forsaking oor Nederlands

forsaking

naamwoord, werkwoord

Present participle of forsake.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

verzaking

naamwoord

The act of giving something up.

De daad van het opgeven van iets.

desertie

The act of giving something up.

De daad van het opgeven van iets.

Soortgelyke frases

forsake
aanbrengen · aangeven · achterlaten · afleveren · afstaan · afstand doen van · afzien · bedriegen · begeven · bestellen · in de steek laten · klikken · laten · laten varen · leveren · opgeven · thuis laten · toegeven · toevoeren · uitvallen · vergeven · verklikken · verlaten · verzaken · weggeven · wegschenken · wijken

to forsake
in de steek laten · laten varen · opgeven · verlaten · verzaken

voorbeelde

She didn’t think that he would forsake her, but so many things might happen.
Zij dacht wel niet, dat hij haar in de steek zou laten, maar er kon zo veel gebeuren.

"Even Lot had turned ashen pale as he said to him, ""But if your God forsakes you, then you are utterly forsaken."""
Lot zelf had met een bleek gezicht tegen hem gezegd: ‘Maar als jouw god je verlaat, ben je helemaal verlaten!’

—with the kind of anguish with which one begs, one prays— She is leaving him; she is forsaking him.
-met het soort gekweldheid waarmee iemand smeekt, bidt - Ze gaat bij hem weg; ze laat hem in de steek.

3:2, 12) However, many Africans who come to an understanding of the Bible forsake this custom because they really do love God and want his approval.
3:2, 12). Veel Afrikanen die een begrip van de bijbel krijgen, laten deze gewoonte echter varen omdat zij God werkelijk liefhebben en zijn goedkeuring wensen te ontvangen.

His counsel was that we must never forsake the Master.12
Hij raadde ons aan de Meester nooit te verlaten.12

How do we know that God will not forsake us during temptation?
Hoe weten wij dat God ons bij verleiding niet zal verlaten?

“I cannot forsake the people and places and things I have created.
‘Ik kan de mensen en plaatsen en dingen die ik geschapen heb niet in de steek laten.

Neither forsake nor abandon.
Noch verzaken, noch prijsgeven.

* Why must we be willing to “forsake everything that would be an obstruction” to receiving an answer to prayer?
* Waarom moeten we bereid zijn ‘alles te verzaken wat een beletsel zou kunnen zijn’ om een antwoord op ons gebed te ontvangen?

That is why the apostle Paul gave the implicit instruction to “consider one another to incite to love and right works, not forsaking the gathering of ourselves together, as some have the custom, but encouraging one another, and all the more so as you behold the day drawing near.”—Heb.
Daarom gaf de apostel Paulus de onvoorwaardelijke raad ’op elkaar te letten tot aansporing van liefde en juiste werken, het vergaderen niet na te laten, zoals sommigen de gewoonte hebben, maar elkaar aan te moedigen, en dat meer naarmate de dag nadert.’ — Hebr.

This will not be done if we forsake these goals to promote inward-looking aims.
Daar komt niets van terecht als we alleen onze eigen afzonderlijke doelstellingen proberen na te nastreven.

I wanted him to forsake the other half of his soul, the dark shadow that belonged in the night.
Ik wilde dat hij de andere helft van zijn ziel zou verlaten, de duistere schaduw die in de nacht thuishoorde.

Thou hast caused my son to forsake me.
Door U heeft mijn zoon me verzaakt.

6 Then the men of Gibʹe·on sent word to Joshua at the camp at Gilʹgal:+ “Do not forsake* your slaves.
6 Vervolgens stuurden de mannen van Gi̱beon een bericht naar Jozua in het kamp bij Gi̱lgal:+ ‘Laat uw slaven niet in de steek.

You also need to meet together regularly with the others who are seeking this knowledge, as the apostle urged: “Let us consider one another to incite to love and fine works, not forsaking the gathering of ourselves together . . . and all the more so as you behold the day drawing near.”
Ook is het nodig dat u geregeld bijeenkomt met de anderen die naar deze kennis streven, zoals de apostel benadrukte: „Laten wij op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen, het onderling vergaderen niet nalatend, . . . en dat te meer naarmate gij de dag ziet naderen” (Hebreeën 10:24, 25).

He’ll never forsake you;
Hij is steeds nabij u;

And when Pilate, at the suggestion of the principal men amongst us, had condemned him to the cross, those that loved him at the first did not forsake him; for he appeared to them alive again the third day; as the divine prophets had foretold these and ten thousand other wonderful things concerning him.
Doch die hem bij zijn leven gevolgd hadden, verlieten hem na zijnen dood niet; want hij is hun ten derden dage weder levend verschenen, gelijk de goddelijke profeten, onder meer andere wonderlijke dingen, van hem voorzegd hadden.

But, after preaching to others, he himself became disapproved by forsaking Christian standards.—Compare 1 Corinthians 9:26, 27.
Maar na tot anderen te hebben gepredikt, werd hij zelf afgekeurd doordat hij zich niet aan christelijke maatstaven hield. — Vergelijk 1 Korinthiërs 9:26, 27.

For the people, like herself, grimly forsaking what few precious gifts they would ever get.
Om de mensen zoals zij, die de paar waardevolle dingen die ze in het leven kregen niet konden zien.

If it seems best simply to change employment, remember God’s promise: “I will by no means leave you nor by any means forsake you.” —Hebrews 13:5.
Als het het beste lijkt eenvoudig ander werk te zoeken, houd dan Gods belofte in gedachte: „Ik wil u geenszins in de steek laten noch u ooit verlaten.” — Hebreeën 13:5.

And let us consider one another to incite to love and right works, not forsaking the gathering of ourselves together.”
Laten wij op elkaar letten ten einde tot liefde en juiste werken aan te sporen, terwijl wij het vergaderen niet nalaten” (Hebr.

You can't forsake me.
Je kan me niet verlaten.

" Let the wicked forsake their ways and the unrighteous their thoughts. "
'Laat de goddelozen hun manieren verzaken en de onrechtvaardigen hun gedachten.'

“I’m afraid I—’ “I cannot forsake my pastoral duties entirely.”
‘Ik vrees dat ik...’ ‘Ik kan mijn pastorale taken hier niet helemaal verzaken.’

At times in his long career Jeremiah became discouraged and required Jehovah’s assurance, but even in adversity he did not forsake calling on Jehovah for help. —Jer 20.
Tijdens zijn lange loopbaan was Jeremia af en toe ontmoedigd en moest Jehovah hem bemoedigend toespreken, maar zelfs wanneer hij met tegenslag te kampen had, vergat hij nooit Jehovah aan te roepen om hulp. — Jer 20.