N.Chr oor Engels

N.Chr

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

A.D

bywoord

In de vierde eeuw n.Chr. begint het Romeinse rijk in te storten.
The late fourth century A.D. the Roman Empire began to crumble.

voorbeelde

Standbeeldsokkels aan de uiteinden van de overgebleven muren van het auditorium droegen de naam van twee broers, senators uit de vroeg-Severische periode en twee van een inscriptie voorziene sokkels, die symmetrisch tegenover de voorgevel waren geplaatst, droegen de standbeelden van de Aphrodisiaanse weldoeners, Claudia Antonia Tatiana en haar oom Lucius Antonius Dometinus, die leefden aan het einde van de 2e eeuw n.Chr. (cf. beeldhouwwerken van het bouleuterion).
Statue bases terminating the retaining walls of the auditorium bore the names of two brothers, senators in the early Severan period, and two inscribed bases placed symmetrically against the exterior facade held statues of Aphrodisian benefactors, Claudia Antonia Tatiana and her uncle Lucius Antonius Dometinus, who were active at the end of the 2nd century.

Het is het jaar 59 n.Chr.
The year is 59 C.E.

Na de verwoestingen van Aquileia en Iulium Carnicum in 452 n.Chr. door de Hunnen, werd Forum Iulii de hoofdplaats van het dictrict Friuli (de naam Friuli is een verbastering van de naam Forum Iulii).
After the destruction of Aquileia and Iulium Carnicum (Zuglio) in 452 AD, Forum Iulii became the chief town of the district of Friuli and gave its name to it.

Dibsi Faraj werd grotendeels verlaten tijdens de Vroeg-Islamitische periode, mogelijk nadat een aardbeving in 859 n.Chr. veel schade aanrichtte.
The excavations revealed that the site was largely abandoned during the Early Islamic period, probably after an earthquake in 859 CE caused much destruction.

De stadsmuur werd aangelegd in de periode 263-276 n.Chr. rond de Romeinse stad Lucus Augusti (het huidige Lugo) om de stad te verdedigen tegen opstandige plaatselijke stammen en Germaanse invallers.
The city walls were built between 263 and 276 A.D. to defend the Roman town of Lucus Augusti (present-day Lugo) against local tribesmen and Germanic invaders.

Quintus Lollius Urbicus was gedurende het bewind van de Romeinse keizer Antoninus Pius van 139 tot en met 142 n.Chr. gouverneur van de Romeinse provincie Britannia.
Quintus Lollius Urbicus was a Berber governor of Roman Britain between the years 139 and 142, during the reign of the Emperor Antoninus Pius.

Dit fragment is gevonden in Nachal Chever, in de woestijn van Judea (Israël), en wordt gedateerd tussen 50 v.Chr. en 50 n.Chr.
This fragment, found in a cave in Nahal Hever, Israel, in the Judean Desert, is dated between 50 B.C.E. and 50 C.E.

Volgens de New Catholic Encyclopedia werd het vieren van Kerstmis voor het eerst genoemd ‘in de Chronograaf van Filocalus, een Romeinse almanak die oorspronkelijk dateert uit 336 [n.Chr.]’.
According to the New Catholic Encyclopedia, celebrating Christmas was first mentioned “in the Chronograph of Philocalus, a Roman almanac whose source material can be dated to 336 [C.E.].”

Een kaart van het Romeinse Rijk in 284 n.Chr. leek erg veel op een kaart van het rijk van tweehonderd jaar daarvoor.
A map of the Roman empire in AD 284 would look much like a map of the empire 200 years previously.

Periplus (van de Erythreïsche Zee): een historisch document van onschatbare waarde uit ongeveer de eerste eeuw n.Chr.
Periplus (of the Erythraean Sea): a priceless historical document from approximately the first century AD.

Na de dood van Epaticcus in 35 n.Chr. herwon Verica wat terrein, maar de zoon van Cunobelinus nam de campagne van zijn vader over en rond het jaar 40 waren de Atrebati veroverd.
Verica regained some territory following Epaticcus's death in about 35, but Cunobelinus's son Caratacus took over the campaign and by the early 40s the Atrebates were conquered.

