cocorico oor Nederlands

cocorico

/kɔ.kɔ.ʁi.kɔ/ naamwoord manlike

Onomatopée par laquelle on désigne le chant du coq

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

kukeleku

tussenwerpsel

het geluid van een haan

Helen, je n'allais faire cocorico nulle part.
Helen, ik was nergens aan het kukelekuen.

gekraai

naamwoord

Soortgelyke frases

faire cocorico
kraaien

pousser des cocoricos
kraaien

voorbeelde

Quand j'ai tué le mec, elle a touché son sang, et elle a dit: " Mon Dieu, aidez-moi. Cocorico. "
Ik schoot hem neer, ze doopte haar handen in't bloed en riep: kukeleku.

Monsieur le Président, Monsieur le Président du Conseil, la pudeur m'interdit de pousser des cocoricos nationalistes à propos de la présidence luxembourgeoise, mais je voudrais quand même dire que cette présidence a, encore une fois, apporté la preuve du savoir-faire et de l'engagement de pays membres que leur taille ne prédestine pas, dans une optique nationale traditionnelle, à jouer un rôle international.
Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Raad, het fatsoen verbiedt mij uiting te geven aan mijn nationale trots op het Luxemburgse voorzitterschap. Toch heeft het Luxemburgse voorzitterschap eens te meer bewezen dat lidstaten grote inspanningen kunnen doen en zich zeer bekwaam kunnen tonen, ook als ze door hun grootte in een traditioneel nationaal perspectief niet voorbestemd zijn om een internationale rol te spelen.

Cocorico, toi!
Cock a doodle doo.

À Haïti, ils disent cocorico, alors qu’en Angleterre ils...
In Haïti zeggen ze cocorico, terwijl ze in Engeland...'

Le chasseur imitait alors le cocorico, et notre coq lui répondait.
De jager deed het gekraai van een haan na, en onze tamme huishaan gaf antwoord.

Si le coq ne chante pas dans le poulailler, il doit aller faire cocorico dans la grange.
Als de haan niet in de ren kraait... moet hij wel in de schuur kukelekuen.

Elle était gênée par son cocorico « insupportable » et ses excréments « qui attiraient la vermine ».
Aan zijn ‘onuitstaanbare’ gekraai en zijn uitwerpselen ‘die ongedierte aantrokken’.

Là, au beau milieu de la pelouse, se tenait Ivan, les deux mains en porte-voix. — Cocorico !
Buiten op het gras in de tuin stond Ivan, met zijn handen als een toeter voor zijn mond te roepen: ‘Kukeleku!’

Il chantait " cocorico " en plein tribunal.
Kukeleku in een rechtszaal.

Cocorico!
Bonjour!

Réveillé encore avant par d’incessants cocoricos, je me suis levé et j’ai descendu la rue principale.
Omdat ik al eerder wakker was geworden door het onophoudelijke hanengekraai, stond ik op en maakte ik een wandelingetje door de hoofdstraat.

Il exprimait son triomphe en poussant un cocorico comme notre Hannibal à chaque petit pont que nous passions.
Hij uitte zijn triomf door na ieder gepasseerd bruggetje te kraaien als onze Hannibal.

Et il y a ces maudits poulets sur le toit à côté qui poussent leur cocorico.
En toen begonnen die rotkippen van hiernaast te kraaien.

" Tu pousseras ton cocorico. "
'Dan kraai je zoals Pan.'

J'habite à côté et ma fenêtre donne sur le toit avec les poulets et les cocoricos...
Ik woon om de hoek en m'n raam kijkt uit op het dak met de kippen en dat gekraai......

En outre, dans la Bible les noms d’oiseaux et d’animaux sont parfois des onomatopées (mots suggérant par imitation phonétique la chose dénommée ; par exemple, “cocorico”, “coucou” et “coin-coin” permettent d’identifier le coq, le coucou et le canard).
Bovendien kunnen namen van vogels en viervoetige dieren in de bijbel klanknabootsende woorden zijn, zoals wij in het Nederlands het woord „koekoek” kennen.

Coïncidence : au même instant, venant de la ferme, on entend le cocorico d’un coq.
Toeval: op dat moment begint bij de boerderij een haan te kraaien.

La vache fait "meuh", le coq fait "cocorico", le cochon fait "groin, groin", le canard fait "coin, coin" et le chat fait "miaou".
De koe zegt "boe", de haan zegt "kukelekuu", het varken zegt "knor", de eend zegt "kwak" en de kat zegt "miauw".

Il y eut des cris et d’étranges appels de coq, cocorico, en plein minuit.
Er klonk geschreeuw en vreemd hanengekraai, kukeleku, midden in de nacht.

Dix-huit cocoricos.
Achttien coco-nutties.

C’est l’heure des cocoricos. » Et la réponse, celle d’une voix enfantine : « Moeder, moeder, moeder. » Mère, mère, mère.
Toen klonk er opeens een andere kinderlijke stem: 'Moeder, moeder, moeder.'

Il ne peut ni voler, ni se battre, ni pousser de cocoricos.
Hij kan niet vliegen, vechten of kraaien.

Passe une journée " cocorico ", Hugo
Heb een cluckety- cluck- cluck dag, Hugo

Sans rien à quoi m'accrocher, dans un pays totalement étranger, et par-dessus le marché des cocoricos et des hi-han.
Zonder houvast, in een volslagen onbekend land en dan steeds dat gekukeleku en ge-ia.