luidkeels oor Engels

luidkeels

adjektief

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

at the top of one's voice

[ at the top of one’s voice ]

bywoord

loudly

bywoord

De wijsheid blijft beslist op openbare plaatsen luidkeels roepen!
Wisdom certainly keeps crying loudly in public places!

vociferous

adjektief

Ook veroordelen bloggers in Saudi-Arabië luidkeels de plaatselijke overheid, zoals in dit artikel is te lezen.
Bloggers in Saudi Arabia have also been vociferous in condemning the local government, as we hear in this post.

Soortgelyke frases

luidkeels protesteren
scream blue murder

voorbeelde

De bittere onrechtvaardigheid van de hele zaak werd me opeens te veel en ik begon me luidkeels te beklagen.
The bitter injustice of the whole thing overwhelmed me and I set up a wail of lamentation.

De centurio wierp een onzekere blik op de dorpelingen, van wie menigeen luidkeels aan het jammeren was.
The centurion looked uncertainly at the villagers, many of whom were wailing loudly.

+ Zelfs zij hebben u luidkeels nageroepen.
+ Even they themselves have called out loudly behind you.

'De hele dag liep hij luidkeels opmerkingen te maken over spaghettivreters en katholieken.'
“All day long he made loud remarks about Dagos and Catholics.”

Velen verwierpen dit luidkeels en onomwonden.
Many rejected this loudly, and outright.

Luidkeels vroegen ze zich af waar hij vandaan kwam en wat hem overkomen was.
They wondered aloud where he had come from and what had happened to him.

Luidkeels schreeuwde hij: ‘Ik heb gehoord dat jullie niet meer verder willen.
He shouted out loud, ‘I have been told that you no longer wish to continue.

Opnieuw vloekte hij, en de anderen voelden zich kennelijk verplicht luidkeels te mopperen op de waanzin van de sceptici.
He swore again, and the others seemed to feel obligated to grumble loudly about the lunacy of the skeptics.

Toen hij Jeruzalem binnenreed op het veulen van een ezelin, werd hij door zijn discipelen en de mensen in het algemeen luidkeels als koning toegejuicht, maar door de religieuze heersers werd hij verworpen en ter dood gebracht.
When he rode into Jerusalem on the colt of an ass, he was loudly acclaimed as king by his disciples and the people in general, but was rejected and put to death by the religious rulers.

vroeg Aaron Helleberg luidkeels.
Aaron Helleberg asked at full volume.

'Ik ben op weg naar de raffinaderij bij Arzew, voor een inspectie,' riep ik luidkeels in het Frans.
“I’m on my way to inspect the Arzew refineries,” I told her loudly, and in French.

Ze boog zich naar hem toe en fluisterde iets waar Mickey luidkeels om moest lachen.
She lowered her voice and whispered something that made Mickey explode with laughter.

De ARM’s waren luidkeels aan het ruziën, maar Louis en Acoliet waren te ver weg om er iets van te kunnen verstaan.
The ARMs were in a shouting match, though Louis and Acolyte were too far away to make it out.

Een of twee verslaggevers vroegen luidkeels om commentaar, maar Waltham wuifde hen weg.
One or two reporters shouted for comments, but Waltham just waved them aside.

Maar hij deed net alsof hij het als een grap beschouwde, hoewel zijn gezicht op onweer stond, en hij lachte luidkeels.’
But he pretended to take it as a joke, though his face looked like thunder, and he laughed loudly.’

'Ik eis uw onmiddellijke overgave,' zei de legatus luidkeels.
“I demand your immediate surrender,” the legate said loudly.

Alençon zwoer luidkeels dat hij niet zou rusten voor hij de gouden bloemen er een voor een had afgerukt.
Alencon swore loudly that he would not rest until he had plucked the gold flowers one by one.

U stond luidkeels bij het stadhuis te preken voor iedereen die het maar horen wilde.
You were standing outside the Stadhuis, bellowing for all to hear.

‘Zegt u luidkeels: “Ik, Magnus Sørensen, ga al acht weken met jullie lerares Lena Gaarskjær naar bed.”’
‘Say out loud: “I, Magnus Sørensen, have been sleeping for eight weeks with your teacher Lena Gaarskjaer.”’

'Die Cubanen hebben luidkeels staan roepen dat ze ons in de pan zouden hakken,' zei Rubi.
“These Cubans have boasted loudly that they are going to stomp us,” Rubi said.

Toen hoorden ze ergens een knal en zagen ze vogels overvliegen die zich luidkeels beklaagden.
Just then they heard an impact somewhere and saw birds complaining in the sky above them.

Door de hele stad werd luidkeels geschreeuwd – ‘Heil Hitler!
Across the city came the full-throated roar – ‘Heil Hitler!

Natuurlijk hingen alle labels aan de linker grote teen en ik vervloekte die overbodige precisie luidkeels.
All the tags were hung from the left big toe and I loudly cursed such needless precision.

Toen de borden van de kinderen weer leeg waren, begonnen de jarige meisjes luidkeels te zeuren om hun cadeautjes.
When the kids’ plates were empty again, the birthday girls began clamoring for their gifts.

Ik slik luidkeels, mijn lippen gevoelloos als ik naar Beckett kijk, een eenmansleger op een missie.
I swallow loudly, my lips falling lax as I look at Beckett, a one-man army on a mission.