Sjosjenq I oor Engels

Sjosjenq I

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Shoshenq I

voorbeelde

Ondanks zijn overduidelijk Libische naam en achtergrond was Sjosjenq I nog steeds de onbetwiste leider over heel Egypte.
Despite his overtly Libyan name and background, Shoshenq I was still the unchallenged ruler of all Egypt.

Sjosjenq I was Koning van Egypte en stichter van de 22e Dynastie.
Shoshenq I succeeds him, the founder of the Twenty-second Dynasty.

Nog voor het werk in Ipetsoet klaar was, overleed Sjosjenq I plotseling.
Before the work at Ipetsut could be completed, Shoshenq I died suddenly.

De koning die het lot te zeer tartte was Osorkon II (874-835), de kleinzoon van Sjosjenq I.
The king who tempted fate too far was Shoshenq I’s great-grandson, Osorkon II (874–835).

De familiezetel van Bast was uitsluitend bestemd voor de rechtstreekse afstammelingen van de grote Sjosjenq I.
Confined to the family seat of Bast were the lineal descendants of the great Shoshenq I.

De zoon en kleinzoon van Sjosjenq I waren respectievelijk Osorkon I (925-890) en Takelot I (890-874).
Shoshenq I’s son and grandson were Osorkon I (925–890) and Takelot I (890–874), respectively.

Dit is gebaseerd op persoonlijke informatie van een bron uit de tijd van Sjosjenq I, de Dakhla-stele, die een referentie bevat naar een landregister uit de tijd van farao Psusennes.
This is based on personal information recorded in the Large Dakhla stela which dates to Year 5 of Shoshenq I; the stela preserves a reference to a land-register from Year 19 of a 'Pharaoh Psusennes'.

Na een interregnum van 38 jaar waarin de inheemse Egyptische faraos Siamoen en Psoesennes II regeerden kwamen in de 22e dynastie de Mesjwesj te heersen over Egypte met farao's als Sjosjenq I, Osorkon I, Osorkon II en Sjosjenq III.
After an interregnum of 38 years, during which the native Egyptian kings Siamun and Psusennes II assumed the throne, the Meshwesh ruled Egypt throughout the 22nd and 23rd Dynasties under such powerful pharaohs as Shoshenq I, Osorkon I, Osorkon II, Shoshenq III and Osorkon III.

Een deel hiervan heeft betrekking op de militaire campagne van Sjosjenq I (Sisak 1) in Kanašn en de Negev.
Part of it records the military campaign of Shoshenq I (Shishak 1) against Canaan and the Negev, supposedly naming captured cities in this conquest or tribute expedition of Shoshenq I.

Bewijs voor de oorlogscampagne van Sjosjenq I tegen Israël en Juda kan in Megiddo gezien worden in een verwoestingslaag en een fragmentarische stele. De stad zelf wordt vermeld op de lijst van veroverde steden in de Tempel van Amon in Karnak.
Evidence of Shoshenq I’s campaign against Israel and Judah is also supported by a destruction layer and fragmentary stele at Megiddo, a city which appears on the conquest list at the Temple of Amun in Karnak.

Vermeldenswaardige artefacten die in Megiddo zijn ontdekt, zijn onder andere een kleitablet met daarop een gedeelte van het Epos van Gilgamesj in spijkerschrift, het Zegel van Jerobeam II en een fragmentarische stele van Sjosjenq I, de farao Sisak uit de Bijbelse boeken.
Notable artifact discoveries at Megiddo include a cuneiform tablet containing part of the Epic of Gilgamesh, the Seal of Jeroboam II, and a fragmentary stele of Shoshenq I.

De stad Berseba werd in de 10e eeuw voor Christus verwoest. De sporen hiervan zijn duidelijk zichtbaar. Deze verwoesting vond waarschijnlijk plaats tijdens de oorlogscampagne van Sjosjenq I, die genoemd wordt op de Bubastis Poort en die ook een korte vermelding kreeg in de Koningen en de Kronieken.
There are clear signs of the 10th century B.C. city of Beersheba being destroyed, probably due to the campaign of Shoshenq I, listed on the Bubastite Portal and briefly mentioned in Kings and Chronicles.

Het is met zekerheid vast te stellen dat de uiteindelijke rustplaats van Sjosjenq II een herbegraafplaats was: zijn sarcofaag bevond zich immers in de tombe van een andere koning, Psoesennes I van de 21ste Dynastie.
The final resting place of Shoshenq II was certainly a reburial because he was found interred in the tomb of another king, Psusennes I of the Twenty-first Dynasty.

Elke partij had een rivaliserende lijn van hogepriesters van Amun met die van Pedubastis, Harsiese B, die zijn functie betrad zo vroeg als jaar 6 van Sjosjenq III en dan Takelot E die zijn functie betrad vanaf jaar 23 van Pedubastis I. Osorkon B was Pedubastis I en Harsieses grootste rivaal.
Each faction had a rival line of High Priests of Amun with Pedubast's being Harsiese B who is attested in office as early as Year 6 of Shoshenq III and then Takelot E who appears in office from Year 23 of Pedubast I. Osorkon B was Pedubast I and Harsiese's chief rival.

Onderzoekers hebben bewijs voor plantengroei op de bodem van Sjosjenq II's kist gevonden, waaruit kan worden afgeleid dat de originele kist waterschade heeft opgelopen, en men snel een nieuwe begraafplaats heeft moeten zoeken: in de tombe van Psoesennes I.
Scientists have found evidence of plant growth on the base of Shoshenq II's coffin, which suggests that Shoshenq II's original tomb had become waterlogged, hence a need to rebury him and his funerary equipment in another tomb.

Bovendien werd de unieke combinatie van de vorstennaam (“Sjosjenq, Geliefde van Amon”) en persoonlijke naam (“Hedj-Kheper-re Setepenre”) van Sjosenq I vermeld op deze stele van Megiddo.
Further, Sheshonq I’s unique throne name-personal name combination, Hedj-Kheper-re Setepenre and Shoshenq beloved of Amun are found in the Megiddo stele fragment.