avec le mensonge, comme ceux qui nous ont dupés, qui t'ont inoculé ce cancer.
Dat kan alleen als je in leugens gelooft, zoals de lui die ons hebben bedrogen. Die jou ziek hebben gemaakt.

Kip avait dû dénicher un manuel de savoir-vivre dans la bibliothèque.
Kip moest zich wel door een etiquetteboek uit de bibliotheek hebben heengewerkt.

Lorsqu’on voyage, il faut montrer du savoir-vivre et prendre des précautions.
Voor reizen zijn goede manieren en verstandige voorzorgsmaatregelen een vereiste.

Martin était certes sympathique et charmant, mais de toute évidence il manquait de savoir-vivre.
Martin was best leuk, en lief, al was het duidelijk dat hij niet bijster wereldwijs was.

Il perd aussi son savoir-vivre.
Hij verliest ook het vermogen te leven.

Il faut savoir vivre sans livres, sans rien.
Men moet ook zonder boeken en zonder iets kunnen leven.

Savoir-vivre et courtoisie sont aussi un des plaisirs de la vie.
Savoir-vivre en hoffelijkheid behoren ook tot de geneugten van het leven.

Je ne l’ai jamais mentionné, parce que c’est un minimum de savoir-vivre de ne pas le mentionner.
Ik heb dit nooit verteld, omdat het goed fatsoen is om het niet te vertellen.

demandai-je, parce que je savais que cétait un minimum de savoir-vivre pour nous de parler.
vroeg ik, want ik wist dat het goed fatsoen voor ons was om te spreken.

Nos voisins ont aucun savoir-vivre.
Iemand moet onze buren wat manieren bijbrengen.

- Des classiques, des dictionnaires, des encyclopédies, des manuels de savoir-vivre, ce genre-là.
'Klassieke werken, woordenboeken, encyclopedieën, boeken over etiquette, dergelijke dingen meer.

Demandez- vous : ‘ Ai- je du savoir-vivre ?
Vraag je af: Heb ik goede manieren?

Tu as donc tout oublié des cours de savoir-vivre de Mr Rheimer ?
Heb je dan niets onthouden van missus Rheimers etiquettelessen?

Inévitablement, ce nouveau code de moralité s’est accompagné de changements dans le savoir-vivre.
De nieuwe zedenwet ging onvermijdelijk vergezeld van een verandering in de manieren.

Mais à quel point veut-on savoir vivre seul?
Maar hoe goed in alleen zijn willen we worden?