auspacken oor Nederlands

auspacken

Verb, werkwoord

die Katze aus dem Sack lassen (umgangssprachlich)

Vertalings in die woordeboek Duits - Nederlands

uitpakken

werkwoord

uit een verpakking halen

Ich muss meinen Koffer auspacken.
Ik moet mijn koffer uitpakken.

door elkaar gooien

in wanorde brengen

ongedaan maken · uit elkaar halen · uit elkaar nemen

voorbeelde

Ein Zollbeamter sagte: »Alles auspacken!
Een douanebeambte zei: 'Alles uitpakken!'

Ein höflicher Amerikaner oder Europäer wird gewöhnlich das Geschenk, offensichtlich erfreut darüber, sofort auspacken und dem Schenkenden herzlich dafür danken und dabei wahrscheinlich das Gefühl haben, diese Freundlichkeit irgendwie erwidern zu müssen, um zu zeigen, daß die Freundschaft auf Gegenseitigkeit beruht.
Een beleefde Amerikaan of Europeaan zal in het algemeen bij het openmaken van een geschenk duidelijk blijk geven van zijn verrukking, hij zal de gever uitvoerig bedanken en zich dan al weer bewust zijn van de noodzaak op de een of andere manier iets terug te doen om te tonen dat de vriendschap wederzijds is.

Er spricht immer sehr nett über Inter im Fernsehen.« Auspacken würden allenfalls Verwandte.
Op tv praat hij altijd heel aardig over Inter.’

„Nur allzuoft besteht der Höhepunkt des Weihnachtsfests im Auspacken der Geschenke“, schrieb die New York Times.
„Maar al te vaak is het openmaken van de pakjes het hoogtepunt van het samenzijn op feestdagen”, zegt The New York Times.

»Wir sollten lieber unsere restliche Ausrüstung auspacken.«
‘We kunnen beter onze spullen gaan pakken.’

Beschenkt zu werden, ist schön, aber nach dem Auspacken herrscht oft ein riesiges Chaos.
Pakjesavond is leuk, maar je krijgt altijd zoveel rommel die je niet nodig hebt.

a) Die Stiefelüberzieherpaare (oder „Socken“) sorgfältig auspacken, damit der daran haftende Kot nicht abfällt, und in 225 ml GPW einlegen, das auf Raumtemperatur erwärmt worden ist;
a) pak het paar overschoentjes zorgvuldig uit om te vermijden dat aanhangend fecaal materiaal loskomt, en plaats ze in 225 ml BPW dat op kamertemperatuur is gebracht;

Sie wissen, ich dachte, was, wenn ich hier auspacken?
Misschien moet ik hier maar uitpakken.

Wenn ich auspacke, darf ich sofort gehen.
Als ik het zeg, wil ik hier meteen weg.

Aber hinterher kamen sie alle zu uns her, schüttelten uns die Hände und halfen uns beim Auspacken unserer Ausrüstung.
Na afloop gaven ze ons echter een hand en begonnen ze ons te helpen met het uitpakken van onze uitrusting.

Ich kann dir einfach so einen Auspack-Deal besorgen.
Ik kan een goede deal voor je afsluiten.

Und wirst du jemals diese anderen Kisten auspacken?
Plus, ga je ooit die dozen uitpakken?

Und dann dachte ich: Vor dem Abenteuer kommt das Auspacken.
En toen dacht ik: Oké, voor het avontuur komt eerst nog het uitpakken.

Das ist der Umzugswagen mit vielen Kisten, die ich auspacken muss.
Nou, dat is de verhuiswagen, die veel dozen bij zich heeft die ik uit moet pakken.

Verpacken, Auspacken, Kommissionieren (Sammeln, Erfassen, Sortieren, Zusammenstellen) zu transportierender Waren einschließlich Tourenoptimierung, Transportkontrolle, Sendungsverfolgung, Regalpflege, nämlich Auffüllen, Einsortieren und Aussortieren von Waren in Regalen
Verpakken, uitpakken, commissioneren (verzamelen, registreren, sorteren, samenstellen) van te vervoeren goederen waaronder rittenoptimalisatie, transportcontrole, monitoring van zendingen, stellingenonderhoud, te weten vullen, insorteren en uitsorteren van goederen in stellingen

Er wird auspacken, er bringt mich in Schwierigkeiten, damit er seinen Arsch rettet.
Hij zal me verraden, hij zal me problemen geven... om zichzelf te redden.

Hanna, ich helfe dir beim Auspacken.
Hanna, ik help je met uitpakken.

Oder essen, während wir auspacken?
Of eten terwijl we uitpakken.

Sie ist mit Dad nach Tavistock gefahren, um Caroline beim Auspacken zu helfen.
Papa en mama zijn naar Tavistock om Caroline te helpen met uitpakken.

Ok, verdammt noch'mal, ich weiß, ich habe lange nicht mit Dir geredet, also, werde ich jetzt auspacken.
Ik weet dat ik lang niet met U heb gepraat... dus ik vertel de waarheid maar.

»Hat Nicci irgend etwas dazu gesagt, wer diesen Gegenstand auspacken darf?«
'Zei Nicci iets over wie dat ding mocht uitpakken?'

Sie weiß, dass ich Ihnen nicht das Genick brechen werde ... noch nicht.« »Kann ich weiter auspacken?
Ze weet dat ik je de nek niet zal breken... nog niet.’

Vielleicht ist das Olavs neueste Strategie: mich in Ruhe lassen, bis ich von allein auspacke.
Misschien is dat Olavs nieuwste strategie wel: wachten tot ik alles er uit mezelf uitgooi.

Können Sie sie auspacken?
Kun je ze uitpakken?

Es gibt ja sonst keine Geschenke, und da ist es doch ein bisschen ungerecht, wenn du sie drüben auspackst.
We hebben immers geen cadeaus en dan wordt het een beetje oneerlijk als jij ze binnen uitpakt.