huishoudelijke werk oor Engels

huishoudelijke werk

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

chore

naamwoord

Klunk zegt dat z'n robot ieder huishoudelijk werk doet.
Klunk says his robot will do any household chore.

housework

naamwoord

Ik moest hem helpen met het huishoudelijk werk.
I had to help with the housework.

Soortgelyke frases

huishoudelijk werk
chore · domestic work

voorbeelde

Eerlijk gezegd hou ik niet zo van huishoudelijk werk.
To be honest, I'm not that keen on domestic duties.

‘Hebt u weleens huishoudelijk werk gedaan?’
“Have you ever done housework?”

— werkzaamheden op het landbouwbedrijf (exclusief huishoudelijk werk) overeenkomstig de indeling:
— the farm work on the holding (apart from housework) according to the classification:

Als je eenmaal al het huishoudelijk werk had gedaan waarmee het gepaard ging.
Once you got past all the housekeeping that accompanied it.

Ted gaat iedere avond naar de Vereniging en zij blijft thuis en doet huishoudelijk werk.’
Ted goes to the Men’s Association every night and she stays home doing housework.’

Landbouwwerkzaamheden op het landbouwbedrijf (behalve huishoudelijk werk)
Farm work on the agricultural holding (apart from household work)

Haar spieren voelen aangenaam sterk aan na zo veel weken huishoudelijk werk.
Her muscles feel pleasantly strong after so many weeks of domestic work.

‘Zou ze ook geïnteresseerd zijn in huishoudelijk werk?
“Would she be interested in housekeeping as well?

‘Huishoudelijk werk, schoonmaken of zo.
' 'Just domestic stuff, cleaning or something.

Ik liep naar de silo terug en hielp Lee met wat huishoudelijk werk, silowerk eigenlijk.
I went back into the silo and helped Lee do a bit of housework; well, silowork really.

Tammy had een hekel aan huishoudelijk werk.
Tammy was not much for housework.

Haar carrière is niet het huishoudelijke werk, maar de bediening.
Her career is, not housework, but the ministry.

werkzaamheden op het landbouwbedrijf (exclusief huishoudelijk werk) overeenkomstig de indeling:
the farm work on the holding (apart from housework) according to the classification:

Paul had het grootste deel van het huishoudelijke werk zelf gedaan.
Paul had done most of the menial work himself.

Anders dan Tatjana had Olga een hekel aan ordelijkheid, en huishoudelijk werk vond ze vreselijk.
Unlike Tatiana, Olga hated being organized and loathed housework.

Vrouwen konden naar de audiocassettes luisteren terwijl zij hun huishoudelijk werk deden.
Women were able to listen to the audiocassettes while doing their housework.

‘Nee,’ zei ze, ‘maar ze hadden minder zin dan huishoudelijk werk.
"""No,"" she said, ""but they weren't as useful as housework."

‘We hebben genoeg huishoudelijk werk gedaan,’ zei ze.
“That’s enough housework,” she said.

werkzaamheden op het landbouwbedrijf (exclusief huishoudelijk werk) overeenkomstig de
The farm work on the holding (apart from housework) according to the classification:

Er waren geschillen tussen de ouders over bijna alle verdelingen: huishoudelijk werk, grasmaaien, zwembadonderhoud.
There was contention among the parents in nearly all the divisions: housework, lawn mowing, pool maintenance.

Huishoudelijk werk
Housework

(2) Exclusief huishoudelijk werk.
(2) Apart from housework.

‘Niets, behalve dat u wat huishoudelijk werk doet voor Alan Dysart in Tyler’s...’ ‘Ik dééd huishoudelijk werk.
‘Nothing, beyond the fact that you do some housekeeping for Alan Dysart at Tyler’s—’ ‘Did some ’ousekeeping.

Huishoudelijk werk dan, neem ik aan.
Homework in that case, I suppose.