dacisch oor Engels

dacisch

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Dacian

naamwoord

Dacisch

eienaam onsydig

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Dacian

eienaam

language

voorbeelde

Dacische beukenbossen (Symphyto-Fagion)
Dacian Beech forests (Symphyto-Fagion)

Gelukkig voor Rome stierf de Dacische koning in datzelfde jaar en verdween de dreiging naar de achtergrond.
Luckily for Rome, the king died in the same year and the threat receded.

Hij sloot vriendschap met een van Decebalus’ Dacische vrijgelatenen, die hem vergif bezorgde.
He made friends with one of Decebalus’ Dacian freedmen and obtained some poison from him.

Aan het hoofd van de garde zet Trajanus voor het eerst voet op Dacische bodem.
At the head of the guard Trajan sets foot for the first time on Dacian territory.

Thracologen menen dat de Moesi een taal of dialect spraken in een overgangsvorm tussen het Dacisch en het Thracisch.
Thracologists suggest that the Moesi may have spoken a language or dialect intermediary between Dacian and Thracian.

Opnieuw leed het Romeinse leger zware verliezen, maar desondanks slaagde Trajanus erin om de Dacische hoofdstad Sarmizegetusa in te nemen.
Again, the Roman army sustained heavy losses, but Trajan succeeded in capturing Sarmizegetusa and, importantly, annexed the gold and silver mines of Dacia.

De bevolking leeft in afgelegen bergdorpen en heeft de cultuur van hun Dacische voorouders in stand weten te houden.
The people live in remote mountain villages and have preserved the culture of their Dacian ancestors.

Dacische eiken-haagbeukenbossen
Dacian oak & hornbeam forests

Het nam ook deel aan de Dacische oorlogen van Trajanus, en won de Tweede slag bij Tapae.
It also participated in the Dacian Wars of Trajan, being victorious at the Second Battle of Tapae.

Dacische beukenbossen (Symphyto-Fagion
Dacian Beech forests (Symphyto-Fagion

De laatste slag met het leger van de Dacische koning vond plaats in Porolissum (het huidige Moigrad).
The last battle with the army of the Dacian king took place at Porolissum (Moigrad).

Een aanval op de Dacische hoofdstad Sarmizegetusa werd echter uitgesteld, vanwege de in 89 ontstane problemen in Opper-Germania (opstand van Saturninus).
An attack on the Dacian capital Sarmizegetusa was forestalled when new troubles arose on the German frontier in 89.

De Dacische veldtocht bood volop gelegenheid tot dergelijke gevaarlijke staaltjes van moed.
The Dacian campaign afforded plenty of opportunities for any of these risky specialties.

De Dacische Oorlogen waren een grote triomf voor Rome en haar legers.
The conclusion of the Dacian Wars marked a triumph for Rome and its armies.

De Romeinen vernietigden de waterpijpen naar de Dacische hoofdstad en de stad werd platgebrand.
The Romans destroyed the water pipes to the capital and the city fell.

Dankzij het verraad van een vertrouweling van de Dacische koning, Bicilis, vonden de Romeinen Decebalus' schat in de rivier Sargesia/Sargetia - een fortuin dat door Jérôme Carcopino op 165.500 kg goud en 331.000 kg zilver werd geschat.
Thanks to the treason of a confidant of the Dacian king, Bicilis, the Romans found Decebalus's treasure in the river of Sargesia/Sargetia - a fortune estimated by Carcopino at 165,500 kg of gold and 331,000 kg of silver.

We hebben het nodige te stellen gehad met spionnen en Dacische infiltranten.’
We have had trouble with spies and Dacian infiltrators.’

Tussen 101 n.Chr. en 106 n.Chr. vocht het legioen in de Dacische Oorlogen van keizer Trajanus, onder bevel van Hadrianus, de toekomstige keizer.
Between 101 and 106, the legion fought the Dacian Wars of emperor Trajan, commanded by Hadrian, the future emperor.

Keizer Trajanus verovert de Dacische forten van het Orăştiegebergte en omsingelt met het Romeinse leger (3 legioenen) de hoofdstad Sarmizegetusa.
Emperor Trajan conquers the Dacian Fortresses of the Orăştie Mountains and surrounds the capital, Sarmizegetusa.

De naam is een variant van de Dacische godheid Zalmoxis, die zich steeds voor drie jaar in een ondergrondse crypte terugtrok om het vierde jaar als symbool van onsterfelijkheid te herrijzen; evenzo had Zalmoxes in de grond verborgen gelegen om door toedoen van Nopcsa uit zijn graf bevrijd te worden en taxonomische onsterfelijkheid te verwerven.
The genus refers to the Dacian deity Zalmoxis (sometimes spelled Zalmoxes), who retreated for three years in a crypt to be resurrected on the fourth year; likewise the animal Zalmoxes had by Nopcsa been liberated from its fossil grave to attain taxonomic immortality.

De tombe van Tiberius Claudius Maximus haalt op twee plaatsen aan dat de legionair werd geëerd voor zijn daden in de Dacische oorlogen, waarvan één de gevangenname en de terugwinning van Decebalus' hoofd schetst.
Tiberius Claudius Maximus' tomb cites two occasions where the legionary was decorated for his part in the Dacian wars, one of which being the acquisition of Decebalus' head.

Het grote aantal van Dacisch/Moesische davae, stadsnamen die eindigen op '-dava' of '-deva', in het gehele gebied van Moesia, delen van Thracië en Dalmatië, geeft aan dat er een veel grotere taalkundig verwantschap is tussen het Dacisch en Moesisch, dan tussen het Moesisch en Thracisch.
The large number of davae (town names end in '-dava' or '-deva') across Moesia, parts of Thrace and Dalmatia, indicates a much closer linguistic affinity between Dacian and Moesian languages, than between Moesian and Thracian, hinting to a much closer connection between Dacians and Moesians.