vroomheid oor Engels

vroomheid

naamwoord vroulike

Een diepe toewijding.

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

piety

naamwoord

reverence and devotion to God

Probeert ie me te vernederen met z' n pasverworven vroomheid?
Does he seek to humble me with his newfound piety?

devotion

naamwoord

Een diepe toewijding.

A profound dedication.

Hoeveel heiligen hebben hun leven geloofwaardig gemaakt dankzij hun eucharistische vroomheid!
How many saints have advanced along the way of perfection thanks to their eucharistic devotion!

religiosity

naamwoord

godliness · devoutness · reverence · pietism · religiousness

voorbeelde

De mannen van God ondernamen de reis uit vroomheid, maar de anderen schenen zich goed te vermaken.
“‘Let those to whom God gives the gift of abstinence know that they shall receive their proper reward,’ ” Philip quoted.

Ik had nooit een loflied verwacht op de vroomheid...
I never expected to hear a paean to the sanctity

Probeert ie me te vernederen met z'n pasverworven vroomheid?
Does he seek to humble me with his newfound piety?

De rol van plichtsgetrouwe dochter paste kennelijk bij haar; Tedius had hoog opgegeven van haar vroomheid en trouw.
The role of the dutiful daughter evidently suited her; Tedius had made much of her piety and her devotion to him.

De vroomheid van mijn vader maakte hem ook in andere opzichten rigoureus.
My father’s piety made him strict in other ways.

Het zijn rare mensen daar — halfgek van vroomheid, als je het mij vraagt — en hun goden zijn gewoon twee poppen.’
Oh, they’re funny people—half crazed with god fearing, if you ask me—and all the gods are is two dummies.”

Vroomheid, kwaad, plezier, verdriet - waanzin, stuk voor stuk.
Piety, wickedness, pleasure, sorrow—every one an insanity.

Bic en Opaal hadden geknikt, beiden met een uitdrukking van eerbied, respect en vroomheid op hun gezicht.
Bic and Opal had nodded, their faces set in expressions of deference, respect and piety.

Zij gebruikten de term eu·se·beiʹa, die vertaald kan worden met „vroomheid”, „juist gedrag tegenover de goden”, „goed vereren” en „godvruchtige toewijding”.
They used the term eu·seʹbei·a, which can be translated as “piety,” “right conduct in regard to the gods,” “revering well,” and “godly devotion.”

Zoals je kunt zien, Is het zeer netjes en schoon... omdat ik geloof properheid is volgend op vroomheid.
As you can see, it's very neat and clean, because I believe cleanliness is next to godliness.

Je hoeft niet gelovig te zijn om deze toewijding, deze vroomheid, deze ascese, deze nederigheid te bewonderen.
One can be a non-believer – as I am – and still admire this devotion, this piety, this asceticism, this humility.

'Ik weet ervan,' zei de prior terwijl hij de deur van de muurkast sloot voor de vroomheid en wijsheid die hij bevatte.
"""I do know of it,"" said the prior, and closed the door of the aumbry upon the piety and wisdom within."

Offa regeerde als een christelijke koning, maar ondanks dat hij door Karel de Grotes adviseur, Alcuin werd geprezen voor zijn vroomheid en zijn inspanningen om " te instrueren in de geboden van God", kwam hij toch in conflict met Jænberht, de aartsbisschop van Canterbury.
Offa ruled as a Christian king, but despite being praised by Charlemagne's advisor, Alcuin, for his piety and efforts to "instruct in the precepts of God", he came into conflict with Jænberht, the Archbishop of Canterbury.

'Maar als een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft... moeten die hun familie eerst laten zien wat vroomheid is... en voor hun ouders zorgen... want dat is Gods wil.'
" But if any widow hath children or grandchildren, let them learn first to show piety towards their own family, and to requite their parents, for this is acceptable in the sight of God. "

Uw plotselinge vroomheid is zeer roerend.
Your sudden religious fervor is most touching, Your Honor.

En het eten scheen hem meermalen beter, dan het schijnen moest aan elk, die uit vroomheid vastte gelijk hij deed.
and fended himself as best he might, but to no avail; for the crowd redoubled upon him momently.

Dit is de betekenis in Matthéüs [5:48]. . . . moge de vroomheid volledig en harmonisch en bestendig zijn.”
This is the meaning in Matthew [5:48]. . . . let the piety be complete, and proportionate, and regular.”

Evenals het ontrouwe Jeruzalem uit Jezus’ dagen heeft zij een gedaante van godsvrucht maar zij verloochent Gods kracht; haar priesters en predikers doen de Farizeeërs na met hun gewaden en titels, hun philosophieën en overleveringen, hun ceremoniën en geloofsbelijdenissen, hun huichelarij en schijnheilige vroomheid, hun woorden en werken die zij ter wille van de publiciteit zeggen en doen.
Like faithless Jerusalem of Jesus’ day, she has a form of godliness but denies God’s power, her priests and preachers ape the Pharisees by their garb and titles, their philosophy and tradition, their ceremony and creed, their hypocrisy and pious front, their words and works said and done for publicity’s sake.

Die geweldige eigenschap van vroomheid of integriteit kunnen wij ook ontwikkelen.
This great quality of integrity is fully available to us.

7 ’Zich heilig te betonen’ betekende noch volmaaktheid noch een aangenomen houding van valse vroomheid; het betekende gehoorzaamheid aan een uitgebreid wetsstelsel dat via Mozes aan Israël was gegeven (Exodus 19:5, 6).
7 ‘Proving themselves holy’ meant neither perfection nor an assumed air of false piety; it meant obedience to an extensive law code given to Israel through Moses.

Tot een vandaag de dag wellicht weinig gepraktiseerde, maar tot voor kort nog wijd verbreide vorm van vroomheid behoorde de gedachte dat men de kleine dagelijkse ongemakken, die ons steeds weer als meer of minder pijnlijke speldenprikken treffen, zou kunnen “opdragen” en die daardoor zin verlenen.
There used to be a form of devotion—perhaps less practised today but quite widespread not long ago—that included the idea of “offering up” the minor daily hardships that continually strike at us like irritating “jabs”, thereby giving them a meaning.

Onder al die vroomheid en trouw ligt een echte duisternis.
Under all that piousness and fidelity... there's a real darkness.

Het gaat om vroomheid.
It's about devotion.

En al je vroomheid kan dat niet veranderen.
And all your sanctity isn't going to change that.

Octavianus daarentegen presenteert zich als de matte, bleke, deugdzame geest vol oer-Romeinse vroomheid.
Octavian, in contrast, paints himself wan and white—a virtuous ghost of old Roman piety.