springstaart oor Engels

springstaart

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

springtail

naamwoord

Mijten en springstaarten die de culturen mogelijk hebben geïnfecteerd, worden zorgvuldig verwijderd.
Care is taken to remove and discard any mites or springtails that might have infected the cultures.

voorbeelde

Springstaarten doen hun naam eer aan met hun aparte manier van springen.
These springtails, as they're name suggests, have a rather novel way of jumping.

Belangrijkste handelingen en tijdschema voor een test met springstaarten
Main actions and timetable for performing a collembolan test

Een springstaart die bij de extractie ontbreekt, wordt geregistreerd als gestorven.
A collembolan is recorded as dead if not present in the extraction.

Springstaarten zijn prooidieren voor een grote variëteit aan ondergronds en bovengronds levende ongewervelde dieren, zoals mijten, duizendpoten, spinnen, loopkevers en kortschildkevers.
Springtails are prey animals for a wide variety of endogeic and epigeic invertebrates, such as mites, centipedes, spiders, Carabidae and rove beetles.

Springstaarten worden gehouden in houders zoals petrischaaltjes (90 × 13 mm), waarvan de bodem is bedekt met een laag van 0,5 cm pleisterkalk-koolstofsubstraat.
Collembolans are held in containers such as Petri dishes (90 mm × 13 mm), with the bottom covered by a 0,5 cm layer of plaster /charcoal substrate.

Deze kleurstof is niet giftig voor springstaarten.
The dye is not toxic to Collembola.

Een tekort aan springstaarten op het substraat kan leiden tot inhibitie door meer schimmelgroei.
Too few collembolans on the substrate may result in inhibition by more fungal growth.

Kleine collembola (springstaarten) (bv. jonge Folsomia candida Willem, 1902 of Onychiurus fimatus (19), (20), enchytreeën (bv.
Small collembolans (e.g. juvenile Folsomia candida Willem, 1902 or Onychiurus fimatus (19), (20), enchytraeids (e.g.

De populatiedichtheid van de springstaart bereikt gewoonlijk 105 m– 2 in lagen aarde en bladafval in veel terrestriale ecosystemen (3) (4).
Population densities of Collembola commonly reach 105 m– 2 in soil and leaf litter layers in many terrestrial ecosystems (3) (4).

De individuele springstaarten worden voorzichtig overgebracht naar een monsterpotje (waaraan ze willekeurig zijn toegewezen) en op het grondoppervlak geplaatst.
The individual springtails are carefully transferred into each test vessel (allocated randomly to the test vessels) and placed onto the surface of the soil.

De grond wordt behandeld voordat de springstaarten worden toegevoegd. Alleen wanneer de teststof wordt aangebracht op het grondoppervlak moeten de springstaarten eerst de gelegenheid krijgen de grond binnen de dringen.
The soil is treated before the collembolans are added, except when the test chemical is added to the soil surface collembolans should be allowed to enter the soil.

Ook aanvullende informatie over sterfte of reproductie van springstaarten, afkomstig uit tests met soortgelijke stoffen of uit de literatuur, kan bruikbaar zijn bij de keuze van de te gebruiken testconcentraties in de bereikbepalingstest.
Additional information, from tests with similar chemicals or from literature, on mortality or reproduction of Collembola may also be useful in deciding on the range of concentrations to be used in the range-finding test.

Na 3 weken (F. fimetaria) of 4 weken (F. candida) worden de springstaarten uit de testgrond geëxtraheerd (zie aanhangsel 4) en geteld (12).
After 3 weeks (F. fimetaria) or 4 weeks (F. candida), collembolans are extracted from the test soil (see Appendix 4) and counted (12).

Op dag 21 worden de springstaarten uit de grond geëxtraheerd en geteld.
On day 21 collembolans are extracted from the soil and counted.

Behandeling van springstaarten bij aanvang van de test
Handling collembolans at test initiation

Mijten en springstaarten die de culturen mogelijk hebben geïnfecteerd, worden zorgvuldig verwijderd.
Care is taken to remove and discard any mites or springtails that might have infected the cultures.

Synchrone volwassen (F. fimetaria) of juveniele (F. candida) springstaarten worden blootgesteld aan uiteenlopende concentraties van de teststof die is gemengd door gemodificeerde kunstmatige grond (8) met behulp van 5 % organische bodemstoffen (of andere grond).
Synchronous adult (F. fimetaria) or juvenile (F. candida) Collembola are exposed to a range of concentrations of the test chemical mixed into a modified artificial soil (8) using a 5 % organic matter content (or an alternative soil).

Aan het eind van de test worden de sterfte en de reproductie van de springstaarten vastgesteld.
At the end of the test, mortality and reproduction of the Collembola are assessed.

Ook deze springstaart heeft geen ogen en is niet gepigmenteerd.
It is an eyeless, unpigmented collembolan.

Het is een oogloze, ongepigmenteerde springstaart.
It is an eyeless, unpigmented collembolan.

Er mag een kleine hoeveelheid, ca. 0,5 ml, zwarte Kentmere-foto-inkt toegevoegd worden aan het water om het tellen te vergemakkelijken door het contrast tussen het water en de witte springstaarten te vergroten.
A small amount, approx. 0,5 ml, of black Kentmere photographic dye may be added to the water to aid counting by increasing the contrast between the water and the white Collembola.

Springstaarten inbrengen
Introduce collembolans.

Het vochtgehalte van de testgrond moet worden geoptimaliseerd om een losse, poreuze bodemstructuur te verkrijgen waarin de poriën toegankelijk zijn voor springstaarten.
The moisture content of the testing soil should be optimised to attain a loose porous soil structure allowing collembolans to enter into the pores.

(45) Insecten kunnen allereerst worden ingedeeld in collembola (springstaarten) en pterygota (gevleugelde insecten).
(45) Insects can be classified first into collembola (springtails) and pterygota (winged insects).

Een springstaart graast op het puin zich onbewust van z'n acrobatische roofzuchtige stalker.
A springtail grazes on detritus, unaware that it's being stalked by such an acrobatic predator.