aankleden oor Engels

aankleden

werkwoord

meubileren, van toebehoor of uitbreiding voorzien

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

dress

werkwoord

to clothe (something or somebody)

Waarom ben je niet aangekleed?
Why aren't you dressed?

clothe

werkwoord

Iets of iemand kleding aantrekken.

To put clothes on something or somebody.

Ik neem aan dat dit niet de eerste keer is dat je een vrouw hebt helpen aankleden?
I gather this isn't the first time you've helped a woman into her clothing?

suit

werkwoord

Ga je maar aankleden
So, go suit up

fit · attire · array · furnish · wear · costume · put on · robe · back · cover · face · stucco · to clothe · to dress · overlay · plaster · accredit · lag · coat · plate · admit · protect · accept · apply · receive · get dressed

Soortgelyke frases

iemand aankleden
rig

aangekleed
clothed · decent · dressed

zich aankleden
clothe oneself · dress · getdressed · put on · to dress · to get dressed

voorbeelde

Ik moest mijn bed uit, me aankleden en als een bezetene mijn leven regelen voordat ik aan mijn twaalfurige dienst begon.
I simply had to stagger out of bed, dress and lurch out to take care of life before I started my twelve-hour shift.

krachtig benadrukkend dat alle vormen van terrorisme, ongeacht de ideologische aankleding die men eraan wil geven, misdaden zijn en uit dien hoofde nooit te rechtvaardigen zijn en dat er om ze op doelmatige wijze te bestrijden een specifieke strategie moet worden ontwikkeld die optreedt tegen elke afzonderlijke terroristische organisatie,
restating firmly that all forms of terrorism, however they may be dressed up ideologically, are criminal acts and, as such, utterly unjustifiable, and that, in order to combat them effectively, a specific strategy needs to be defined which takes individual action against each separate terrorist organisation,

Ik ben een volwassen vrouw en ik kan mezelf aankleden en zelf voor mijn eten zorgen.’
I’m a grown woman, and I can very well feed myself and dress myself.”

Nu moeten we de nieuwe boreling aankleden.’
Now, we must dress the new-born.’

Hij zette zijn computer aan en opende Whirl360 voor hij naar de badkamer ging, snel douchte en zich aankleedde.
He turned on his computer and set up Whirl360 before he went into the bathroom, had a quick shower, and got dressed.

Dan zou hij zich aankleden en met Spencer gaan praten.
Then he would dress and speak to Spencer.

Zal ik me aankleden?
I can just get dressed.

Mag ik me aankleden?
Do you mind if I get dressed first?

Ik wil alles voor je doen, Jo, als je je netjes wilt aankleeden, en beleefd zijn.
I'll do anything for you, Jo, if you'll only dress yourself nicely, and come and help me do the civil.

Mar bleef erbij terwijl Ostenson zich aankleedde, alsof hij bang was dat zijn centurion weer in bed zou klimmen.
Mar watched Ostenson dress, as if he were afraid his centurion might climb back into bed.

"""Ik wil me liever eerst aankleden, als je het niet erg vindt,"" zei ze."
“I’d like to dress first, if you don’t mind,” she said.

‘Aangezien u zich wilde aankleden, dacht ik dat u dit misschien wel kon gebruiken.’
“Since you are getting dressed, I thought you might want these.”

‘Ik zou willen dat u me hielp met aankleden,’ zei ze.
I would like you to help me get dressed, she said.

“Misschien kun je je toch beter eerst aankleden.
“Maybe you better get dressed first.

Het was al donker toen hij tegen Clarice zei dat ze zich moest aankleden om naar buiten te gaan.
It was already dark when he told Clarice to get dressed to go out.

Niet de primitiefste aankleding.
Not even the most primitive decoration.

Als hij zich nu niet aankleedde, zou het hem nooit meer lukken om uit Caleys bed te stappen.
If he didn’t get dressed, he’d never get out of Caley’s bed.

‘Ik kan me maar net zo goed aankleden.’
“I might as well get dressed.”

Ga je maar aankleden.
Now why don't you get dressed?

Terwijl hij zich aankleedde, bracht een loopjongen hem een briefje van Lord C.
As he was dressing, a messenger brought him a note from Lord C.

‘Maar misschien kun je je beter even aankleden.’
‘But you might want to get dressed first.’

Iemand moest hem bij het aankleden geholpen hebben, want iedere knoop van zijn jas zat in het goede knoopsgat.
Somebody must have valeted him, for every button of his overcoat was in its right place.

Toen ze gegeten hadden, zei Emily: ‘Ik moet de kinderen gaan aankleden.’
When it was over, Emily said, ‘I must get the children dressed.’

Er waren geen jongens in de buurt voor wie ze zich mooi zou moeten aankleden of om voor te vechten met andere meiden.
There were no boys around to dress up for, or to fight over with other girls.

'Voordat we hierop ingaan,' zei ze, 'ga ik me aankleden.
“Before we talk about this any further,” she said, “I’m going to get dressed.