De bronnen ervan zijn onbekend, maar dit grote werk is in 409 n.Chr. uit het Koptisch in het Arabisch vertaald.
Its origins are unknown, but this large work was translated from Ethiopian into Arabic in AD 409.

Respendial was koning van een van de twee groepen Alanen, die na de Rijn te zijn overgestoken in 407 n.Chr. het Romeinse Rijk binnenvielen.
Respendial was king of one of two groups of Alans which crossed the Rhine into the Roman Empire in 407 CE.

In 200 n.Chr. hadden de ziederijen ijzeren potten die verwarmd werden door gasvlammen.
By a.d. 200, the boiling houses had iron pots heated by gas flames.

Ze gebruikten Gods naam ook in hun eigen geschriften. De Tosefta, een verzameling Joodse wetten die rond 300 n.Chr. voltooid was, zegt over christelijke geschriften die door tegenstanders verbrand werden: „De boeken van de Evangelisten en de boeken van de minim [waarschijnlijk Joodse christenen] redden ze niet uit een vuur.
The Tosefta, a collection of Jewish laws completed by about 300 C.E., says regarding the burning of Christian writings by opposers: “The books of the Evangelists and the books of the minim [thought to be Jewish Christians] they do not save from a fire.

De beeldhouwers kwamen hier binnen vier jaar na de dood van Tiberius, ergens tussen 37 en 41 n.Chr.'
The sculptors arrived here within four years of Tiberius’s death, sometime between 37 and 41 AD.’

Pilatus, de gouverneur: De Romeinse gouverneur (prefect) van Judea, in 26 n.Chr aangesteld door keizer Tiberius.
Pilate, the governor: The Roman governor (prefect) of Judea appointed by Emperor Tiberius in 26 C.E.

De ondergrondse necropolis dankt zijn naam aan Priscilla, geboren in de tweede helft van de tweede eeuw n.Chr.
The underground necropolis's name comes from a Roman woman Priscilla, born in the second half of the second century AD.

Zo wordt de uitdrukking in Za 3:5, 6 weergegeven in een exemplaar van de Septuaginta dat gevonden is in Nachal Chever (Israël) en dat wordt gedateerd tussen 50 v.Chr. en 50 n.Chr.
That is how the expression is handled at Zec 3:5, 6 in a copy of the Septuagint found in Nahal Hever, Israel, dated between 50 B.C.E. and 50 C.E.

Welke gebeurtenissen deden zich voor in 66 n.Chr.?
What events took place in 66 C.E.?

Justinus Martyr schreef in de tweede eeuw n.Chr. over Jezus: ‘De volgende timmermanswerken namelijk vervaardigde hij, terwijl hij onder de menschen verkeerde: ploegen en jukken.’
Justin Martyr, of the second century C.E., wrote that Jesus worked “as a carpenter when among men, making ploughs and yokes.”

In 303 n.Chr. gaf de Romeinse keizer Diocletianus bevel om de vergaderplaatsen van de christenen met de grond gelijk te maken en hun Geschriften te verbranden.
Roman Emperor Diocletian’s decree to demolish the meeting places of the Christians and to burn their Scriptures was issued in 303 C.E.

Augustus stierf op 19 augustus 14 n.Chr. en werd kort daarop door de Senaat vergoddelijkt.
Augustus died on August 19, 14 AD, being deified by the Senate shortly afterwards.

Niettemin verwierven in de vierde eeuw n.Chr. veel Germaanse krijgers hoge posten in het Romeinse leger.
However, in the fourth century AD many German warriors rose to high command in the Roman army.

In zijn commentaar op Pro Scauro spreekt hij over Longus Caecina (gestorven in 57 n.Chr.) als nog in leven, terwijl we uit zijn woorden kunnen opmaken dat Claudius (gestorven in 55) reeds was overleden.
In a note upon the speech pro Scauro, he speaks of Longus Caecina (died AD 57) as still living, while his words imply that Claudius (died AD 54) was not alive.