tout de suite oor Nederlands

tout de suite

/tut sɥit/, /tudsɥit/, /tu də sɥit/ bywoord

en personne(?)

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

meteen

bywoord

D'une manière immédiate, instantanée ou sans délai.

Op een onmiddelijke wijze; onmiddelijk of zonder uitstel.

Les deux opinions ont des mérites et des démérites, aussi ne vais-je pas décider tout de suite laquelle soutenir.
Er kleven voor- en nadelen aan allebei je meningen, ik ga dus niet meteen besluiten welke te ondersteunen.

onmiddellijk

bywoord

J'ai été surpris qu'elle me reconnaisse tout de suite.
Het verraste mij, dat ze mij onmiddellijk herkende.

dadelijk

bywoord

D'une manière immédiate, instantanée ou sans délai.

Op een onmiddelijke wijze; onmiddelijk of zonder uitstel.

Viens ici tout de suite.
Kom dadelijk naar hier.

aanstonds · direct · op staande voet · schielijk · subiet · zo · ineens · ogenblikkelijk · opeens · terstond · onmiddelijk · onverwijld · stante pede · zodadelijk

voorbeelde

Je t'ai reconnue tout de suite.
Ik herkende jou meteen.

Là, tout de suite?
Nu op dit moment?

Suzanne a tout de suite fait part à d’autres personnes de ce que je lui apprenais.
Suzanne begon al snel anderen te vertellen over de dingen die ze leerde.

Espérons que la panne va être réparée tout de suite
Laten we hopen dat de stroomstoring snel verholpen is.’

Mais autant s’y habituer tout de suite.
Ze kon er maar beter meteen aan wennen.

Tout de suite
Ja meneer, meteen

Je vais envoyer quelque chose tout de suite.
Ik zal meteen iemand sturen.

Tout de suite.
Akkoord.

Je te email ça tout de suite.
Ik stuur je direct een e-mail terug.

Peut-être qu'on va avoir ce match tout de suite.
Misschien moeten we nu die wedstrijd doen.

Il vous a presque tout de suite atteint à la poitrine, et vous êtes tombé.
Bijna dadelijk werd je in je borst getroffen en je viel op de grond.

Alors pourquoi n’allez-vous pas transmettre mon message tout de suite ?
Maar waarom geeft u mijn bericht niet nu meteen door?

Je vérifie tout de suite, Batman.
Dat zoek ik voor je uit.

Pas tout de suite.
Nog niet.

Tout de suite, monsieur.
Meteen, sir.

À tout de suite.
Okay, Ik zie je snel.

À l’école secondaire, j’ai tout de suite bien réussi en sport.
Op de middelbare school ging de sport mij bijna onmiddellijk heel goed af.

ALLEZ, EMBARQUEZ TOUT DE SUITE !
VOORUIT, NU OGENBLIKKELIJK DE BOOT IN!

Prends les médocs tout de suite, ou je commence à composer.
Neem de pillen nu in... anders bel ik.

Je veux tout de suite un signal de son téléphone!
Ik wil een opsporing via haar telefoon, nu.

Dites-le moi tout de suite!
Vertel het me!

Lancez un décompte, tout de suite!
Zet de stopwatch aan.

Je reviens tout de suite.
Zo terug.

Tout de suite, M. Grayson.
Natuurlijk, Mr Grayson.

Qu’un jour, ils seraient ensemble, pas tout de suite, mais un jour.
Hij zei dat ze op een dag samen zouden zijn, niet nu, maar op een dag.